Tuchtrecht

Oordeel over toepassing IAS tuchtrechtelijk aanvaardbaar

Is een geschil over de toepassing van de IAS/IFRS puur een kwestie voor de Ondernemingskamer en niet voor de tuchtrechter? Nee hoor, zegt de Accountantskamer, die het tuchtrechtelijk "verdedigbaar en aanvaardbaar" vindt dat EY-accountant Pieter Jongstra* een goedkeurende verklaring heeft afgegeven bij de jaarrekeningen 2008 en 2009 van Q-park. Ook al had het "op het eerste gezicht" meer voor de hand gelegen dat het Q-Park-bestuur een andere keuze had gemaakt.

Accountantskamer

Zaaknummers:
11/2072 Wtra AK
Datum uitspraak:
12 november 2012
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2012:YH0326

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Q-Park NV exporteert verschillende parkeergarages. In 2003 heeft een gemeente negen parkeergarages in erfpacht uitgegeven aan Q-Park. Volgens P 1, een concurrent van Q-Park, heeft de gemeente zich daarbij niet gehouden aan de Europese aanbestedingsregels en Q-Park bevoordeeld. De civielrechtelijke procedure over deze kwestie loopt nog. 

Registeraccountant Pieter Jongstra van Ernst & Young geeft in 2010 goedkeurende verklaringen af bij de jaarrekeningen 2008 en 2009 van Q-Park. In deze jaarrekeningen zijn gehuurde c.q. gepachte parkeergarages opgenomen als vastgoedbeleggingen en niet als vastgoed voor eigen gebruik. 

De directie van Q-Park heeft er op grond van IAS 40 voor gekozen de parkeergarages te waarderen als vastgoedbeleggingen. Concurrent P 1 heeft over de toepassing van IAS 40 door de jaarrekening 2007 geklaagd bij de Raad van Tucht, die de klacht ongegrond verklaarde. In hoger beroep heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven zich daarbij aangesloten. Het College zegt bovendien dat een geschil over de toepassing van IAS/IFRS voer is voor de Ondernemingskamer en niet voor de tuchtrechter. 

Maar P 1 heeft al eenzelfde klacht ingediend over de jaarrekeningen 2008 en 2009. 

Klacht

De accountant  heeft ten onrechte goedkeurende verklaringen afgegeven bij de jaarrekeningen 2008 en 2009 van Q-Park, aangezien deze zijn opgemaakt in strijd met de geldende IFRS. Q-Park past namelijk op onjuiste gronden IAS 40 voor vastgoedbeleggingen toe. Daardoor doet de onderneming zich ten onrechte voor als een vastgoedbeleggingsfonds en worden de activa en het eigen vermogen hoger gewaardeerd dan zou moeten op basis van het risicorendementsprofiel en de gemiddelde vermogenskostenvoet van een dienstverlenend bedrijf. Daarvoor voert de klager onder meer aan: 

  1. Q-Park is een volledig dienstverlenend bedrijf dat in tien landen actief is op het gebied van off-street en on-street parkeren;
  2. een parkeeronderneming is een dienstverlenend bedrijf en geen vastgoedbeleggingsfonds;
  3. van belang zijn de definitie van vastgoedbelegging in IAS 40.5 en 40.6, de beschrijving van de relevante factoren in IAS 40.7 en 40.11 - 40.14 om te bepalen of er sprake is van vastgoedbeleggingen dan wel van vastgoed voor eigen gebruik, de bepaling dat de criteria voor de keuze voor een classificatie moeten worden toegelicht als classificatie moeilijk is (IAS 40.75) en een definitie voor materiële vaste activa zoals vastgoed voor eigen gebruik (IAS 16.6);
  4. op basis van genoemde IAS-bepalingen moet worden geconcludeerd dat de parkeervoorziening in kwestie geen vastgoedbelegging is;
  5. Q-Park is de enige onderneming die parkeergarages presenteert als vastgoedbeleggingen;
  6. Q-Park verantwoordt de door haar gehuurde parkeervoorzieningen twee keer als haar eigen vastgoedbeleggingen, namelijk zowel op de balansen van de eigenaren van de onroerende zaken als op de balans van Q-Park zelf als huurder;
  7. de jaarrekening van Q-Park is in strijd met de geldende IFRS omdat geen afschrijvingen van het resultaat worden afgetrokken en het resultaat en het eigen vermogen te hoog worden voorgesteld, omdat ongerealiseerde vastgoedwaardemutaties in de winst- en verliesrekening worden opgenomen en omdat de onderneming - door op de balans het woord ‘vastgoedbeleggingen' te gebruiken - ten onrechte een lager risicorendementsprofiel kan hanteren dan een zuiver dienstverlenend bedrijf kan;
  8. uit een analyse van de cash flow return on investment (CFROI) van de jaarrekeningen blijkt dat Q-Park in geen van de jaren tussen 1998 en 2009 in staat is geweest waarde te realiseren en in elk van deze jaren zelfs waarde heeft vernietigd;
  9. Q-Park heeft zich in de periode van 1994 tot 2009 ontwikkeld van institutioneel vastgoedfonds naar internationale parkeeronderneming.

Oordeel

De klacht is ongegrond. 

De drie juristen en twee accountants van de Accountantskamer leggen eerst uit waarom zij vinden dat het puur juridische College van Beroep voor het bedrijfsleven de wet verkeerd uitlegt door te zeggen dat een geschil over de toepassing van IAS/IFRS geen kwestie is waarover de tuchtrechter zich moet uitlaten. De keuze van de wijze van verantwoording, in dit geval de waarderingsgrondslag, ligt weliswaar primair bij het bestuur. Maar de externe accountant moet beoordelen of die keuze in het gegeven geval leidt tot een aanvaardbare verantwoording, of de regels consequent zijn toegepast en of de jaarrekening dus het inzicht biedt dat het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:362) vereist. De externe accountant moet zich in dit geval dus een oordeel vormen over de vraag of de jaarrekening voldoet aan de voorschriften van de IAS 40. 

"Het spreekt voor zich dat het oordeel van de tuchtrechter geen rechtsgevolgen heeft voor de (inrichting van de) door de onderneming uitgebrachte jaarrekening", zegt de Accountantskamer. Ook niet als de tuchtrechter oordeelt dat de extern accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring heeft afgegeven. Alleen de Ondernemingskamer kan namelijk bevelen geven over de inrichting van de jaarrekening. Aan de andere kant heeft de Ondernemingskamer op haar beurt geen rechtsmacht als zij zou vinden dat de externe accountant ten onrechte goedkeurende verklaring heeft afgegeven. 

Als de tuchtrechter hierover niets te zeggen zou hebben, zou dat leiden tot een tuchtrechtelijk "hiaat van belangwekkende omvang". En gezien de memorie van toelichting bij het wetsontwerp van de Wet tuchtrechtspraak accountants "is dit geenszins de bedoeling van de wetgever geweest". 

In dit geval speelt de tuchtrechtelijk relevante vraag of de accountant heeft kunnen concluderen dat het bestuur van Q-Park op aanvaardbare wijze heeft gekozen voor de toepassing van IAS 40 en dus een goedkeurende verklaring heeft mogen afgeven. Uit het accountantsverslag blijkt dat de accountant met een professioneel kritische instelling heeft getoetst of de gehanteerde verslaggevingsgrondslag geëigend was voor de onderneming en voor de administratieve verwerking die binnen de bedrijfstak gebruikelijk is. De accountant heeft hierbij een zekere beoordelingsvrijheid, omdat de regels van IAS 40 niet ondubbelzinnig zijn en er op dit punt geen relevante rechtspraak voorhanden is die een dwingende uitleg voorschrijft. 

De Accountantskamer moet P 1 nageven dat de kwalificatie van de parkeergarages als vastgoedbeleggingen in de zin van IAS 40 op het eerste gezicht minder voor de hand lijkt te liggen. Misschien heeft de regelgever dit bij de totstandkoming van IAS 40 ook niet voor ogen gehad. Toch moet bij nadere beschouwing worden geoordeeld dat de accountant mocht menen dat de classificatie als vastgoedbeleggingen op grond van IAS 40 verdedigbaar en dus aanvaardbaar is, want: 

  • de andere activa van de nv zijn gering en bijna alle activa zijn onderdeel van de parkeervoorzieningen;
  • een groot deel van de activa wordt aangewend om parkeerplaatsen te realiseren en te gebruiken;
  • het is goed gebruik om alle parkeervoorzieningen, zoals garages als terreinen, op dezelfde wijze te classificeren;
  • IAS 40 is rond 2000 ingevoerd en geheel opgenomen in de Nederlandse regelgeving voor de jaarverslaggeving; ook bij de implementatie van de IFRS in Nederland (in 2005/2006) is deze standaard niet gewijzigd. Deze accountingregel is dus "nog niet achterhaald".

Tot slot vindt de Accountantskamer het nog van belang dat het bestuur volgens IAS 1 in de jaarrekening uitvoeriger zou moeten toelichten waarom het kiest voor de verwerking als vastgoedbelegging (in plaats van vastgoed voor eigen gebruik) dan het heeft gedaan bij de jaarrekeningen 2008 en 2009. Aangezien deze toelichting voor de oordeelsvorming van lezers van de jaarrekening slechts een beperkt belang hebben, is het ontbreken daarvan niet aan te merken als een afwijking van materieel belang. De accountant had daarom niet tot een andere dan een goedkeurende verklaring hoeven te komen. Dat hij het bestuur niet heeft gecorrigeerd levert daarom geen grond tuchtrechtelijk verwijt op. 

Maatregel

Geen. 

Annotatie Jan Achten

De Accountantskamer zegt als lagere rechter tegen de hogere rechter, het College van Beroep voor het bedrijfsleven: uw oordeel is zo in strijd met het wettelijk systeem dat wij dit zonder verduidelijking niet kunnen volgen, dus: leg uit of corrigeer. Volgens de Accountantskamer handelt een accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar als deze zich niet houdt aan het wettelijk stelsel, in dit geval IFRS. De Accountantskamer acht zich bevoegd om daarover te oordelen, zonder dat dat oordeel gevolg kan hebben voor de jaarrekening. Om na te gaan of de accountant zich aan de verslaggevingsregels heeft gehouden, interpreteert de Accountantskamer de inhoud van IAS 40. Voor de betrokkene pakt die interpretatie gunstig uit. Maar ook als het oordeel 'gegrond' was geweest, kun je je moeilijk voorstellen dat de Accountantskamer een sanctie had kunnen opleggen zolang de jaarrekeningrechter zich niet heeft uitgesproken over de juiste toepassing van de IFRS/IAS. Omdat klager SOBI noch voorzitter beroepsorganisatie in beroep is gegaan, ontbeert het College van Beroep voor het bedrijfsleven de mogelijkheid voor uitleg of correctie. Uit het oogpunt van rechtszekerheid is dat jammer.

*) Omdat Ernst & Young zelf een persbericht heeft uitgegeven over de uitspraak wordt in deze samenvatting een uitzondering gemaakt op de regel dat de betrokkenen anoniem blijven.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.