Magazine

Nieuws

Zalm: ‘Discussie leningrisico’s en fair value ligt voor de hand’ - Klanten waarderen duidelijke accountantsrekening - Steun en weerstand bij IFRS-light - Notaris moet fiscus inzicht geven in geldstromen - BFT onderzoekt ‘ongeorganiseerde’ dienstverleners - Mid-tier netwerken willen bij Chinese Big Ten horen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Zalm: ‘Discussie leningrisico’s en fair value ligt voor de hand’

Volgens oud-minister van Financiën Gerrit Zalm staat het hanteren van de nominale waarde voor risicovol gebleken leningen waarin niet wordt gehandeld, op gespannen voet met het verslaggevingsuitgangspunt van fair value.

De crisis op de Amerikaanse subprime-hypothekenmarkt leidt tot steeds meer vragen over wat onder meer toezichthouders en credit rating agencies kunnen of zouden moeten doen om de risico’s rond complexe financiële derivaten eerder te signaleren. In Nederland trok oud-minister Zalm half september de aandacht door tijdens een door bankier Van Lanschot georganiseerd congres ter gelegenheid van Prinsjesdag te voorspellen dat er ook “een accountantsdebat zal losbarsten”. De financiële risico’s die zijn ontstaan, zouden accountants en toezichthouders “hoofdbrekens” gaan geven bij het weergeven van bedrijfsresultaten.

Op de vraag van Accountant.nl of hij daarmee doelde op de internationale verslaggevingsrichtlijn IAS 39 (financiële instrumenten) antwoordt Zalm: “Mijn opmerking had niet betrekking op een specifieke richtlijn maar op het fair value uitgangspunt in combinatie met de principle based approach. Als een instelling - vanwege een drastisch veranderde risicoperceptie - een lening die nu op de balans staat nooit meer tegen dezelfde voorwaarden zou willen verstrekken, dan is het de vraag of er geen herwaardering van de waarde van zo’n lening zou moeten plaatsvinden. Voor activa waarin wordt gehandeld, vindt automatisch een afwaardering plaats. De discussie die ik verwacht gaat er om of je voor vergelijkbare assets waar niet in wordt gehandeld, de nominale waarde kunt blijven hanteren. De rules zeggen dat het mag - zolang er geen betalingsachterstanden zijn - maar het staat wel op gespannen voet met het overarching principle van fair value. Voor de goede orde: ik beschouw mezelf niet als een IFRS-expert, maar zo’n discussie lijkt me voor de hand te liggen.” (Zie ook pagina 14.)

ING wil Ernst & Young als enige huisaccountant

ING Group zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 2008 Ernst & Young voordragen als enige accountant. Sinds het ontstaan van de ING Group in 1991 uit een fusie van verzekeraar Nationale-Nederlanden en de NMB Postbank Groep, maakt de bankverzekeraar gebruik van twee accountantskantoren: Ernst & Young en KPMG. Met de beslissing om de externe controle nu toe te wijzen aan één accountant hoopt ING de efficiency van de accountantscontrole te verhogen en de kosten te verlagen. De jaarrekening 2007 wordt nog samen met KPMG gecontroleerd.

Dertien kantoren wel, vier geen OOB-vergunning

Vier accountantskantoren die een OOB-vergunning hebben aangevraagd, hebben die niet gekregen van de AFM. Dertien anderen kregen wel de vergunning, die noodzakelijk is om de wettelijke controle uit te voeren bij Organisaties van Openbaar Belang, zoals beursfondsen. Volgens een algemene toelichting van de AFM vertoonden alle aanvragers aanvankelijk tekortkomingen. De AFM telde vier soorten euvels: onvoldoende kwaliteitsbeheersing, onvoldoende borging van de onafhankelijkheid van de accountant, tekortschietende uitwerking van de compliance functie en te weinig beschikbare IFRS-kennis.

Dertien aanvragers hadden een dusdanig verbeterplan opgesteld dat hun aanvragen nu zijn toegekend. Zie ook pagina 38.

Administratie ministeries VS ‘ongeorganiseerd’

Het Amerikaanse ministerie van Defensie en het ministerie van Homeland Security voldoen volgens externe auditors niet aan de meest basale verslaggevingsstandaarden. Daardoor zijn ze kwetsbaar voor verspilling, fraude en misbruik, aldus een verslag van Associated Press said. De financiële administratie van de twee ministeries is zo ongeorganiseerd en inconsistent dat een volledige audit zelfs onmogelijk is.

De Amerikaanse regering past sinds 1996 verplichte audits toe voor overheidsorganisaties, om te waarborgen dat ze voldoen aan de Amerikaanse verslaggevingsregels US GAAP. De desbetreffende overheidsorganisaties zijn verplicht de resultaten naar buiten te brengen.

Klanten waarderen duidelijke accountantsrekening

Het jaarlijkse onderzoek van Incompany naar de klanttevredenheid van zakelijke dienstverleners geeft aan dat dit jaar vooral aspecten van transparantie belangrijk zijn. Klanten van accountants- en belastingadvieskantoren waarderen vooral de ‘helderheid van facturering’ flink hoger dan in de afgelopen jaren (gemiddeld 0,37 punt hoger). Daarnaast wordt de ‘eerlijkheid van facturering’ (+ 0,19 gemiddeld) positief gewaardeerd.

Tevens signaleert Incompany dat klanten momenteel vooral letten op de prijs-kwaliteitverhouding van hun accountants- of belastingadvieskantoor. Over de gehele linie scoort de branche met een gemiddeld rapportcijfer van 6,83 exact hetzelfde als vorig jaar.

De belastingadviseurs van Loyens & Loeff staan op de eerste plaats met een 7,33, gevolgd door de GIBO Groep, A&A Groep en Meeuwsen Ten Hoopen. Het eerste big four-kantoor vinden we terug op plaats 5: Deloitte met een 7. Daarna volgen BDO, KPMG, PwC, ABAB en LTB. Ernst & Young valt met een 6,80 net buiten de top 10 op de elfde plaats.

Jean Frijns: ‘Meer doen aan signaleringsfunctie’

“De accountant heeft een verantwoordelijkheid die verder gaat dan alleen zijn controlerende taak”, vindt Jean Frijns. De oud-directeur van ABP Investments en huidig voorzitter van de Monitoring Commissie code Tabaksblat pleit voor een brede taakopvatting, waarin naast de controlerende functie ook de signaleringsfunctie duidelijker naar voren komt. Frijns constateert dat ook het maatschappelijk verkeer deze rol verwacht, maar vreest desondanks dat de smalle beroepsopvatting het gaat winnen.

Frijns deed zijn uitspraken op 28 september 2007 tijdens de jaarlijkse Nordemann-lezing aan de Universiteit van Amsterdam. Frijns waarschuwde voor een te grote formalisering van het accountantswerk. De nadruk op verantwoording en aansprakelijkheid, waarin alleen wordt gecontroleerd wat te controleren is, versterkt dit formalisme. Gekoppeld met een toezichtssysteem dat meer en meer rule based wordt ingericht, betekent dit volgens Frijns dat de accountant dan inzicht mist in de financiële, strategische en integriteit risico’s van een bedrijf. (RH)

Steun en weerstand bij IFRS-light

Volgens het NIVRA leidt de invoering van de aangepaste boekhoudnormen voor niet-beursgenoteerde ondernemingen tot voordelen voor zowel bedrijven als investeerders. Jaarrekeningen kunnen dankzij een uniforme norm voor verslaggeving beter worden vergeleken, ook buiten de beurs. Ondernemingen met buitenlandse deelnemingen hebben voortaan één gemeenschappelijke boekhoudtaal. Bij werkgeversvereniging VNO-NCW ontmoet IFRS SME echter weinig enthousiasme. “Een heel ongelukkig voorstel”, vindt Martin Noordzij, secretaris Economische Zaken. “IFRS is geschreven voor beursfondsen. Daar hebben aandeelhouders geen andere informatie dan de vele toelichtingen die IFRS verplicht stelt. Bij niet-beursgenoteerde ondernemingen hebben de belanghebbenden echter voldoende toegang tot bedrijfsinformatie. Daar is de vraag naar toelichtingen zoals IFRS SME voorschrijft dan ook veel kleiner. Het tweede nadeel is dat het kostenverhogend werkt. Dat past niet in een tijd dat gezocht wordt naar verlichting van de administratieve lasten.”

Ruud Vergoossen, hoogleraar externe verslaggeving aan Nyenrode, toonde zich in zijn inaugurele rede op 1 oktober 2007 tegenstander van het verplichtende karakter van IFRS SME. Hij is het oneens met de argumenten die het NIVRA aanvoert. “Veel bedrijven in het mkb zijn helemaal niet internationaal bezig. De grote groep moet lijden voor de bedrijven die wel internationaal gaan. Laat het initiatief maar aan banken en beleggers over. Zij kunnen eisen van bedrijven dat de boeken worden opgemaakt volgens de IFRS-normen. Want die normen op zich, daar ben ik helemaal niet tegen.” Volgens het NIVRA zaait de toevoeging Small- en Medium-sized Entities verwarring, vooral door de term small. De beroepsorganisatie dringt er bij de IASB op aan om kleine ondernemingen met slechts één directeur-grootaandeelhouder te vrijwaren van IFRS SME.

Notaris moet fiscus inzicht geven in geldstromen

Het kabinet werkt aan een voorstel om de Wet op het notarisambt te wijzigen, zodat notarissen voortaan verplicht zijn de Belastingdienst informatie te verstrekken over geldstromen die via hun ‘derdenrekening’ lopen. Dat heeft minister Bos van Financiën begin deze maand geantwoord op kamervragen. Bij de belastingheffing loopt het spoor van geldstromen dood op dienstverleners met een verschoningsrecht.

De fiscus wil van de notaris horen naar wie of welke bankrekeningen de geldstromen van een bepaalde transactie gaan. De fiscus claimt geen inzicht in de gehele zogenoemde ‘derdenrekening’, waarover de geldstromen bij onder meer vastgoedtransacties lopen. Wel wil de Belastingdienst van bepaalde transacties weten naar welke persoon en/ of bankrekening de geldstroom precies toe gaat.

De inlichtingenplicht geldt alleen voor notarissen en voorlopig alleen tegenover de fiscus. Wel zal ‘worden bezien of ook het Openbaar Ministerie in voorkomende gevallen op een gelijke wijze van informatie kan worden voorzien’, aldus Bos. Accountants hebben geen verschoningsrecht. Volgens Financiën verandert er voor hen voorlopig niets. De aandacht richt zich alleen op notarissen, omdat tachtig procent van de geldstromen waar de fiscus belangstelling voor heeft, loopt via hun cliënten. (LvA)

BFT onderzoekt ‘ongeorganiseerde’ dienstverleners

Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) in Utrecht is onlangs begonnen met een onderzoek naar de naleving van de Wet identificatie bij dienstverlening (WID) en de Wet Melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) bij ‘ongeorganiseerde’ zakelijke dienstverleners in Zeeland.

Het BFT is belast met het financieel toezicht op notarissen en gerechtsdeurwaarders. Verder ziet het bureau toe op de naleving van de genoemde wetten bij notarissen, advocaten en belastingadviseurs. Het bureau heeft eerder ook accountants onder de loep genomen. Uit die onderzoeken bleek dat registeraccountants die bij NIVRA of SRA zijn aangesloten hun zaakjes “nadrukkelijk beter voor elkaar hadden dan de ongeorganiseerden”, zegt BFT-directeur Folkert Winkel, zelf registeraccountant.

Onder die ongeorganiseerden vallen bijvoorbeeld administratiekantoren, fiscaal adviseurs en bedrijfseconomisch adviseurs. “Dat wil overigens niet zeggen dat bij accountants alles in orde is”, stelt Winkel. “Naleving van de wet- en regelgeving op dit punt blijkt ook daar nog steeds voor verbetering vatbaar.” Het bureau heeft met de SRA en het College Toetsing Kwaliteit afgesproken dat bij peer reviews wordt gecontroleerd in hoeverre accountants de WID en de Wet MOT naleven. Bij ‘ongeorganiseerde’ dienstverleners ontbreekt die controle vaak. In het verleden is duidelijk geworden dat zij te weinig wisten van beide wetten en zich niet altijd hielden aan de voorschriften. Hoe dat nu is, kan Winkel nog niet zeggen. Het onderzoek in Zeeland zal volgens hem “ongetwijfeld” navolging krijgen in de rest van Nederland.

Rinnooy Kan invloedrijkste Nederlander

SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan (58), tevens lid van de raad van advies van het NIVRA, is de invloedrijkste
Nederlander. Althans, volgens de tweede Volkskrant Top 200, die is gebaseerd op een netwerkanalyse van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Bouwend Nederland-voorman en CDA-prominent Elco Brinkman eindigt dit jaar als tweede, Shell-topman Jeroen van der Veer op nummer drie.

In een interview met de Volkskrant relativeert Rinnooy Kan zijn nummer één positie. “Als je in een meting veel gewicht toekent aan de rol van instituties, dan is het ook weer niet zo verrassend dat de voorzitter van een van die instituties er goed uitkomt. (…) De grote vraag is of de achterliggende opvatting dat je door overlappende bestuursfuncties of veel gezamenlijke vergaderingen aan invloed wint, nog steeds zo’n krachtig uitgangspunt is als destijds met de Tweehonderd van Mertens.”

Rinnooy Kan: ‘Actiever rol overheid bij ABN AMRO’

In hetzelfde interview relativeert Rinnooy Kan de vermeende uitverkoop van Nederland. Wel bepleit hij in speciale gevallen een steviger overheidsrol. “Het is achteraf altijd makkelijk praten, maar de centrale vraag is of de politiek bij de mislukte fusiegesprekken tussen ABN AMRO en ING niet een wat actievere rol had moeten spelen, in een poging een oplossing te bedenken die een grote Nederlandse financiële speler had gecreëerd die in Nederland actief had kunnen blijven. Het is er niet van gekomen, en dat vraagt om een herbezinning in de top van de politiek over de mate waarin die rol toch gespeeld zou moeten worden. (…) Overal om je heen zie je andere landen het wél doen. Dan kan het niet gaan om een dwingende interventie. Maar er is ook zoiets als enige morele druk.”

Mid-tier netwerken willen bij Chinese Big Ten horen

Sommige internationale mid-tier accountantsnetwerken en hun Chinese vertegenwoordigingen zien het streven van de Chinese regering om binnen tien jaar tien grote nationale accountantsfirma’s op zetten - en aldus minder afhankelijk te zijn van de buitenlandse big four - vooral als een kans om zelf te groeien op die markt. Dat blijkt uit een artikel in International Accounting Bulletin (IAB). Het ambitieuze Chinese plan om een eigen
Big Ten te formeren, getiteld bigger, stronger, self-reliant, werd vorig jaar bekendgemaakt in een paper van het Chinese Institute of Certified Public Accountants.

Topman Geoff Barnes van Baker Tilly International zegt in IAB het Chinese overheidsbeleid te steunen. Er worden al besprekingen op ‘hoog niveau’ gevoerd tussen senior partners ter plekke en Chinese officials. Ook Horwarth International werkt samen met de Chinese overheid om zijn representative firm aldaar te helpen ‘nationaliseren’ en ‘globaliseren’, vertelt topman Frank Arford.

Lehman-brown, de Chinese vertegenwoordiger van MSI Legal & Accounting Network Worldwide, wil eveneens deel gaan uitmaken van de groep van tien. Grant Thornton International waarschuwt dat het naïef is te geloven dat alleen internationale netwerken deel zullen uitmaken van de beoogde Big Ten. Volgens Stephen Weatherseed, hoofd van de China Group van dat kantoor, zijn ook Chinese accountantsfirma’s in staat om uit te groeien tot mondiale netwerken. Weatherseed vertelt dat Grant Thornton er naar streeft zijn diverse Chinese kantoren te laten fuseren met de member firm in Hongkong, teneinde één grote Chinese firma te creëren.

Groei PwC, E&Y en Deloitte

PricewaterhouseCoopers behaalde in Nederland in boekjaar 2006/2007 een omzetgroei van 10,5 procent naar € 723,3 miljoen, de hoogste groei in vijf jaar. Het nettoresultaat steeg met 19,6 procent naar € 112,5 miljoen en het toaal aantal medewerkers met 173 naar 4.341.De assurance-omzet steeg met 9,9 procent naar € 404,8 miljoen, die van de Tax & Human Resource servicespraktijk met 9,2 procent tot € 236,5 miljoen. De adviespraktijk boekte de stevigste groei: met 15,9 procent van € 75,2 miljoen naar € 87,1 miljoen.

De omzet van Ernst & Young Nederland steeg afgelopen boekjaar met 4,6 procent tot € 672,2 miljoen. Het nettoresultaat groeide: van € 148,2 miljoen naar € 161 miljoen. De gemiddelde bezetting in fte’s nam met 138 toe tot 4.340. De accountancyomzet groeide het hardst, met 6,1 procent naar € 422,4 miljoen. De belastingpoot realiseerde een omzetstijging van 3,2 procent tot € 203,9 miljoen. En bij Transaction Advisory Services stegen de inkomsten met 4,6 procent naar € 27,3 miljoen.

Deloitte behaalde in 2006-2007 een netto-omzet van € 747,7 miljoen, 7,2 procent meer dan vorig boekjaar. De winst voor belastingen steeg met € 18,2 miljoen naar € 120,7 miljoen. Financial Advisory Services groeide met 47,1 procent relatief het sterkst. De accountancy-omzet steeg met 5,6 procent, die van belastingadvies met 4,9 procent.

Gert Greveling overleden

In zijn woonplaats Warmond is Gert Greveling overleden. Greveling, ex-vennoot van Deloitte, was tot 2001 lid van de redactieraad van ‘de Accountant’. Enkele jaren geleden staakte hij zijn accountantscarrière om een eigen theaterprogramma te starten. In 2004 publiceerde hij samen met Brenda Westra het opvallende boek ‘Onhullingen over accountants’. Daarnaast vervulde Greveling vele maatschappelijk functies, waarvoor hij eerder dit jaar een koninklijke onderscheiding ontving. Enkele jaren geleden werd bij hem darmkanker geconstateerd. Gert Greveling werd 59 jaar.

Sapperdeflap!

Ooit, in de gloriedagen van softwarehuis BSO, haalde Eckart Wintzen alle kranten en het NOS Journaal met zijn spraakmakende Kinderjaarverslag, waarin hij als ‘Baas van BSO’ het voorwoord schreef. Dat konden kinderen ten minste snappen. Directeur, dat lukte ook nog wel. Tegenwoordig heet de baas, als het meezit, voorzitter van de raad van bestuur. Maar ja, we gaan allemaal global, dus moest het ook hier ceo worden.

Met die chief executive officer hield het ronkend titelgebruik echter zeker niet op. De man met de portemonnee heet overal cfo, het vroegere hoofd van de huisbibliotheek is de cko of cio. Chief information officer, dat klinkt als een functie die je kunt verkrijgen als je in het Pentagon werkzaam bent. Maar het is iets met computers. Chief operations officer heeft ook zo’n bijna militaire klank. Iets als ‘special ops’: stoere mannen die jongens als kanonnenvlees het slagveld op sturen. In de kantoorjungle zorgen ze vooral voor potloden en perforators.

Iedereen van de hoogste etage is zo inmiddels chief officer van het een of ander. In internationale organisaties wordt graag over ‘cxo’s’ gesproken: de soortnaam voor alle bewoners van de boardroom bij elkaar. Maar het kan nog gekker. Deloitte heeft sinds kort een nieuwe raad van bestuur, aldus het persbericht van 26 september. Naast ceo Roger Dassen (baas) is Cees de Boer nu cfo en coo tegelijk (portemonnee en perforator). Dat snappen we nog wel. Maar dan wordt het lastig. Bestuurslid Jan Dalhuisen kon niet achterblijven en is nu ccmo: chief clients & markets officer. Hij zorgt voor de klanten. En fiscalist Jorrit Volkers mag zich vanaf heden cppo noemen: chief partner & people officer. Het ronkt zo ongeveer van het kersverse visitekaartje af, maar hij heeft in ieder geval de zorg over al die mensen van Deloitte. Mooie baan, maar toch hebben we een beetje medelijden met Jorrit. Het kan immers niet anders dan dat hij in de wandelgangen bekend zal worden als de Pipo van Deloitte. Sapperdeflap, dat moet ik de Dikke Deur vertellen! (MS)
Uit ‘Lekker werken’ op Accountant.nl.

UK: meer inkomen uit audit, minder uit non-audit

Recent onderzoek door het Britse Accountancy Magazine laat zien dat de big four een steeds hoger percentage inkomsten uit auditwerkzaamheden behalen. Het onderzoek bekijkt de verdiensten bij de controle- en advieswerkzaamheden bij de honderd grootste aan de Londense beursgenoteerde bedrijven (FTSE 100). De inkomsten uit auditwerk stegen van 338 miljoen Britse ponden in 2006 naar 398 miljoen in 2007.

Accountancy Magazine verklaart de stijging met name uit een verhoging van werkzaamheden rond de implementatie van de Sarbanes-Oxley Act, en in mindere mate uit de overgang naar IFRS. Tevens wordt een consultancyrapport uit 2006 aangehaald waarin voorzichtig werd geconcludeerd dat het gebrek aan concurrentie in de Engelse controlemarkt mogelijk een stijging van de controlekosten bij bedrijven kan veroorzaken.

De big four-inkomsten uit non-auditwerkzaamheden daalden het afgelopen jaar van 322 naar 308 miljoen pond. Bedrijven in Engeland moeten sinds 2005 openbaar maken welke bedragen zij uitgeven aan de verschillende accountantswerkzaamheden. Hoewel de categorisering niet altijd even helder is, geven de cijfers volgens Accountancy Magazine een goed totaalbeeld.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.