Magazine

'Geen IFRS zonder betrokkenheid van beleggers'

Het streven naar wereldwijde verslaggevingsstandaarden kan alleen succes hebben als de internationale gemeenschap van beleggers wordt betrokken bij de IFRS Foundation. Het gezag van de International Accounting Standards Board (IASB) staat op het spel, zegt Nicolas Véron, senior fellow van de Brusselse denktank Bruegel. De nieuwe IASB-voorzitter Hans Hoogervorst krijgt vooralsnog het voordeel van de twijfel. "Hij heeft bizarre uitspraken gedaan."

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 12, 2011

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Volgens Nicolas Véron (Bruegel) heeft de IASB een governance-probleem

Een ‘accounting-freak’ noemt hij zichzelf. Maar niemand zal Nicolas Véron (40) van eenkennigheid betichten. Natuurkunde en biologie studeerde de Fransman onder meer, plus een bachelor kunstgeschiedenis aan de Sorbonne. Daarna begon hij aan een veelkleurige loopbaan die hem via glasproducent Saint-Gobain, bankier Rothschilds en een ministrieel adviseurschap naar Brussel bracht, waar hij met een aantal collega-wetenschappers het Bruegel Instituut oprichtte. Contributing to the quality of European economic policy making, heeft die denktank als motto. Inmiddels is Bruegel uitgegroeid tot een gerespecteerd instituut en wordt het ondersteund door negentien landen en twintig multinationale bedrijven.

Vérons terrein is de ordening van de financiële markten. Hij coördineert Bruegels publicaties over dat thema. Zelf schreef hij uitgebreid over banken en toezicht op banken, over kredietbeoordelingsbureaus en over sovereign wealth funds. Maar vooral over verslaggeving: in 2001 publiceerde hij voor het eerst over IFRS en in 2006 mondde dat uit in een boek over verslaggevingsstandaarden: Smoke & Mirrors, Inc: Accounting for Capitalism. Het thema is daarna niet meer aan zijn aandacht ontsnapt, zeker niet sinds die gedenkwaardige oktobermaand in 2008, toen de IASB ‘brak’ onder de druk van de Europese Commissie.

Financieel nationalisme

Het Centraal Planbureau nodigde Véron eind oktober 2011 uit voor een seminar over wat na alle onrust van de afgelopen drie jaar, het perspectief is voor de ambitie van de IFRS Foundation om IFRS te laten uitgroeien tot de wereldwijde verslaggevingsstandaard. Daaraan voorafgaand sprak Accountant met Véron.

Hebben de diverse crises de wereldwijde acceptatie van IFRS dwarsgezeten?

“Kijk je naar de cijfers, dan is dat nauwelijks het geval. Van de vijfhonderd grootste beursgenoteerde bedrijven paste in 2006 34 procent IFRS toe, volgend jaar zal dat vijftig procent zijn. Bovendien: in 2006 kwam 79 procent van de bedrijven die IFRS gebruikten uit Europa, volgend jaar is dat nog maar 48 procent. Eigenlijk moet je op grond van die cijfers concluderen dat het hele streven om met IFRS een wereldstandaard in verslaggeving neer te zetten een doorslaand succes is.”

Maar u maakt er een voorbehoud bij.

“Ja, want de financiële crisis heeft natuurlijk wel gevolgen gehad. Er zijn verhitte debatten gevoerd over de economische effecten van mark-to-market en andere IFRS-principes. Daaruit bleek dat er zeer verschillende opvattingen zijn over wat eigenlijk de missie is van standard setters, met name de IASB. En ook dat er zeer verschillende opvattingen zijn over hoe de standaarden moeten worden toegepast als ze in botsing komen met overheidsbeleid en andere belangen. We zagen de opkomst van financieel nationalisme. Die verschillen, in Europa en in de VS, maken voortgaande acceptatie van IFRS niet eenvoudiger. De convergentie met US GAAP heeft ernstige vertraging opgelopen.”

Zal de ambitie te hoog gegrepen blijken te zijn?

“Ten eerste: wat in ieder geval niet zal gebeuren is dat op korte termijn alle jurisdicties heel IFRS zullen aannemen. Ik denk dat de vorige voorzitter van de IASB, Sir David Tweedie, overambitieus was in zijn doelstellingen. Hij wilde te veel en hij had haast en daarbij had hij niet voldoende oog voor de politieke haalbaarheid van een snelle wereldwijde acceptatie van IFRS. Ik denk dat het heel moeilijk wordt als de IASB op dezelfde weg voortgaat als onder Tweedie. Ten tweede: het probleem is niet de inhoud van de standaarden. Daar komen we wel uit. Het probleem is dat er geen duidelijkheid is over de uitgangspunten en over de governance van de IFRS Foundation, de stichting die als paraplu dienst doet voor de IASB. Waarom willen we wereldwijde verslaggevingsstandaarden? Het enige antwoord is: informatievoorziening aan kapitaalverschaffers. De belofte van IFRS is eenduidigheid en vergelijkbaarheid, waardoor de cost of capital op de internationale kapitaalmarkten kan dalen, met economisch gunstige effecten voor de hele wereldeconomie. Een andere doelstelling kan ik me niet voorstellen: IFRS is er niet voor toezichthouders, niet voor belastingdiensten en niet voor nationale overheden. IFRS is er voor de belegger.”

Met dat uitgangspunt is meteen het governance-probleem van de Foundation geformuleerd?

“Ja, want als er één partij nu nauwelijks vertegenwoordigd is in de organen die toezicht houden op het werk van de IASB, dan is het de internationale gemeenschap van beleggers. De zogeheten trustees en de monitoring board bestaan uit (semi-)vertegenwoordigers van nationale overheden, internationale toezichthouders en grote accountantskantoren, aangevuld met enkele onafhankelijke leden, maar dat is geen afspiegeling van de direct belanghebbenden bij de standaarden. Idealiter zouden beleggers een meerderheid moeten hebben in de Monitoring Board. Die wordt nu alleen bemand door de Europese Commissie en een aantal toezichthouders.”

Politieke voorzitter

Zijn beleggers wel gemotiveerd om zich met de IFRS Foundation te bemoeien?

“Nee, daar hebben ze geen zin in. Maar dat is het punt niet. Het punt is dat de foundation zou moeten zien dat het in haar belang is daar verandering in te brengen. Dat ze beleggers moet zien te motiveren om mee te doen, omdat daarmee de status van de standard setter duidelijker omschreven zou zijn: een operatie ten behoeve van de informatievoorziening aan kapitaalverschaffers. Die status kan alleen maar worden gevestigd onder voorwaarde van actieve betrokkenheid van beleggers bij het toezicht op de foundation. Alleen als dat het geval is, zal de foundation beter in staat zijn zich te onttrekken aan de ongewenste bemoeienissen van overheden en toezichthouders, die bij tijd en wijle andere belangen hebben bij de standaarden dan die informatievoorziening aan beleggers.”

Is de benoeming van Hans Hoogervorst tot nieuwe voorzitter van de IASB een stap in de goede richting?

“Ik zet mijn vraagtekens bij het feit dat Hoogervorst geen achtergrond heeft in de accountancy. Dat wil volgens mij niet zeggen dat hij geen goede voorzitter zou kunnen zijn, maar in de statuten van de IFRS Foundation staat dat de voorzitter wél over zo'n achtergrond zou moeten beschikken. Dat men daarvan afgeweken is, kan ik Hoogervorst niet kwalijk nemen, dat neem ik de Trustees kwalijk. Dat heeft het gevolg gehad dat de IASB nu een politieke voorzitter heeft, iemand die de hele wereld afreist om het draagvlak voor de IFRS Foundation te vergroten. Dat is niet volgens plan: zo'n rol zou de voorzitter van de trustees op zich nemen, terwijl de voorzitter van de IASB dan in de luwte zijn vakinhoudelijke werk kon doen. Nu wordt die laatste rol vervult door IASB-vice-voorzitter Ian Mackintosh. De governance van de IASB is er hierdoor niet helderder op geworden.”

Bizarre uitspraken

Maar hoe functioneert Hoogervorst?

“Ik gun hem vooralsnog het voordeel van de twijfel. Maar zijn start was niet smetteloos. Hij heeft natuurlijk bizarre uitspraken gedaan toen hij juli 2011 de Europese Commissie opriep IFRS 9 snel te accepteren. Volgens IFRS 9 is het mogelijk assets te herclassificeren van available for sale naar amortized costs. Toen speelde ook de problematiek rond de Griekse schulden en Hoogervorst gaf als argument om IFRS 9 snel te accepteren dat daarmee de Europese banken snel wat lucht konden krijgen ten aanzien van de Griekse staatsobligaties.”

Op de Britse site AccountancyAge.com werd als reactie gegeven: ‘Who needs accounting principles? Obviously not the head of the IASB.’

“De uitspraken hebben in ieder geval verwarring gecreërd. En ik denk niet dat ze de acceptatie van IFRS in de Verenigde Staten hebben versneld. Vervolgens schreef Hoogervorst in augustus 2011 een brief aan de European Securities and Markets Authority (ESMA) om zijn beklag te doen over de wijze waarop Europese banken hun Griekse schuldpapieren afwaardeerden. Dat was duidelijk een eenmansactie en ook duidelijk een politieke actie. Maar ook een actie zonder precedent, want hij zette daarmee de Europese banken apart, terwijl IFRS een wereldwijde standaard is en deze kwestie ook wereldwijd speelt. Hiermee wordt weer de indruk gewekt dat de IASB vooral een Europese organisatie is en zich vooral richt op Europa.”

Governance-probleem

Had Hoogervorst niet gelijk met zijn opmerkingen over de afwaarderingen?

“Dat kan heel goed het geval zijn, maar dat is niet de kern van de zaak. De kern is dat de verslaggevingsstandaarden van IFRS worden ontworpen door een organisatie met een governance-probleem. De perikelen rondom mark-to-market in oktober 2008 waren daar exemplarisch voor, de kwestie rond de afwaarderingen van Griekse schulden is dat wederom. De IASB mist het gezag om zich te weer te stellen tegen druk van partijen die aan verslaggevingsstandaarden andere eisen stellen dan alleen informatieverschaffing. Daarom moeten de kapitaalverschaffers, de partijen die het meeste belang hebben bij IFRS, een voorname rol krijgen in het toe zicht op de IFRS Foundation.”

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.