Nieuws

'Vrijemarktfundamentalisme werkt als afpersingspraktijk'

De leer van de vrije markt is verworden tot vrijemarktfundamentalisme dat alle regulering afwijst, elke maatschappelijke samenhang negeert en in feite werkt als 'afpersingspraktijk'. Dat betoogt emeritus hoogleraar sociologie Abram de Swaan. Zowel de dreigementen van de financiële sector om bedrijfsactiviteiten te verplaatsen als de argumenten voor de beloningsuitwassen vindt hij ongeloofwaardig.

Abram de Swaan, de meest prominente Nederlandse socioloog, deed zijn uitspraken in de Thomas More lezing die hij op 17 november 2010 gaf in de Amsterdamse Rode Hoed.

De visie van De Swaan is slechts een visie. Maar wel een doordachte visie en in een financiële wereld waar clichés een fors deel van het discours bepalen op zijn minst de moeite van het lezen waard. Dat vond ook de redactie van de economensite Me Judice, die het betoog van de Swaan, getiteld 'Het financieel regime: over de gevolgen van een moderne dwaalleer', integraal plaatste.

Het vrijemarktfundamentalisme werkt volgens De Swaan in feite als afpersingspraktijk, ‘door nationale regeringen tegen elkaar uit te spelen en steeds het land op te zoeken dat de minste regelingen oplegt en de meeste speelruimte gunt om naar believen te opereren'.

Over de veronderstelde ‘enorme complexiteit van de huidige financiële producten' en de legitimering die dat zou bieden voor de enorme verdiensten van betrokkenen, is hij sceptisch.

‘Die financiële papieren zijn ingewikkeld, knap ingewikkeld zelfs, maar zo moeilijk als de spelregels van, zeg, het bridgespel, zijn ze nu ook weer niet. Aan iemand met een normaal, gezond verstand is de werking toch in een paar uur uit te leggen. Het meest complexe product dat ik ben tegengekomen, de synthetic CDS-squared, heb ik bij wijze van oefening in driehonderd woorden voor leken zoals ik verklaard.'

Denkt u niet hier te maken te hebben met een revolutionaire radicaal. De Swaan noemt zichzelf ‘een overtuigd aanhanger, maar met mate, van de vrijemarktgedachte.'

Wel plaatst hij serieuze kanttekeningen. De leer van de vrije markt is volgens De Swaan gaan woekeren en verworden tot 'marktisme': het vrijemarktfundamentalisme dat alle overheidsbemoeienis en alle regulering afwijst en dat ook elke maatschappelijke samenhang negeert.

‘Zelfs overheids- en semi-overheidsinstanties zonder winstmotief, scholen, universiteiten en ziekenhuizen niet uitgezonderd, werden hervormd volgens de beginselen van de nieuwe bestuurswetenschap, waarvoor economen de toon hadden gezet.

Op de nieuwe handelsscholen, de Business schools, werd en wordt het aankomend kader in de marktistische leer geschoold en de beste leerlingen uit de klas mogen door naar leidende functies in het bedrijfsleven. Geheel volgens het marktbeginsel worden zij gelokt met hoge salarissen en nog hogere emolumenten: de bonussen.'

Als zij het hoogst betaald worden, bewijst dat volgens het volkomen-vrije-marktdenken dat zij dus de hoogst begaafden zijn. Hier heeft de ideologie volgens De Swaan ‘haar fraaiste strik geknoopt'.

Vervolgens plaatst hij enkele tegenwerpingen bij deze en nog vier andere populaire ‘zelfrechtvaardigingen' voor de zelfverrijking in de financiële sector:

  • De nieuwe elite wordt samengesteld uit de knapste koppen die in open werving zijn geselecteerd door de beste scholen: The best and the brightest.
  • Eenmaal in functie dragen de nieuwe leiders een ontzagwekkende verantwoordelijkheid voor duizenden mensen en miljarden dollars. Daarvoor moeten zij ook navenant beloond worden.
  • De top van de financiële wereld heeft te maken met uitzonderlijk complexe producten die geen ander kan begrijpen, laat staan hanteren.
  • Zulke gigantische kapitalen gaan er in die reuzebedrijven om dat al een klein verschil in leiderschapskwaliteit honderden miljoenen uit kan maken in de beurswaarde van het bedrijf, en dat verschil komt uiteraard de leider toe.
  • Al zijn ze dan niet keurig geklasseerd op een ranglijst, geloof maar dat die topfunctionarissen de besten zijn, want ze worden in vrije werving geselecteerd uit onderling concurrerende sollicitanten.

'Hoezeer men in die kringen ook zegt te hechten aan cijfers en harde feiten, als het om de keuze van de hoofdman gaat, prefereert men pure poëzie', aldus De Swaan. ‘De leider moet 'doortastend zijn, visionair, vertrouwen uitstralen en overwicht'. De heldendichten van Homerus steken er bleekjes en pips bij af.'

De machtspositie van de grote, internationale bedrijven berust volgens hem voor een aanmerkelijk deel op dezelfde dreigementen. ‘Wanneer de regering in één land schuchter een bescheiden fiscale heffing voorstelt, of verlegen oppert om de bedrijfstak een beperking op te leggen, dan waarschuwt de bedrijfsleiding terstond dat ze van de Amsterdamse Zuid-as naar de Londense City zal verhuizen waar de regeerders niet zo brutaal zijn. Onmiddellijk valt een schare van academisch specialisten het verongelijkte bedrijf bij: 'de kip, het gouden ei!' Stamelend van schrik nemen de gezagsdragers hun woorden terug. Schaterend belt de directeur zijn evenknie van het Londens filiaal die tezelfdertijd bij de Engelse bestuurders heeft gedreigd dat hij naar Amsterdam zou gaan.'

De Swaan: 'Het is nu evident waar de marktistische waanidee toe heeft geleid. Regulering is blijkbaar onontbeerlijk en er zijn heel veel regels die tijdelijk opzij geschoven werden, maar die heel goed gewerkt hebben. Uit de laatste crisis is met wat nuchterheid en soberheid ook te leren welke nieuw regelingen er nodig zijn. Terug dus naar een nogal sterke staat en nogal krachtige sociale verbanden, in innige verstrengeling met een tamelijk vrije markt.'

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.