Magazine

Akoepedie voor auditors?

Het auditvak moet zich serieus bezinnen op de toekomst. Een handreiking in zes stellingen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Kor Mollema

Zes stellingen voor een gezond accountantsberoep

Akoepedie laat zich vertalen met ‘dovenhulp’. Daarbij kan men denken aan echte doofheid. Maar ook aan zogenoemde Oost-Indische doofheid, die meer tussen de oren zit. In de loop van de jaren is veel geschreven over de verwachtingskloof. Maar nooit las ik ergens een concreet stappenplan om de kloof in vijf jaar te dichten. Wel is door allerlei regelgeving de verwachting ten aanzien van de rol van auditors opgeschroefd. Wordt hier de parallel zichtbaar met medicijnmannen, die zich beijveren in de stijl van regendansen, maar zich niet bekommeren om het feit dat de regen uitblijft?

Ik wil naar de toekomst kijken aan de hand van zes stellingen.

1. Meer voorschriften geven het auditvak eventjes meer gewicht maar dragen niet bij aan effectiviteit

Zo'n tien jaar geleden was ik onder de indruk van de strengheid van de Amerikaanse boekhoudregels US GAAP. Kort daarop kwamen de eerste beursschandalen en bleek dat sommige strenge bepalingen juridisch zo waren opgerekt, dat ze naar de geest ten grave waren gedragen. In plaats van te constateren dat beurstoezicht en accountantsberoep schromelijk waren tekortgeschoten en alle maatregelen daarop te richten, werden de regels aangescherpt.

De Sarbanes-Oxley Act deed zijn invloed over de hele wereld gelden. En in zijn kielzog kreeg Nederland de code Tabaksblat. Bank- en beurstoezicht steunen in hoge mate op accountantscontrole.

Maar hoe effectief is dat instrument? Is dat ooit gemeten? Het auditvak in brede zin doet te weinig onderzoek naar eigen effectiviteit. De aarzeling daartoe valt te begrijpen. Er zijn veel commerciële belangen gemoeid met het in stand houden van het bestaande. Maar hetzelfde geldt voor de geneeskunde. Toch is onderzoek naar de effectiviteit van geneeswijzen en -middelen daar goede praktijk.

2.Belangrijk is het auditobject en de manier waarop dat wordt onderzocht

Sinds het ontstaan van het accountantsberoep heeft de automatisering een enorme vlucht genomen en is zij als het ware het ‘woonhuis’ van de interne controle geworden. Logisch zou zijn geweest dat de audit zich steeds meer op de administratieve organisatie (AO), inclusief de informatietechnologie (IT), zou richten. De enige redelijke verklaring voor het uitblijven van een IT-oriëntatie is dat de zittende beroepsgroep van accountants (en het NIVRA) geen zin had in verregaande omscholing. Gevolg: Inmiddels heeft het EDP-auditberoep (IT-auditberoep) zich zonder enige wettelijke rugdekking een stevige plaats weten te veroveren. Kernvraag is: wat moet het object zijn van de controle. Het geijkte antwoord zal zijn: de financiële gegevens uitmonden in de jaarrekening. In combinatie met het gebrek aan IT-kennis noodzaakt dit tot het reconstrueren van de gehele boekhouding. Uiteraard is dit een onmogelijkheid. Dan resteert alleen nog de analytische controle, waarbij de accountant zich richt op de administratieve organisatie. Anno 2007 is die voor negentig procent verankerd in computersystemen die ook nog eens zonder menselijke tussenkomst allerlei gegevens met elkaar uitwisselen. Om de problemen nog groter te maken zien we ook nog eens de papierloze samenleving op ons afkomen. Maar het beroerdste nieuws is dat de jaarrekening als relevant document passé is. Informatiestromen worden realtime en een jaarverslag is dan als de krant van vorige week. De accountant zal zijn controle op deze dynamiek moeten aanpassen. Daarbij is het controleren van cijfertjes even onbegonnen als zinloos werk.

2. 'Audit' moet zich als één metier presenteren

Een integratie en stroomlijning van interne, externe en IT-auditplannen en -methodologie en vervolgens met die van risk managementplannen is zeer gewenst. Beide doen onderzoek naar dezelfde objecten en rapporteren aan dezelfde lagen van management en bestuur. Het management kan de aanbevelingen vanuit risk management en audit alleen effectief opvolgen als deze met één mond spreken en duidelijk maken welke verbetering precies onder wiens verantwoordelijkheid gewenst is.

4. Verwachtingskloof kan snelst worden verkleind door verlagen pretentie en aanreiken alternatieven

Door de nieuwe corporate governance-regelgeving zijn de verwachtingen die aan audit worden gesteld hoger dan ooit tevoren. De auditprofessie staat dus voor de immense uitdaging niet alleen waar te gaan maken wat ze in het verleden aan verwachtingen wekte, maar daar nog een flinke schep bovenop te doen. Is dat onmogelijk? Nee, maar het vereist wel een attitudeverandering. Om te beginnen moet de pretentie naar beneden worden bijgesteld. Dat begint bij de accountantsverklaring, die veel mooie frasen bevat maar niet als helder wordt ervaren. Minstens zo belangrijk is de erkenning dat datagerichte controle vanuit een eindbalans passé is. De moderne audit dient zich te richten op: De kwaliteit van de administratieve organisatie (zoals grotendeels verankerd in de automatisering), de bedrijfsrisico's en de mate waarin deze worden beheerst (zowel productinhoudelijk als operationeel), de druk die uitgaat van managementbeloningssystemen om de resultaten te beïnvloeden, de integriteit van het management, en de wijze waarop het spel van corporate governance in de onderneming verloopt (biedt het auditcomité tegenspel tegen het management, staat interne audit niet te veel onder druk van de ceo?, etc.). Ten behoeve van dit verbeterd auditmodel voor de toekomst zijn verschillende soorten auditors nodig. De basisauditor, tevens lead-auditor, geeft de audit daadwerkelijk vorm. Daarnaast zijn gespecialiseerde auditors nodig zoals accountants en juristen met een grote kennis van internationale accounting principles; IT-auditors gespecialiseerd in ERP, internetapplicaties en grote computersystemen; interne auditors (waaronder actuarissen) gespecialiseerd in logistiek en complexe producten; en juridisch onderlegde compliance-auditors. Dat hieraan een complex omscholingstraject hangt, behoeft geen betoog.

5.Basis voor echte toekomst ligt in objectief onderzoek naar toegevoegde waarde van het beroep

Onderzoek naar eigen effectiviteit is een eerste stap naar nog nuttiger onderzoek, namelijk naar (toekomstige) toegevoegde waarde. Dat vergt meer moed, omdat de premisse van wettelijke en regulaire bescherming hier moet worden losgelaten. Uitgangspunt is de vraag wat de toegevoegde waarde van audit kan zijn juist zonder deze protectie, die immers zeker niet gegarandeerd blijvend is. Waarom zou trouwens de druk om te laten auditen moeten komen vanuit wettelijke of regulerende hoek? Evengoed is denkbaar dat de onderneming zich vrijwillig laat raten op een aantal gebieden, met als beloning goedkopere cost of capital. De voordelen daarvan zijn in elk geval dat het auditvak zich blijvend moet concentreren op de kwaliteit van zijn assurance-diensten.

6. Neem kortetermijnpijn voor lief ten behoeve van de toekomst

Kleine hoorapparaten kunnen in dovemansoren grote wonderen verichten. Hoewel ik helaas ruime ervaring heb met vergeefse pleidooien, wil ik het voorgaande toch aanreiken als een klein hoorapparaat voor de auditprofessie.

Tegen de gevestigde beroepsgenoten en de beroepsorganisaties wil ik kwijt dat het werken aan toevoeging van waarde op termijn de enige goede drijfveer is voor een succesvolle toekomst. De pijn die dat op korte termijn kan opleveren op het gebied van attitudeverandering en omscholing, moeten we maar voor lief nemen.

De complete tekst van de afscheidsrede staat op Accountant.nl (nieuwsbericht 21 januari 2008).

Kor Mollema

Kornelis Mollema is registeraccountant en register EDP-auditor. Hij begon zijn carrière in publieke accountancy en EDP-audit en ging daarna werken in de financiële industrie. Bij de start van Fortis werd hij concerncontroller en later general auditor van dit financiële conglomeraat. In 1990 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit en in 2000 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Kor was actief in de beide beroepsorganisaties NIVRA en NOREA, van de laatste voorzitter van 1996 tot 2000. Hij schreef een aantal boeken en veel artikelen.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.