Magazine

'Bij zo'n mooi inkomen past een zeer onafhankelijke positie'

Het gaat Hans Hoogervorst om de grote lijn. Als bestuursvoorzitter van de Autoriteit Financiële Markten en co-voorzitter van de Financial Crisis Advisory Group dook hij de afgelopen maanden diep in de details van de kredietcrisis, maar zijn conclusies zijn algemeen. "De accountant had meer vraagtekens moeten zetten", zegt hij. Over de verslaggevingsstandaarden: "Die hebben eerder geleid tot onderschatting van de verliezen dan tot overschatting."

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 9, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Hans Hoogervorst (AFM) over accountants en de kredietcrisis

Zijn beschouwing over de rol van accountants in de kredietcrisis leidde deze zomer tot opschudding. Maar AFM-bestuursvoorzitter Hans Hoogervorst wil even rechtzetten dat hij de accountant zou hebben bestempeld als belangrijke veroorzaker van de crisis, zoals zijn woorden hier en daar werden uitgelegd.

“Nee, accountants hebben geen centrale rol gespeeld, dat kan niemand volhouden. Ik zeg wel: toen accountants zagen dat de leverage van banken opliep tot dertig of veertig, hadden ze meer vraagtekens kunnen zetten. Op zo'n moment kun je toch wel beginnen met je zorgen te maken en ik vraag me ernstig af of dat voldoende is gebeurd. Ik heb niet de indruk dat men de deur heeft platgelopen bij de toezicht- houder, De Nederlandsche Bank. Ja, dat had wel gemoeten, vind ik. Dit raakt toch de hoofdvraag die een auditor zich stelt bij jaarcijfers: wat betekent dit voor de continuïteit van de onderneming?”

Attitude

Het spreekt vanzelf dat een accountant niet zo snel een going concern opinion zal afgeven aan een bank, zegt Hoogervorst, “dan is natuurlijk Leiden in last”. Maar “in de vertrouwelijke sfeer met de bedrijfsleiding en in de vertrouwelijke sfeer met de toezichthouder is heel veel mogelijk”. Niet genoeg, blijkbaar. NIVRA-voorzitter Jan Helderman reageerde op Hoogervorsts woorden met de constatering dat het driehoeksoverleg tussen toezichthouder, bank en accountant onvoldoende functioneert. “Het overleg moet vaker plaatsvinden, minder formeel zijn en meer interactief”, aldus Helderman.

“Ben ik het helemaal mee eens”, zegt Hoogervorst. Kan de toezichthouder een actieve rol spelen in het verbeteren van de overlegstructuur? Nee, dat niet. “Dit is geen kwestie van afvinken, dit is een kwestie van attitude.” En ja, dat kan de relaties met bestuurders en commissa-rissen raken. “Maar mijn antwoord daarop zou zijn dat de accountant natuurlijk niet zo goed wordt betaald om vervolgens zoete broodjes te bakken. Bij zo'n mooi inkomen past een zeer onafhankelijke positie en het nemen van verantwoordelijkheid.”

Niet procyclisch

Zelf niet in het middelpunt, maar accountants hebben wel de kern van de kredietcrisis van dichtbij mogen aanschouwen: overkreditering en het feit dat daar geen toezicht op is gehouden. Dat is de analyse van de door Hoogervorst mede voorgezeten Financial Crisis Advisory Group (FCAG), die eind 2008 werd geformeerd om de standard setters IASB en FASB te adviseren over de implicaties van de kredietcrisis voor de verslaggevingsstandaarden en voor andere toezichtsvraagstukken. De standaarden, met name die voor fair value accounting, waren immers hevig onder vuur komen te liggen, omdat ze procyclisch zouden werken.

De FCAG concludeerde in zijn in juli 2009 gepubliceerde rapportage dat dit niet het geval is geweest. Hoogervorst: “Dat wil zeggen: per saldo. Hoe je ook over fair value accounting mag denken, het staat vast dat maar een klein deel van de activa van financiële instellingen naar marktwaarde moet worden gewaardeerd, en dat er in het andere deel, gewaardeerd op historische kostprijs, nog heel veel verborgen verliezen zaten. Het totaalresultaat van de verslaggevingsregels heeft dus niet procyclisch gewerkt, in die zin dat het tot overdreven verliesnemingen heeft geleid.”

Uit de heup

Het is een belangrijke conclusie, vindt Hoogervorst, waarmee in ieder geval voor een deel de angel uit het debat over fair value moet zijn gehaald. “In deze groep zaten zowel felle voorstanders als felle tegenstanders van fair value accounting. We zijn erin geslaagd de heethoofden wat dichter bij elkaar te brengen. Aanvankelijk werd er behoorlijk vanuit de heup geschoten, maar we zijn steeds inhoudelijker gaan praten.”

Dat kostte wat tijd. “Soms deden we een discussie tot drie keer toe over, om de argumenten goed in stelling te brengen. Aangezien het allemaal verstandige mensen zijn, kom je dan uiteindelijk op grond van de inhoud toch tot elkaar. Enerzijds moest iedereen erkennen dat er bij het plots opdrogen van markten een zekere paniek en overdrijving in de prijsvorming was geslopen, waardoor ook hele goede obligatieleningen met een enorme discount werden verhandeld. Anderzijds weten we inmiddels allemaal ook dat in de grote meerderheid van de naar kostprijs gewaardeerde assets nog verborgen verliezen zaten. De slotsom dat de verslaggevingsregels in totaal in ieder geval niet procyclisch hebben gewerkt, was uiteindelijk voor iedereen onweerlegbaar.” Het totaal van de verslaggevingsregels heeft dus zelfs eerder onderschatting dan overschatting van de verliezen in de hand gewerkt, aldus Hoogervorst.

Schuldpiramide

De overkreditering is niet tijdig onderkend. “De hele economie was een schuldpiramide geworden en die moest vroeger of later instorten. In de financiële sector ging de overdreven leverage hand in hand met aanpassingen in de normen voor de vermogenspositie van banken: de toezichthouder stond meer en meer gewogen kapitaalratio's toe. Het was op een gegeven moment mogelijk dat een bank een BIS-ratio had van meer dan tien procent, terwijl het ongewogen om een ratio van 1,5 procent ging. Dan hoeft er inderdaad maar iets te gebeuren, of het eigen vermogen van zo'n bank wordt weggevaagd.” Het toezicht leunde daarnaast zwaar op de risicomodellen die de banken zelf hadden gebouwd om de wegingen te berekenen. En die klopten dus niet. Inmiddels hebben de centrale banken verenigd in het Basel Comité ook een ongewogen ratio verplicht gesteld. “Ik denk dat dat heel verstandig is”, zegt Hoogervorst, die vindt dat de crisis heel duidelijk heeft gemaakt wat het verschil is tussen de doeleinden van financiële verslaggeving en de doeleinden van prudentiële toezichthouders.

Twin Peaks-model

“Verslaggeving is neutraal en moet de waarheid aan het licht brengen, hoe slecht die ook is. De prudentiële toezichthouder waakt over de solvabiliteit van de instellingen. Daar kan op de korte termijn een belangenconflict in zitten. De crisis toont daarom ook aan waarom het scheiden van het prudentieel en het gedragstoezicht zo'n goed idee is. Toen ik in 2007 aantrad, stond ik daar nog vrij neutraal in, maar inmiddels ben ik ervan overtuigd dat dit Twin Peaks-model de beste oplossing is.”Door de scheiding van verantwoordelijkheden “komt niemand in de verleiding zijn werk niet goed te doen”, zegt Hoogervorst. Stel dat de vermogenspositie van een instelling onder druk staat en dat er tegelijkertijd een schandaal is rond beleggingsverzekeringen van deze instelling. Dan is het simpelweg de zorg van de prudentiële toezichthouder dat de bank niet omvalt, terwijl transparantie de zorg van gedragstoezicht is - de problemen moeten aan het licht komen. “Natuurlijk kun je dan meningsverschillen hebben, maar geen van beide kan de ander beletten zijn werk goed te doen. En voor de rest is het een kwestie van altijd goed overleg voeren.”

Verslaggeving banken

Hoe het gesteld is met de transparantie in de verslaggeving van banken, gaat de AFM de komende maanden beoordelen. De jaarrekeningen over 2008 zijn vastgesteld door de aandeelhoudersvergaderingen, vervolgens is dus de toezichthouder aan de beurt. “In het licht van alle discussies spreekt het vanzelf dat we nu met bijzonder veel belangstelling kijken hoe accountants bij financiële instellingen verslag doen over de financiële instrumenten”, zegt Hoogervorst. “Zeer interessant: in de FCAG hebben we het gehad over de vraag of IFRS correct ís. Nu gaat het dus over de vraag of IFRS correct wordt toegepast.” De ene ervaring zal de andere niet onberoerd laten, denkt de AFM-voorzitter. “Mijn betrokkenheid bij FCAG heef toch zijn weerslag gehad op mijn visie op verslaggeving.”

Serieus genomen

Van huis uit geen accountant - Hoogervorst studeerde geschiedenis - houdt het leren over accountancy voorlopig niet op. Maar het leerproces is wederzijds, zegt hij. “Ik denk dat de AFM en de accountants op dit moment goed met elkaar bezig zijn, maar beide partijen zitten nog in een leerproces. Hier en daar is er misschien sprake van wat onwennigheid, maar in mijn contacten met de kantoren heb ik de indruk dat het toezicht serieus wordt genomen en dat wordt erkend dat we het professioneel doen.”

Maar voor een weidse AFM-visie op de toekomst van het accountancy-vak, is het nog te vroeg, gezien de beperkte ervaringen met elkaar. Hoogervorst: “Daar zijn we nog niet aan toe, we concentreren ons eerst maar eens op het doorlopende toezicht. Maar: het denken staat nooit stil bij de AFM.” 

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.