Opinie

Kredietcrisis: wijzer geworden?

Op 16 juni 2010 had ik het voorrecht een VERA-cursus bij te wonen over oorzaken en oplossingen van de kredietcrisis, verzorgd door Jules Muis. Na afloop was ik iets wijzer en een stuk zwaarder, want onderdeel van het lesmateriaal waren een dikke reader en dito paperback. Dit is de oorzaak dat u enige tijd niets van mij heeft gehoord.

Maar goed, ik ben er door. En ben ik er nu uit? Helaas, nee. Wel wil ik graag enige indrukken met u delen. Ik concentreer mij daarbij op de subprime crisis, aangezien die mijns inziens de eerste oorzaak is die het financiële systeem aan het wankelen heeft gebracht. Met rationeel economisch handelen heeft de kredietcrisis niets te maken. 

Om te beginnen: Alle hoofdrolspelers hadden al lang hun schaapjes op het droge, voor het geld hoefden zij het niet te doen. 

Ten tweede, niemand kan beweren dat zij niet geweten hebben wat zij deden. Reeds in 1999, toen de Clinton-administratie besloot dat Fannie Mae en Freddie Mac subprime hypotheken zouden opkopen, verscheen er een commentaar in de New York Times, dat dit bij de eerste de beste economische tegenwind tot rampen moest leiden en dat de rekening bij de belastingbetaler terecht zou komen. 

Ten derde, het is ook niet zo dat gewetenloze bankiers gedacht hebben: na ons de zondvloed, wij wentelen onze risico's af en strijken de winsten op. Want nog in 2005, toen de huizenmarkt al wankelde, stapte Merrill Lynch groot in het subprime circus om ook een graantje mee te pikken. 

Ten vierde, de grote zakenbankiers hebben willens en wetens een kaartenhuis van derivaten gebouwd bovenop de subprime hypotheken, met als gevolg dat ook zijzelf risicodrager werden. Het lijkt erop dat andere dan rationele economische motieven deze gedragingen moeten verklaren: grote ego's, er bij willen horen en de grootste willen zijn, dat soort motieven. 

De hypothese van rationeel economisch handelen als verklaringsmodel voor organisationeel gedrag kan definitief worden bijgezet in het historisch rariteitenkabinet. 

Ook een (te) grote nadruk op het creëren van aandeelhouderswaarde is niet de verklaring. Niet alleen is er uiteindelijk aandeelhouderswaarde vernietigd in plaats van gecreëerd; de ceo's keken weliswaar dagelijks op hun blackberries naar de aandelenkoersen, maar dat was meer om hun persoonlijke rangordes te bepalen respectievelijk hun angsten te onderdrukken. 

Zij kregen geen tranen in de ogen als hun organisaties verliezen incasseerden, maar als hun posities verloren dreigden te gaan. De organisaties waaraan zij leiding gaven waren het middel om hun persoonlijke grootheidswaan te dienen, in plaats van dat zij de organisatie dienden. De agency theoriemag gerust overboord. 

De subprime crisis heeft zich opgebouwd over een periode van een jaar of tien. Dat het zo lang heeft kunnen duren, en zo groot heeft kunnen worden, heeft alles te maken met een gebrek aan transparantie. Dat is geen nieuws, het is enkele jaren geleden al geroepen door Jules Muis met het oog op de waardering van derivaten in de jaarrekening. De hypothese van perfecte markten kunnen wij ondertussen wel vergeten. 

De formele verdeling van posities: organisatiebestuurder, toezichthouder, en minister (secretary) is geen geschikt aanknopingspunt om de gebeurtenissen te begrijpen. Zeker, ieder speelt zijn rol. Maar gaandeweg wordt duidelijk dat nagenoeg alle hoofdrolspelers (inclusief voormalig minister van Financiën Hank Paulson) hun verleden met zich meedragen, in het bijzonder hun verleden bij de zakenbank Goldman Sachs. 

De informele organisatie, zeg maar de pikorde van de heren onderling, is bepalend. Als het moeilijk wordt, dan worden oude banden aangehaald en zo nodig wordt van positie gewisseld. Een bewuste inspanning is nodig om al te opvallende belangenverstrengeling te vermijden. 

Er ontstaat een beeld van een klein, relatief gesloten circuit met eigen mores dat de recente geschiedenis van de financiële instituties heeft beheerst. Maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel en een gezonde reflectie op het eigen functioneren ontbreken. Corrigerende invloed van buitenaf is echter moeilijk door het technische karakter van de materie. 

Samen met de onderliggende informele organisatie werkt dit in hoge mate versluierend, waardoor de misstanden een kleine tien jaar hebben kunnen doorrotten. Men is geneigd zich af te vragen of wel de juiste mensen voor zulke verantwoordelijke posities (zowel privaat als publiek als semipubliek) zijn geselecteerd. De argumentatie voor topbeloningen: nodig om talent aan te trekken, komt wel in een ander licht te staan. 

Mij dunkt dat de traditionele economische en organisatiewetenschappen niet het juiste kader bieden om deze problematiek te analyseren, wat toch noodzakelijk is om zinnige oplossingen te formuleren. Het zoeken is naar een passend begrippenkader. Ergens in de sociale en/of politieke wetenschappen zou ik zeggen. Of in de psychiatrie.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Joop Anemaet is directeur van Menon Consultants en externe compliance officer bij enkele mkb-accountantskantoren.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.