Discussie Opinie

Dat accon avm lastige vragen niet uit de weg gaat, verdient een compliment

Accountantskantoren trekken graag de deur dicht als ze in de media onder vuur komen te liggen. Wat Jan-Willem Wits betreft verdient accon avm waardering, omdat het kantoor lastige vragen van journalisten niet uit de weg gaat.

Jan-Willem Wits

Ieder pleidooi om accountants helder te laten communiceren, kan bij mij op bijval rekenen. Als communicatieadviseur voor en binnen accountantsorganisaties heb ik regelmatig de degens gekruist met juristen, vaktechneuten en bestuurders die liever meel in de mond namen dan openheid wilden betrachten. Transparantie is een prachtig streven, maar sneuvelt nogal eens wanneer er storm uitbreekt. In een poging om de reputatie van een organisatie te beschermen, wordt door gebrek aan openheid en eerlijkheid vaak het tegendeel bewerkstelligd. Helaas is dat inzicht binnen de accountancysector nog lang geen gemeengoed.

Dat een taalkundig mistgordijn een slechte verdediging is, zoals Marcel Pheijffer in het FD schrijft, kan ik daarom van harte ondersteunen. Alleen de koppeling aan de casus accon avm vind ik minder overtuigend. Het belangrijkste verwijt van Pheijffer is dat accon wel openlijk spreekt over onjuistheden in de boekhouding, maar het woord 'fraude' angstvallig vermijdt. Waar nu over fouten wordt gesproken, zou accon het gewoon over fraude moeten hebben, aldus Pheijffer. Is dat terecht?

Controlestandaard 240 spreekt over fraude als "een opzettelijke handeling door een of meerdere leden van het management, met governance belaste personen, werknemers of derden, waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding teneinde een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen". Die definitie gaat dus uit van twee, aan elkaar gekoppelde componenten: misleiding met het doel om daarmee een oneigenlijk voordeel te behalen.

Manipulatie

Accon laat er geen enkel misverstand over bestaan dat er met de boekhouding is gerommeld en gebruikt daarvoor consequent de zware term 'manipulatie'. Door aan de knoppen te draaien van de posten onderhanden werk en de koopsomverplichtingen aan (oud-)vennoten, is bewust een veel beter beeld van de bedrijfsresultaten geschetst dan de werkelijke cijfers rechtvaardigden. Ofwel: deze manipulatie van de cijfers leidt tot misleiding bij de gebruikers van de jaarrekening en daarmee lijkt tenminste één element in de definitie van fraude onbetwist.

Het is veel onduidelijker wie er van deze 'manipulaties' heeft geprofiteerd en, vooral, wie er door is benadeeld. Accon avm heeft geen partnerstructuur en ook geen externe aandeelhouders. De stichting accon avm is de enige aandeelhouder. Natuurlijk is het bijzonder vervelend dat de aandeelhouder op het verkeerde been is gezet en nu moet ingrijpen, omdat het accountantskantoor er veel slechter voor blijkt te staan dan werd gedacht. Ook huisbankier ING zal vermoedelijk niet blij zijn dat bijvoorbeeld kredietfaciliteiten op minder vaste grond zijn verleend dan de jaarrekeningen deden vermoeden.

Maar heeft er iemand persoonlijk (financieel) voordeel behaald door met de boeken te rommelen? Bijvoorbeeld omdat er in het verleden onterechte bonussen zijn verleend voor prestaties die nooit zijn waargemaakt? Zolang dat niet duidelijk is, lijkt het oordeel dat er sprake is geweest van fraude, conform de door de controlestandaard gehanteerde definitie, wat prematuur. Ook omdat er kennelijk noch door de stichting, noch door anderen inmiddels aangifte is gedaan van fraude en daardoor onduidelijkheid bestaat wie de eventueel benadeelde partij is.

Voor de troepen uit

In ieder geval lijkt de voorzitter van de stichting accon avm, Riet Nelisse, wat voor de troepen te zijn uitgelopen toen zij in een interview met het FD van 24 november 2021 de geschorste bestuursvoorzitter Guus Delgers voor de bus gooide. Volgens Nelisse zou Delgers persoonlijk met de posten hebben "gerommeld". "Deze fouten in de jaarrekening zijn er niet per ongeluk in gekomen", aldus Nelisse, al zei ze geen privévoordeel te vermoeden. Wel sneerde ze dat Delgers "natuurlijk gepokt en gemazeld is in het vak" om met de boekhoudposten te kunnen jongleren.

Interim-bestuurder Theo de Vries lijkt wat voorzichtiger in zijn oordeel en noemt Delgers de eindverantwoordelijke, waarbij De Vries het openlaat of dat alleen in formele zin geldt, danwel dat Delgers daadwerkelijk op de manipulaties aanstuurde. "Je kunt de geconstateerde manipulaties niet linken aan één persoon", aldus De Vries, waarmee hij impliciet afstand nam van de trial by media door Riet Nelisse van enkele weken eerder. De Vries spreekt over een "vrij complex systeem van registratie van onderhanden werk", waardoor het gerommel met de boeken ook voor de controlerend accountant verborgen kon blijven.

Met de feiten die nu al op tafel liggen, zou accon het volgens Marcel Pheijffer niet moeten hebben over fouten in de boekhouding, maar over klinkklare fraude. Dat er door een of meerdere personen met de administratie is gerommeld om geld naar privérekeningen weg te sluizen, zoals bijvoorbeeld bij Pels Rijcken gebeurde, lijkt vooralsnog niet aan de orde. Dat er sprake is geweest van cooking the books, waardoor de bedrijfsresultaten willens en wetens mooier werden voorgesteld dan ze waren, is wél zeker.

Voor iedere accountantsorganisatie die integriteit als vanzelfsprekende kernwaarde omarmt, is dat natuurlijk een doodzonde. Bestuurders die hieraan meewerken of dit zelfs aanmoedigen, hebben binnen de sector niets meer te zoeken. Daarom moet snel helder worden wat er precies is gebeurd, door wie, waarom en of dit plaatsvond in opdracht van het bestuur van accon of tenminste met medeweten van.

Open vizier

Juist omdat de interne administratieve organisatie van accon avm door deze affaire onder vuur ligt, is het niet meer dan logisch dat accon de achtergronden van de aangetroffen manipulaties door een externe forensisch accountant laat onderzoeken. Op basis van diens bevindingen zijn het bestuur, de commissarissen en de aandeelhouder weer aan zet om hun conclusies te trekken, ook over zaken als een mogelijke aangifte, eventuele tuchtklachten en andere stappen richting een of meerdere betrokkenen. Daarop vooruitlopen vóórdat het forensisch onderzoek is afgerond, zoals Pheijffer lijkt te prefereren, zou onverstandig en onzorgvuldig zijn. Ook jegens personen die nu al in de media zijn beschadigd zonder onderliggend bewijs.

De meeste accountantsorganisaties zijn nog steeds geneigd om snel de deur dicht te trekken wanneer zij in de media onder vuur komen te liggen. Het is opvallend dat accon avm voor een andere koers heeft gekozen en lastige vragen, ook van journalisten, niet uit de weg gaat. Met een open vizier poets je zaken die fout zijn gelopen in het verleden niet weg, maar toon je wel de wil om daarover transparant, kwetsbaar en deemoedig te communiceren. Dat er nog veel vragen open staan, laat onverlet dat accon avon in dit uiterst pijnlijke dossier daarom eerder een compliment verdient dan een standje.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan-Willem Wits is zelfstandig communicatieadviseur en werkt onder andere voor uiteenlopende opdrachtgevers in de accountancy.

Gerelateerd

11 reacties

Alexander Vissers

Toch nog een aanvulling mede gemotiveerd door enige reacties: Ten eerste de vergelijking met andere kantoren gaat mank, er is mij geen ander accountantskantoor bekend dat sinds 2015 valse jaarrekeningen heeft opgemaakt. Ten aanzien van antwoorden op vragen van journalisten: welke antwoorden op welke vragen van welke journalisten? Ten aanzien van behaald voordeel: nu de fraude en de slechte resultaten aan het licht komen kunnen de bestuurders het veld ruimen, als eerder de slechte resultaten bekend waren geworden hadden ze waarschijnlijk eerder hun biezen kunnen pakken. Ook zou bij verlies geen winstuitkering aan de stichting mogelijk zijn geweest, uitkering waarvan ook de bestuurders zouden profiteren. Ten aanzien van de administratieve organisatie: deze is kennelijk niet het probleem maar fraude door het bestuur is het probleem daar kan gezien de berichtgeving geen enkele twijfel over bestaan, een bestuur bestaand uit accountants dat het onderhanden werk met 9,9 miljoen overwaardeert op een waarde van 3,7 miljoen pleegt gewoon fraude. 9,9 miljoen is de helft van de waarde van de geconsolideerde activa met uitzondering van de immateriële activa en liquide middelen. Het nieuwe bestuur van accon avm heeft het aller minimaalste gedaan wat er van verwacht kan worden. Ik weet niet of de oudere valse jaarrekeningen al herroepen zijn en of de accountant ook voor die jaarrekeningen al zijn verklaring heeft herroepen. Anders dan pak de hint op.

Rene van der Klei

Met deze opinie geeft Jan-Willem Wits wat mij betreft een aantal terechte nuanceringen bij het eerdere artikel van Marcel Pheijffer. Dat punt vind ik in de reacties onderbelicht.
Accon geeft, zowel in het jaarverslag als in de media, meer informatie dan gebruikelijk. Bij veel andere kantoren heb ik de laatste jaren slechts 'geen commentaar' gehoord.

In het voorwoord (1 A4) en in het bestuursjaarverslag schrijft Accon over o.a. de manipulaties, doorbreking bankconvenanten, reorganisatieplan, herstructurering. Dat Accon in de jaarrekening niet schrijft over betrokkenen lijkt me vanuit privacy-overwegingen en zorgvuldigheid terecht, mede omdat het onderzoek nog loopt. Dat staat ook in het jaarverslag.
Ook in haar risicomanagement schrijft Accon dat het noodzakelijke foutherstel buitengewoon teleurstellend is voor de reputatie en dat het managen van de schade bijzondere aandacht heeft. Ook heeft Wits mijns inziens een punt in het wijzen op de relatief beperkte groep van stakeholders.

Is het dan voldoende? Dat denk ik niet. Het niet (gedeeltelijk) impairen van de goodwill blijft een majeur thema. Verder vind ik de cohesie tussen de 'manipulaties' en andere delen van het jaarverslag waaronder het risicomanagement te klein. Frappant vind ik ook dat de RvC vooral verwijst naar het bestuursverslag en concludeert dat 'in 2020 op adequate wijze invulling is gegeven aan de taken en bevoegdheden'.

Deze jaarrekening lijkt me in ieder geval zeer geschikt verplicht studiemateriaal.

Arnout van Kempen

Vanuit de accountant, en vanuit de gebruiker van de jaarrekening, maakt het overigens weinig uit wie precies welk voordeel heeft. Het probleem is dat er iemand nadeel heeft. Dat zou voor de accountant leidend moeten zijn in haar/zijn onderzoek van de jaarrekening. Voor de gebruiker is dat zeker leidend.

Patrick Schoonbrood

Ik vind de definitie van fraude zoals die door Wits gehanteerd nogal eng (nauw).
Met de zin "Maar heeft er iemand persoonlijk (financieel) voordeel behaald door met de boeken te rommelen?" stelt hij imo dat er *persoonlijk* voordeel behaald moet zijn om van fraude te kunnen spreken.
Ik ben echter van mening dat je ook van fraude kunt spreken als er anderszins voordeel wordt behaald door de organisatie op zichzelf. In dit geval zou dat misschien kunnen zijn een lagere risico-opslag op de kredieten bij de bank (als voorbeeld!!!).

Gert-Jan Jordaan

Eens met Arnout. Er is altijd een motief. Soms moet je even zoeken en soms duurt het lang voordat het duidelijk is, maar er is altijd een reden voor manipulaties. Bepaald gedrag valt uiteindelijk te verklaren door te kijken naar de motieven.

Mark Paur

Het stuk van Jan-Willem Wits doet mij denken aan een jurist die het begrip "fraude" ontleedt. Met de zin "Dat er sprake is geweest van cooking the books, waardoor de bedrijfsresultaten willens en wetens mooier werden voorgesteld dan ze waren, is wél zeker." is elke (semantische) discussie toch gesloten?

Redactie Accountant.nl

De redactie heeft een reactie verwijderd omdat die in strijd was met spelregel 2 voor het debat op deze site (voor het plaatsen van reacties is vermelding van voor- en achternaam vereist).

Alexander Vissers

Ook ik ben het, ik denk voor het eerst, eens met Marcel Pheijffer. Gewoon heel concreet worden als accountant, gewoon de feiten benoemen, wát klopt er niet aan de jaarrekening, en dan pas de duidingen. NVCOS 240 is in dezen alleen relevant voor de accountant van Mazars als controlerend accountant niet voor accon amv. Overigens is de definitie van fraude in NVCOS 240 slecht dan wel fout. Voor fraude is misleiding helemaal niet noodzakelijk nodig evenmin een onwettig voordeel. Verduistering, ook openlijk, is fraude en het opmaken van een valse jaarrekening is, als valsheid in geschrifte, ook fraude als er geen direct gewin mee gemoeid is. Het is dan ook verwijtbaar dat de NBA deze standaard in deze vorm heeft aangenomen zonder eens een keer met een hele goede strafrechtadvocaat koffie gaan te zijn drinken.

Wilfred van Dam

Ik ben het niet altijd eens met Marcel maar is dit geval wel. Ook de Corona steun roept vragen op.

Arnout van Kempen

Even los van de casus Accon AVM: ik loop vaker aan tegen de discussie over de component “voordeel” bij signalen van fraude.

Ik ben geen academicus, en ik heb er geen methodologisch verantwoord onderzoek naar gedaan, dus ik baseer me slechts op persoonlijke waarneming van de afgelopen 20 jaar en mijn gevoel voor logica: ik heb regelmatig met de vraag gezeten “waarom doet hij/zij dat nu?” En die vraag was altijd te beantwoorden.

Anders gezegd, hoewel het in theorie zal kunnen, ik ken geen voorbeeld en geloof ook niet dat er veel voorbeelden bestaan van opzettelijke misleidende manipulaties die geen voordeel opleveren op enige wijze voor degene die de misleiding toepast. Dat dat voordeel niet direct zichtbaar is, niet altijd financieel hoeft te zijn en voor derden ronduit onbegrijpelijk kan zijn, soit. Maar dat voordeel is er. Altijd.

Marcel Pheijffer

Jan-Willem, dank voor je reactie op mijn FD-column. Het is echter jammer dat in jouw bijdrage diverse onzorgvuldigheden staan in reactie op mijn FD-column.

Zo heb ik niet gesteld:

- dat Accon AVM het ipv ‘fouten’ over ‘fraude’ moet hebben. Wel dat ze begrippen die aan deze termen zijn gerelateerd, door elkaar heen gebruiken en daarmee mist optrekken;
- dat ik vooruit wil lopen op de uitkomsten van forensisch onderzoek. Wel dat er al veel feiten openbaar zijn, onder meer door een interview met de bestuursvoorzitter;
- dat door de feiten die nu al op tafel liggen moet worden gesproken over ‘klinklare fraude’. Wel wijst een deel van het woordgebruik zijdens Accon AVM daar op.

Bovendien geef ik duidelijk aan dat het grootste probleem niet de vraag fouten of fraude betreft, maar de vraag waarop de goodwillwaardering is gebaseerd.

Op het punt van communicatie – waarop in de bijdrage van Jan-Willem Wits wordt ingegaan – verdient Accon AVM wat betreft geen compliment.

Ten eerste omdat een accountantsorganisatie hoort te beseffen, dat zij primair in het jaarverslag duidelijke verantwoording moet afleggen. Het is dan ook – zoals ik het in mijn column noemde – ‘storend en onzorgvuldig’ dat in het interview meer informatie wordt verstrekt dan in het jaarverslag. Zeker nu het interview vrijwel gelijktijdig plaatsvond met openbaarmaking van het verslag.

Ten tweede is de woordkeuze in het jaarverslag zodanig dat mist wordt opgetrokken rond de begrippen ‘fouten’ en ‘fraude’. Voorts is zijdens betrokkenen aan de kant van Accon AVM een mistgordijn opgetrokken rond de rol van de voormalig bestuursvoorzitter (Ziek? Geschortst? Ontslagen? Wel/niet verantwoordelijk?).

Ten derde wordt ten aanzien van een cruciale balanspost (goodwill) nauwelijks, althans onvoldoende informatie verstrekt.

Tot slot: voor fraude is het niet vereist dat er sprake is van een persoonlijk (financieel) voordeel.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.