Magazine

Kappen in het regelwoud

Regelgeving is in de ogen van ondernemers vaak hinderlijk, belemmerend en ‘onnodig’. Borrelpraat, terechte zorgen of iets er tussenin? De visie van Leo Stevens, voorzitter van een commissie die onnodige regelgeving moet tegengaan.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Willem Verhoog

“Regels moeten regelen, iets in goede banen leiden en niet belemmeren. Iemand die moet handhaven, moet uitgaan van de geest van de regel, niet van de letter. Het wordt hoog tijd dat ondernemende bonafide ondernemers niet langer worden gesmoord in een dicht web van regeltjes en meestal verbodsbepalingen. Creativiteit en innovatiekracht zijn nu broodnodig. Het huidige beleid waarin regels fungeren als stoplichten moet worden vervangen door de dynamiek van een rotondesysteem. Verkeer moet doorstromen.”

Aan het woord is Leo Stevens, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Stevens is voorzitter van een door Economische Zaken en Financiën ingestelde en naar hem genoemde commissie, die zich tot december 2006 zal bezighouden met het terugdringen van ‘hinderlijke regels’. De commissie heeft de opdracht gevraagd en ongevraagd aan het kabinet te adviseren en ook om concrete aanbevelingen te doen voor vereenvoudiging en afschaffing van onnodige regels. In juni 2005 overhandigde Stevens de eerste verkenningsnota Te druk met regels aan minister Gerrit Zalm van Financiën.

Hebben we te veel nodeloze regelgeving?

“Dat vind ik wel, ja. Allerlei sectoren binnen de overheidsdienst stapelen nieuwe regels op al bestaande regels. Bewindslieden en parlement denken dat zij productief zijn geweest als ze veel regelgeving op hun naam hebben staan. Maar veel nieuwe wetsvoorstellen zijn in de praktijk beperkt uitvoerbaar, vaak weinig effectief en leiden veelal eerder tot stremmingen dan tot flexibiliteit. En het ergste is: de meeste mensen weten dat ook op voorhand. We moeten terug naar de regels die we echt nodig hebben en alle wildgroei te lijf gaan.”

Smeerolie

In de VS zien we een dicht woud van regels, omdat iedereen zich wil indekken.

“En waar leidt dat toe? Zitten we te wachten op een Amerikaanse claim- en afrekencultuur? Veel regels worden trouwens vooral geschreven om de risico’s van uitvoeringsinstanties en bestuurders tot een minimum te beperken. Niet de hoeveelheid regels is belangrijk, maar de kwaliteit. Wat wil je ermee bereiken? Die vraag moet centraal staan. Kun je het doel ook op een andere manier bereiken? Kies dan de meest praktische benadering.

Regels moeten hun plaats kennen: ze moeten werken als smeerolie voor de bonafide ondernemer en als blokkade voor diens malafide tegenhanger. Als een controlerende instantie een ondernemer bezoekt en al snel tot de conclusie komt dat deze ondernemer zijn zaken op orde heeft, moet deze ook verder met rust worden gelaten. Besteed je tijd beter. Maakt iemand er een janboel van, dan moet je hem stevig aanpakken. Je moet, net als een goed huisvader, als een begeleidende opvoeder optreden en niet als een rigide deurwaarder.”

Emotionele kwestie

“Het doodgooien met regels is overigens niet het alleenvertoningsrecht van de overheid”, stelt Stevens. “Ook het management van ondernemingen kent zijn regelzuchtige perioden. En op de universiteit moet ik ook vaak knokken tegen starre interne instanties die deneiging hebben de student in te weven in eenweb van regels. Durf nu eens bepaalde dingenniet te regelen. Je kunt namelijk niet alles in regels vangen. Behandel ondernemers niet als kleine kinderen, maar schenk ze vertrouwen. Ga niet op een druk tijdstip controleren met machtsvertoon. Dat werkt averechts.

Er is een interdepartementale directie in het leven geroepen om administratieve lastenverlichting te bereiken met 25 procent minder regels. Dat is een rationele, boekhoudkundige exercitie. Maar regeldruk is vooral een emotionele kwestie. We hebben het gezien met het referendum voor de Europese grondwet. Rationeel zou de meerderheid wel ‘ja’ gezegd hebben, maar emotioneel is het ‘nee’ geworden, omdat velen de regeldrift uit Brussel en Den Haag als een verstikkende stroperigheidervaren.”

Contactpersoon

Klagen over regels lijkt ook wel eens een Pavlov-reactie bij ondernemers en bedrijven. Werkelijk alles wat riekt naar toezicht of extra regelgeving wordt onmiddellijk afgedaan met termen als ‘ambtenarij’ en ‘administratieve rompslomp’. Is dat niet wat te gemakkelijk, en weinig meer dan een populaire borreltafelmethode?

Stevens kijkt er genuanceerd tegenaan. “De klachten van ondernemers over regels zijn lang niet altijd terecht. Maar het is niet verstandig hoog van de toren te blazen dat die klachten onterecht zijn. Je moet niet als overheid direct je straatje schoonvegen, maar de hand in eigen boezem steken: je bent er kennelijk niet in geslaagd uit te leggen wat de zin van bepaalde regels is. Je moet meer oog hebben voor het communicatieve proces.

Een voorbeeld: we hebben bepleit dat elke ondernemer een contactpersoon bij de overheid krijgt bij wie hij zijn problemen kan neerleggen. Heeft hij een bepaalde vergunning nodig, laat hem dan niet langs tien of meer loketten hoeven te gaan. Geef de contactpersoon alles in handen en laat die het regelen. De reactie die je krijgt op zo’n voorstel is dat het zoveel geld kost om zo’n contactpersoon in dienst te nemen. Dat is fascinerend, omdat men de kosten van die ambtenaar kennelijk zwaarder laat wegen dan de kosten en de tijd die de ondernemer kwijt is om uiteindelijk een vergunning te krijgen.”

Accountantsverklaringen

Bij veel regelingen worden nu accountantsverklaringen geëist. Is ook die vorm van administratieve lasten rijp voor het snoeimes?

“Zeker, bij de presentatie van ons rapport hebben we voorbeelden gegeven. Als een maatschappelijke instelling in de sfeer van podiumkunsten een subsidieaanvraag moet indienen voor hooguit negenduizend euro, zijn ze soms wel drieduizend euro kwijt aan administratieve lasten, inclusief de accountantsverklaring. Dat moet je niet willen.

Je moet ook geen accountantsverklaringen gaan vragen voor zaken die de accountant ook niet kan controleren en die de overheid net zo goed zelf kan onderzoeken. Een accountantsverklaring moet niet een boterbriefje worden. De voorzitter van de NOvAA heeft zelfs openlijk verklaard dat accountants helemaal niet om dit soort werk zitten te springen. Nee, het was zijns inziens in verhouding tot wat de accountant eigenlijk wil en kan doen, zelfs ongewenst.”

IFRS

“En zo lijkt het mij ongewenst als de IFRS onverkort zouden worden doorgetrokken naar het midden- en kleinbedrijf. Die regels zijn daar helemaal niet voor geschreven. De IFRS moeten zich beperken tot die gebieden waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk beursgenoteerde fondsen. Ze moeten niet via de band van de banken of accountantsorganisaties in materiële zin van toepassing worden op het mkb. Daar maken ondernemers zich zorgen over.

Dat is wat de Wet toezicht Accountantsorganisaties betreft precies hetzelfde. Je moet voorzichtig zijn dat je de mkb-accountant niet opzadelt met zulke stringente toezichtregels dat de organisatie te zwaar wordt. Daarmee verlies je de concurrentieslag met andere accountantsorganisaties én de doelmatigheid is er niet mee gediend. Een lichtere vorm van toezicht kan veel effectiever zijn.”

Amerikaans denken

Vindt u SOX en Tabaksblat ook doorgeslagen?

“Voor het supranationale bedrijfsleven niet. Daar zijn dit soort regels nodig. Ik vind het in sommige opzichten wel wat te fijnmazig. Sommige kwesties kunnen beter wat grover worden omschreven. Je ziet er de Amerikaanse manier van denken in terug. Wie bang is voor claims, regelt alles helemaal dicht. Ik heb liever regelgeving die principegestuurd is dan regelgestuurd. Maar voor het mkb zijn dergelijke regels niet nodig en voor niet-beursgenoteerde ondernemingen ook niet. Sterker, ze werken zelfs contraproductief.”

Over administratieve lasten wordt al ruim tien jaar geklaagd. Kabinet na kabinet belooft het terug te dringen. Gaat het nu lukken?

“Ik hoop het. Ik vind wel dat alle betrokkenen die wat te klagen hebben, dat ook kenbaar moeten maken. Stil in een hoekje gaan zitten klagen, daar schiet niemand wat mee op. Als wij in de commissie tot de conclusie komen dat de klacht gefundeerd is, is het onze taak dit aan de verantwoordelijke bewindslieden te melden. Dat heb ik minister Zalm ook meteen gezegd: ‘Als het goed is, moeten jullie spijt krijgen dat deze commissie in het leven is geroepen.’”

Eén datum

“Er zijn veel regels die indringend met de desbetreffende sectoren besproken moeten worden”, vervolgt de hoogleraar. “Waarom is het nodig om gedurende het jaar steeds weer geconfronteerd te worden met nieuwe tabellen in de loonbelasting omdat er zo nodig 0,1 procent meer premie geheven moet worden? Als het moet, prima, maar doe het dan na afloop van een jaar. Voer één datum in waarop nieuwe regels van toepassing worden. Waarom zijn frequente tussentijdse aanpassingen nodig? Dat is gewoon niet meer uit te leggen.

Zorg ervoor dat bij wetswijzigingen de instanties en de burgers daadwerkelijk de tijd krijgen om zich erop in te stellen. Treed daarover in serieus overleg met het veld, zodat er in de uitvoering nog wat kan worden aangepast als dat nodig is. Zo is er nu door de wetswijziging over de VUT plotseling gedoe ontstaan over de ontslagvergoedingen. Dat had vermeden kunnen worden als men zich voor de regelgeving wat meer tijd gegund had. Er moet meer rust komen in het wetgevende proces.”

Individualisering

Hangen toenemende wet- en regelgeving niet simpelweg samen met de complexiteit van de samenleving?

“Zeker, een ingewikkelde samenleving brengt noodgedwongen een ingewikkeld belastingstelsel voort. En als je ervan uitgaat dat we leven in een zich individualiserende samenleving waarin regelgeving op maat moet worden gemaakt - en dus uitdijt - zie je conflicterende ontwikkelingen. We roepen het dus ook gedeeltelijk op. Maar je moet je ook bezinnen op de mate van individualisering, het maatwerk van regels.

In de fiscale context bijvoorbeeld hadden we ooit een heel eenvoudige aanpak: was je niet gehuwd, dan was je alleenstaand. Dat kan natuurlijk niet meer in de huidige samenleving. Nu kan iemand die samenwoont, maar niet is getrouwd of geregistreerd, naar believen kiezen voor fiscaal-partnerschap. Maar waarom? Je bent ofwel solidair in je draagkrachtbeleving, ofwel je bent solitair. Maar niet allebei, al naar gelang je voordeel ermee. Zo schiet de regelgeving door.”

Incidenten

Een andere oorzaak van groei van regelgeving is dat moeilijk wordt aanvaard dat iets anders uitpakt dan men zich had voorgesteld, constateert Stevens tot besluit. “De tegenvaller, het incident, wordt bestreden met regels: incidentregelgeving. Het is zaak tegenwicht te bieden.”

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.