Magazine

Dromen zijn bedrog

In het bedrijfsleven 'is alles beter': het salaris, de leaseauto en zelfs de werkweek. En dus hunkeren jonge accountants naar het bedrijfsleven. Maar het beeld klopt niet. En sommigen overschatten hun eigen mogelijkheden.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel als pdf

Steeds meer jonge registeraccountants kijken met grote ogen naar de banken en andere grote bedrijven. Daar kun je pas carrière maken, is het idee. Auto's van de zaak, directietitels, meedoen met de business, topsalarissen. “Inderdaad”, beaamt Piet-Jan Boringa van wervings- en detacheringsbureau Alterim. “Ze hebben nogal eens al te hoge verwachtingen van het bedrijfsleven. Ik spreek regelmatig jonge accountants die willen overstappen, of dat al hebben gedaan. Je komt ze vooral tegen in de leeftijd van 25 tot veertig jaar.” Soms geven de (aspirant) overstappers zelfs ruiterlijk toe dat het ze te doen is om de uitdagingen en het inkomen die in het bedrijfsleven worden geboden. Wat lokt zijn bijvoorbeeld de traineeships van ABN AMRO, vertelt Auke Bijnsdorp van YER Campus Recruitment. “Ze hebben de verwachting dat ze daar zullen worden ingezet bij fusies en overnames.”

Walhalla

Van de salarissen kunnen ze zich vaak nog niet zo veel voorstelling maken, vervolgt Bijnsdorp. “Als ze net van de universiteit komen, hebben ze nog geen hypotheek en geen gezin. Alles is al veel geld voor ze, maar ze hebben toch in hun hoofd dat ze 35.000 euro per jaar willen verdienen. De top van de jonge accountants weet heel goed wat ze wil en wat ze waard is.” Maar van de carrières hebben ze wel verstand. Zo hebben ze in hun hoofd dat het bij een accountantskantoor toch wel erg lang duurt voordat de top eindelijk eens in zicht komt. Nee, dan het bedrijfsleven. Veel meer functies, veel meer doorgroeimogelijkheden en veel meer uitdagingen. Een echt Walhalla is het daar. Althans, dat is soms het beeld. Maar het gras is niet echt groener buiten de accountancy. Van veel hogere lonen in het bedrijfsleven is geen sprake, zo blijkt uit verschillende onderzoeken.

Salarissprongen

Hoewel het moeilijk is om de vaak zeer uiteenlopende functies in het bedrijfsleven te vergelijken met die in een accountantskantoor, wordt er wel iets duidelijk als de salarislijstjes naast elkaar liggen. ‘de Accountant’ deed dat ook dit jaar weer in het Accountancy Beloningsonderzoek en daaruit komt naar voren dat de gelouterde openbaar accountant (meer dan vijftien jaar ervaring) nauwelijks minder verdient dan zijn gemiddelde tegenhanger in het bedrijfsleven: € 119.500 euro tegenover € 124.500. En op partnerniveau liggen de bedragen bij accountantskantoren al snel (zeer) veel hoger. Met vijftien jaar ervaring verdient een openbaar accountant 121.000 euro per jaar, exclusief vakantiegeld. Daar stelt het bedrijfsleven gemiddeld vijftienduizend euro minder tegenover. Met een aantal jaren minder ervaring is de accountant financieel beter uit in het bedrijfsleven, maar daar staat weer tegenover dat de grootste salarissprongen zich voordoen bij de accountants kantoren.

Starters

En de starters? Volgens de headhunters komen die in een accountantskantoor niets te kort. “Zeker de eerste jaren zijn deze wat betreft de arbeidsvoorwaarden concurrerend ten opzichte van het bedrijfsleven”, meldt directeur Rob Vermaak van headhunter Robert Walters.

Voor het geld hoeven accountants niet weg bij een accountantskantoor, denkt ook IJsbrand Baan van het in beloning gespecialiseerde adviesbureau Hay Group. “Vergelijkend onderzoek tussen accountantskantoren en bedrijfsleven is er nauwelijks, maar ik heb nog nooit gehoord dat accountants overstappen vanwege het geld. Een volwaardige accountant verdient net zo veel als een financieel directeur in een middelgrote onderneming. Bovendien kunnen accountants behoorlijke loonsprongen maken van wel tien tot twintig procent in een jaar, meer dan in het bedrijfsleven.”

Glamour

Het wrange is dat accountants die overstappen naar het bedrijfsleven, daar vaak harder moeten werken dan in een accountantskantoor, aldus het beloningsonderzoek. Terwijl veel jonge accountants juist denken dat ze in het bedrijfsleven een rustiger leventje tegemoet gaan. De openbaar accountant draait per week ongeveer 7,2 uur overwerk. Zijn collega in het bedrijfsleven zit wekelijks anderhalf uur langer op de zaak.

Maar dan zijn er altijd nog de glamour-achtige benefits in het bedrijfsleven, zoals de auto van de zaak. Daar staan banken en andere grote bedrijven juist om bekend, zo is de gedachte bij menige jonge accountant. Helaas, ook voor die auto van de zaak kunnen ze beter naar een accountantskantoor gaan. In 79 procent van de gevallen rijdt de openbaar accountant in een auto van de zaak. In het bedrijfsleven is dat 65 procent. Ook een volledig doorbetaalde pensioenpremie en een goede onkostenvergoeding komen veel vaker voor bij een accountantskantoor. “Premievrij pensioen, een auto van de zaak, vergoeding van telefoonkosten, zelfs die van thuis, flinke bonussen, dat zijn arbeidsvoorwaarden die je in het bedrijfsleven niet zo vaak tegenkomt”, zegt Boringa.

Fata morgana

Is er in het bedrijfsleven dan niks beter? Toch wel. Accountants in business genieten ongeveer anderhalve dag meer vakantie dan hun openbare collega's. En ze zijn vaker tevreden over hun werk-privébalans.

Maar niettemin: Het is dus een fata morgana dat de materiële arbeidsvoorwaarden in het bedrijfsleven zo gunstig afsteken bij die in de accountantskantoren. Waar komt die beeldvorming dan vandaan? Misschien omdat accountants zo vaak van huis zijn en bij klanten zitten, waar het ze soms een stuk gezelliger lijkt, gissen sommige headhunters.

“Accountants zien bij sommige klanten hoe het personeel daar een goede boterham verdient tussen negen en vijf, terwijl zij zelf in de piekperiode van zeven tot negen moeten werken”, zegt Boringa.

Zelfbeeld

Daarnaast speelt ook een overspannen beeld van de eigen capaciteiten en mogelijkheden soms een rol, zo valt te beluisteren. Natuurlijk, topfuncties belonen uiteindelijk beter in de multinationals, erkennen headhunters. Maar dat niveau haalt lang niet elke accountant. “Accountants zijn sterk in hun tak van sport, maar niet in het meedenken met de bedrijfsstrategie”, zegt Boringa. “Over kostenbeheersing kunnen ze meepraten, maar voor het inschatten van marktontwikkelingen en het innemen van marktposities hebben ze te weinig ervaring.” Een leidinggevende functie is ook niet zo spannend als ze vaak denken, voegt hij daar nog aan toe. “Vind je dat ook nog leuk als je straks leiding geeft aan 55-jarigen die om vijf uur hun jas aantrekken, vraag ik wel eens. Dan zie ik de vraagtekens in de ogen van de jonge accountants. Denk dus goed na over de reden waarvoor je overstapt, want je zult ook dingen gaan missen.”

Internationale vergelijking

Nederlandse accountantskantoren betalen in internationaal perspectief niet slecht, blijkt uit onderzoek van Robert Half International. Soms betaalt het bedrijfsleven inderdaad beter, maar lang niet iedereen haalt het gevraagde niveau daar. Bovendien maakt de diversiteit in bedrijven een precieze vergelijking moeilijk.

Henk Vlaming is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.