Magazine

'Je wilt gewoon goed werk leveren'

Plezier in het werk, leuke collega's, blijven leren, genieten van het mooie vak, die ene promotie maken. Gevraagd naar hun drijfveren verliezen studenten accountancy zich niet in vlammende betogen over hooggestemde idealen. Het besef van de maatschappelijke functie van de accountant krijgt pas vorm op de werkvloer.

Dit artikel is verschenen in Accountant Q2, 2015

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

‘Een mooie verrijking.” “Ik vind dat het accountantskantoor een maatschappelijke rol heeft, niet ik persoonlijk.” “We hebben het er vrijwel nooit over.” “Als je kiest voor deze studie, weet je nauwelijks wat een accountant doet, laat staan dat je weet dat hij ‘vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer’ is.” “Het begint me nu een beetje te dagen.”

Studenten accountancy uit zeer verschillende geledingen (een groep in het derde jaar hbo accountancy en een groep RA-studenten in hun tweede jaar) maken opvallend gelijkgestemde opmerkingen als hen wordt gevraagd naar het maatschappelijke aspect van hun toekomstige beroep. Het is namelijk ‘geen onderwerp’ in de eerste jaren van hun (voor)opleiding: een en ander komt pas aan de orde als men op stage is of op de eerste werkplek is beland. Eenmaal geconfronteerd met die extra dimensie is er enerzijds waardering (“Ik vind het wel mooi”), maar ook nuchtere twijfel: “Ik probeer mijn werk goed te doen, maar dat doe ik toch voor de klant en voor het kantoor? Ik kan echt niet de hele dag aan het maatschappelijk belang lopen te denken.”

Een representatief onderzoek naar idealen en motieven is het natuurlijk niet, een paar uur op bezoek bij Hogeschool Avans, de Erasmus Universiteit en de Vrije Universiteit om daar te praten met een flink aantal studenten accountancy die daar op dat moment, min of meer toevallig, toe bereid zijn. Meer dan een indruk geven de opgetekende woorden dan ook niet. Maar toch: ten aanzien van diverse onderwerpen zijn de studenten het roerend met elkaar eens. Bijvoorbeeld over het feit dat ze op het moment van studiekeuze niet wisten wat het vak inhield.

Afstrepen

Voor de een geldt dat wat extremer dan voor de ander. De negentienjarige Milou Rovers (Avans) heeft net een succesvolle stage bij KPMG achter de rug, maar toen ze bijna drie jaar geleden koos voor de opleiding was het “een kwestie van afstrepen wat ik niet leuk vond”. Toen bleef accountancy over, “want cijfers vind ik wel leuk”. Tijdens haar stage vielen de dingen op hun plek zegt ze. En nu wil ze door, “tot ik RA ben”.

De 25-jarige Meriam* werkt nu twee jaar bij een big four-kantoor en volgt de RA-opleiding. Zij wist al op het vwo dat ze accountant wilde worden. “Mijn vader is ondernemer en hij was toen erg te spreken over zijn accountant als sparringpartner. Toen had ik nog geen weet van alle andere aspecten van het vak, naast de adviesfunctie.”

Dat geldt ook voor Jordy Inden (25, EY, Vrije Universiteit). “Je denkt dat je wat weet na je master accountancy. Maar dan krijg je op het werk voor het eerst de vraag hoe jij een post zou controleren. Dan sta je gewoon met je mond vol tanden.”

Beschadigd

Is de inhoud van het vak in het begin in nevelen gehuld, dat geldt zeker voor de maatschappelijke functie die accountants vervullen. Op het moment van studiekeuze bevindt dat aspect zich volstrekt buiten beeld. “Als achttien- of twintigjarige heb je helemaal geen aandacht voor dergelijke discussies”, zegt de 22-jarige Marc Henzen, die na vmbo en mbo nu hbo-accountancy volgt bij Avans. “Je weet ook niet dat het vak een beschadigd imago heeft. Dat komt nú pas allemaal aan de orde, bijvoorbeeld in de lessen die gaan over de beroepsregels.”

Accountancy als beroep derhalve, niet als roeping. Of toch? ‘Iets hebben met cijfers’ wordt vaak genoemd als motivatie. Joyce Piels (22) oriënteerde zich in haar laatste havo-jaar mede op accountancy, maar koos op het laatste moment voor de hbo-opleiding p&o. “Economie vond ik daar het leukste, zeker het maken van balansen en winst-en-verliesrekeningen. Ook rechten vond ik leuk, maar na de eerste paar blokken verdiepte dat zich in personeelsrecht en viel het vak economie weg. Toen ben ik toch weer bij accountancy gaan kijken - en ben overgestapt.”

Ze heeft net de derdejaars stage achter de rug, in de samenstelpraktijk van een mkb-kantoor. “Leuk om de cijfers te analyseren en van daaruit een advies te kunnen geven aan de klant.”

Vanzelfsprekend

Dat het werk - die analyse, maar ook het advies - ook maatschappelijk van belang is, begint tot haar door te dringen door die stage en door de eerste lesblokken die daar aandacht aan besteden. “Ik snap dat de maatschappij moet kunnen rekenen op de kwaliteit van het werk van de accountant. Een jaarrekening moet volgens de regels zijn samengesteld of gecontroleerd. En blijkbaar is dat niet vanzelfsprekend. Dan denk ik: daarmee hoort de maatschappij toch eigenlijk niet bezig te zijn? Men moet er toch van uit kunnen gaan dat accountants hun werk naar behoren doen en dat zij worden bestraft als dat niet het geval is?” ?

Mark Aarnink (26, EY) ziet dat ook als vanzelfsprekendheid. “Je wilt toch gewoon goed werk leveren? Het plezier van mijn werk zit 'm in de speurtocht door cijfers en jaarrekening, maar je krijgt daar toch alleen voldoening van als je dat goed doet? Als ik later de jaarrekening van mijn klant terugzie, wil ik met gepaste trots kunnen zeggen: die posten kloppen - met hoge zekerheid.”

Zwicht

Kwaliteit is echter níet vanzelfsprekend gebleken. “Het is niet fijn”, zegt Marc Henzen over het beschadigde imago van het beroep. Hij kent inmiddels de verschillende zaken waarin accountants onvoldoende controle-informatie hebben vergaard, dan wel zich hebben laten leiden door de wensen van de klant. “Zo'n accountant wil ik niet worden.”

Meriam gaat een stapje verder: “Ik kan mij gewoon niet voorstellen dat een accountant zwicht voor de druk van een klant. Echt niet.”

Accountancy als besmet vak? Anderen geven aan dat er geen reden is met gebogen hoofd door het leven te gaan, dan wel de spreekwoordelijke verjaardagsfeestjes te mijden. “In onze omgeving speelt dat niet. Onderling zijn we nog maar net begonnen met deze discussies, voor onze leeftijdsgenoten in andere beroepen is dit totaal geen onderwerp. Die weten niet eens wat een accountant doet”, zegt Lucien Lamberigts (25, KPMG, Erasmus). Dat is wel een probleem, vindt hij. “Mensen hebben een bepaald beeld van het beroep, maar dat klopt gewoon niet.” Media zouden daarom beter moeten uitleggen wat een accountant doet. “Wat mij betreft is het onderwerp dat er nu toe doet de diepgang van de controle: hoe ver wil je gaan? Tot waar gaat de verantwoordelijkheid van de accountant? Wat verwachten we eigenlijk van de accountant? Die vragen worden echter genegeerd door de media. Die creëren alleen maar een beeld van de accountant als iemand die tegen zo hoog mogelijke tarieven slechte controles aflevert.”

Uitgedaagd

Zitten studenten in hun maag met het feit dat het beroep ter discussie staat? Is het een obstakel voor het verwezenlijken van idealen? Zoals al werd aangestipt: gevraagd naar hun idealen overheerst de alledaagse nuchterheid.

Met stip op nummer 1: met plezier werken. “Ik blijf hier zo lang als ik het leuk vind en ik denk dat je directe collega's, de teams waarin je werkt, daarop de meeste invloed hebben”, zegt een RA-student bij een big four-kantoor.

‘Blijven leren’ wordt veel genoemd.

“Ik wil uitgedaagd worden, het moet niet saai zijn” (Jordy Inden), “Mijn learning curve moet blijven stijgen” (Mark Aarnink).

En ja, promotie maken hoort daar uiteindelijk ook bij. “Zover mogelijk doorgroeien binnen de organisatie”, wil Joyce Piels. Maar partner worden, dat niet. “Dan ben je nog maar weinig met de audit bezig en opereer je meer als marketeer”, vindt Jordy Inden.

Meriam had “de ambitie partner te worden” toen ze begon met werken, maar ze realiseert zich inmiddels wat voor opofferingen dat vraagt. “Het lijkt mij mooi als eindverantwoordelijke een controleverklaring te mogen tekenen, maar ik zie ook dat je daar veel voor over moet hebben en veel voor moet laten.”

Alleszins te realiseren doeleinden, met andere woorden, en men geeft dan ook aan de discussies over het vak niet te beschouwen als obstakel voor de realisatie van die doelen.

Is het merkwaardig dat hooggestemde idealen ontbreken? Voor studenten in deze fase van hun opleiding blijkt de vraag daarnaar in ieder geval te vroeg te komen. Ook na stages, mastertitels en zelfs twee jaar werkervaring zegt men dat het volle begrip van de inhoud van het vak nog niet aanwezig is, zeker niet wat betreft de maatschappelijke dimensie ervan. Het ontwikkelen van een abstractere visie op het beroep is dan blijkbaar nog nauwelijks aan de orde.

Noot
* Meriam is een gefingeerde naam.

Beroepseed

“Onzin!” “Mooi toch?” De meningen over de toekomstige beroepseed voor accountants lopen onder studenten accountancy sterk uiteen. “Ik kan mij niet voorstellen dat je instelling verandert door het uitspreken van een paar zinnetjes”, zegt Marc Henzen. “We hebben toch de beroepsregels? Daarmee onderschrijft een accountant dat hij zich houdt aan de fundamentele beginselen van professionaliteit, integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, en vertrouwelijkheid. Wat wil je nog meer?”

Mark Aarnink spreekt van “pure symboliek”. “Kwaliteitseisen en onze rol in het maatschappelijk verkeer worden toch al sterk benadrukt tijdens onze studie en in trainingen van onze werkgever.”

Anderen vinden het daarentegen een prachtig idee. Op zijn minst geldt ‘baat het niet, dan schaadt het niet’.

Meriam vindt het een mooi idee. “Je laat zien dat je trots bent op je beroep.” Ze kan zich wel iets voorstellen bij een plechtigheid waarbij accountants gezamenlijk zo'n eed afleggen. “Volgens mij kan zo'n plechtigheid die trots nog verder versterken.”

‘Accountant wordt gevormd op het kantoor’

Het kantoor waar de accountant werkt heeft de grootste invloed op zijn socialisatie, niet de opleiding of de beroepsorganisatie. Empirisch onderzoek in het Verenigd Koninkrijk toont dat aan, zegt Marlies de Vries, onderzoeker aan de Nyenrode Business Universiteit.* “Juist door werkervaring on the job leren jonge of aankomende accountants wat het betekent een professional te zijn.

Dat betreft dan vooral het aspect waarop de professional zich onderscheidt van ‘de vakman’, namelijk de morele competenties waarover hij beschikt, in combinatie met zijn technische expertise. Dat is dus ook het aspect waaraan het beroep juist zijn statuur dankt.”

Die morele competenties betreffen de manier waarop de accountant zijn maatschappelijke rol vervult. Daarom, zo reageert De Vries desgevraagd op de hier opgetekende opvattingen en ervaringen van studenten, is “het onderkennen van die maatschappelijke rol van het grootste belang”. Als dat niet gebeurt, ondergraaft dat het bestaansrecht van het beroep. “Ongeacht het stadium van iemands carrière: die eigen maatschappelijke rol moet in het DNA zitten van elke beroepsbeoefenaar.”

Met wetten en regels dwing je 'm in ieder geval niet af. “En met een cursus ethiek ben je er ook niet meteen. Zo'n cursus geeft wellicht inzicht in de wijze waarop een ethisch vraagstuk kan worden behandeld, maar het volgen van een cursus is geen garantie voor ethischer handelen.”

De Vries suggereert daarnaast - naar aanleiding van sommige uitspraken van studenten - dat de maatschappelijke rol van de accountant wellicht een grotere plaats moet krijgen in de beeldvorming bij en rond momenten van studiekeuze. Ze signaleert overigens, mede aan de hand van personeelsadvertenties, dat veranderingen plaats lijken te vinden. “In advertenties wordt nu bijvoorbeeld niet meer gevraagd om accountants ‘met commercieel talent’, maar bijvoorbeeld om ‘inhoudelijk gedreven mensen’. Dat zou erop duiden dat een soort war on quality gaande is. Of dat ook zo is, zou ik overigens niet durven zeggen. Eigen monitoring en de onderzoekingen van de AFM moeten dat de komende jaren uitwijzen.”

Noot
* Marlies de Vries doet onderzoek onder accountants vanuit een sociologisch perspectief. Haar promotie-onderzoek gaat over de vraag hoe accountants socialiseren binnen het beroep: hoe zij de (in)formele regels van het spel internaliseren, met welke vraagstukken zij worstelen en welke keuzes ze ten aanzien van die vraagstukken maken. De Vries is kerngroepvoorzitter van het vak bestuurlijke informatieverzorging/interne beheersing op Nyenrode en werkte voorafgaand aan haar overstap naar de universiteit veertien jaar als openbaar accountant bij een big four-kantoor.

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.