Arjan Brouwer

De ontwikkelingen rondom verschillende structuurmodellen in de accountancy zijn goed nieuws voor stakeholders, werknemers en studenten, meent Arjan Brouwer. Er valt nu iets te kiezen.

Discussie Column

Keuzestress

De afgelopen jaren is met enige regelmaat gesproken en geschreven over structuurmodellen in de accountancy. Sterktes en zwaktes van de bestaande organisatievormen en -structuren worden uitgemeten. En alternatieven die door de een worden gepresenteerd als dé oplossing, worden door een ander afgeserveerd als een slecht idee. Het gaat daarbij vaak om theoretische exercities vanachter het bureau, waar persoonlijke voorkeuren een grote rol lijken te spelen bij het gewicht dat aan bepaalde argumenten of 'bewijs' wordt gegeven.

Zoals ook in de Formule 1 dit jaar weer zichtbaar is, werkt niet ieder idee dat op de tekentafel mooi lijkt, in de praktijk ook even goed. The proof of the pudding is in the eating. Voor één of meer veelbesproken thema's lijkt dat mogelijk te worden en behoort een natuurlijk experiment wellicht tot de mogelijkheden.

Allereerst het partnermodel. In 2018 schetste de AFM een aantal mogelijke spanningen als gevolg van de situatie dat accountants gelijktijdig de rollen van beroepsbeoefenaar, eigenaar en ondernemer vervullen. Er bestonden al alternatieve modellen, maar het heeft er alle schijn van dat er een nieuw alternatief op grotere schaal in de sector zal komen. Namelijk de accountantsorganisatie die (gedeeltelijk) in handen is van een private equity firma.

Begin september 2022 maakte De Jong & Laan bekend dat private equity investeerder Waterland een belang neemt. De Jong & Laan-bestuurders Roland Ogink en Marco Lokhorst schetsten de te verwachten positieve invloed hiervan op de controlekwaliteit: "Private equity laat ons groeien zonder concessies te doen aan kwaliteit." Ook de Belgische investeerder Belcaen stapte in de Nederlandse markt. De kwartiermakers spreken de verwachting uit dat dit vaker zal gebeuren. Eindelijk een echt alternatief voor het traditionele partnermodel dus, waarvan beoordeeld kan worden of dat wel of niet leidt tot hogere controlekwaliteit.

In hetzelfde rapport uit 2018 ging de AFM in op mogelijke bedreigingen als gevolg van de combinatie van accountants en adviseurs binnen één multidisciplinaire organisatie. Een aspect waar ook de kwartiermakers onderzoek naar hebben gedaan. Waar de kwartiermakers concluderen dat een splitsing zekere nadelen met zich meebrengt en eventuele voordelen voor de controlekwaliteit onzeker zijn, zag EY een splitsing naar verluid als een roadmap voor de rest van de sector en heeft het volgens de berichtgeving al honderd miljoen dollar besteed aan de voorbereiding hiervan.

Voor iedereen met interesse voor onderzoek naar alternatieve modellen, lijkt me dat een mooie ontwikkeling om met open armen te ontvangen. Maar afgaande op de berichtgeving leidt het uitzicht op de introductie van alternatieven ook tot lichte 'keuzestress' bij sommige stakeholders.

Het FD van 23 februari 2022 kopte dat minister Kaag en de AFM zenuwachtig zijn over externe investeerders in de accountancy. In een ronkende toespraak verhaalt Deloitte-ceo Joe Ucuzoglu over verontruste vragen die hij heeft gekregen van toezichthouders, die schijnbaar niet onverdeeld positief zijn over het idee van een afsplitsing van de controletak van een multidisciplinaire organisatie. Dat EY China niet meedeed aan de splitsing, zou volgens de Financial Times te maken hebben met het feit dat de Chinese toezichthouder het plan helemaal niet zag zitten. Deze stakeholders zullen wellicht opgelucht ademhalen, nu EY het plan voorlopig in de ijskast heeft gezet. Waar het vroeg of laat wel weer uit zal komen, als de tijd er rijp voor is.

Persoonlijk geloof ik niet in één perfect model dat alleen voordelen en geen nadelen kent. Er kunnen dingen heel goed en ook helemaal verkeerd gaan bij partnerships, coöperaties, stichtingen, familiebedrijven, beursfondsen, ondernemingen in handen van private equity, overheidsorganisaties en ga zo maar door. Dat heeft de praktijk in een grote variëteit aan sectoren inmiddels wel laten zien. Iedere vorm kent sterktes, maar zeker ook zwaktes. Uiteindelijk gaat het er bij iedere vorm om dat de sterktes worden benut en de zwaktes adequaat worden gemitigeerd binnen de governance van de organisatie.

Het mooie van de hiervoor benoemde ontwikkelingen, is wat mij betreft vooral dat er iets te kiezen valt. Bijvoorbeeld voor aandeelhouders, audit committees en bestuurders van gecontroleerde organisaties. Maar ook voor studenten en werknemers in de accountancysector. Naast informatie als Audit Quality Indicators en observaties van toezichthouders over de kwaliteit(sbeheersing) van accountantsorganisaties, zal de mate waarin belangrijke stakeholders in de praktijk de voorkeur geven aan specifieke accountantsorganisaties en organisatievormen laten zien welke organisatievorm het meest succesvol is. Dat zal er toe leiden dat lessen geleerd gaan worden en organisaties zich aanpassen waar nodig. Niet vanwege een theoretisch rapport, maar omdat de praktijk dat afdwingt.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.