Opinie

Toekomst Accountancysector

In november 2018 sprak minister Hoekstra op de Accountantsdag de circa 1600 aanwezige accountants indringend toe. Hij constateerde dat de sector in beweging is en midden in een veranderingstraject zit, dat moet leiden tot duurzame gedrags- en cultuurverandering.

De minister concludeert dat een goed functionerende accountancysector van groot belang is voor de maatschappij. Hij maakt zich evenwel zorgen over signalen dat de sector de complexiteit van het veranderproces onderschat en nog onvoldoende bereid is te bezien of fundamentele veranderingen nodig zijn.

Op diezelfde dag publiceerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een ‘verkenning naar kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector’. Volgens de AFM kunnen deze kwetsbaarheden ontstaan door een imperfecte werking van vraag en aanbod, schadelijke prikkels in het verdienmodel, het partnermodel en het bedrijfsmodel van accountantsorganisaties. Deze kwetsbaarheden kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van de wettelijke accountantscontrole. Ook de Monitoringcommissie Accountancy (MCA) constateert dat veranderingen in de sector te langzaam gaan en meer diepgang moeten krijgen.

De minister heeft inmiddels een onafhankelijke commissie in het leven geroepen, die gaat onderzoeken hoe de kwaliteit van de wettelijke controles duurzaam verbeterd kan worden, welke beleids- of wetswijzigingen daarvoor wenselijk zijn en of die wijzigingen juridisch haalbaar zijn.

Het advies aan de minister betreft de mogelijkheden tot optimalisatie van de huidige structuur en mogelijke wijzigingen van de structuur van de sector, waaronder afzondering van de wettelijke controlepraktijk, controle van publieke instellingen van overheidswege en het beleggen van de benoeming van de externe accountant bij een onafhankelijke derde partij.

Op het afzonderen van de wettelijke controlepraktijk wil ik nader ingaan. Hierbij moet bedacht worden dat bij nationale voorstellen rekening gehouden moet worden met de internationale context. Daarom had ik graag gezien dat een lid van de commissie zou beschikken over een brede ervaring op het gebied van de internationale context waarbinnen met name de big four opereren. Anderzijds moeten ontwikkelingen die zich in een land of regio voordoen aanleiding geven tot het nemen van maatregelen en het voeren van de internationale discussie.

De AFM komt in de eerder genoemde publicatie met tien mogelijke modellen. Twee worden op deze plaats genoemd: de huidige meerdienstenorganisatie (audit, advies en belasting onder één dak) versus audit only (volledige afsplitsing van de controlepraktijk). Terug in de tijd, in de periode 2000-2002, verkochten drie van de vier grote accountantsorganisaties hun adviespraktijken. De belastingadviespraktijk bleef evenwel achter.

Met name door het opnieuw opbouwen van de adviespraktijk bedraagt wereldwijd het aandeel van audit en assurance thans circa een derde van de totale omzet van de big four, met als uitschieter bij een kantoor maar 25 procent. Naar mijn mening is bij de keuze van de structuurmodellen doorslaggevend dat de identiteit van de accountantsorganisatie niet in gevaar mag komen. Audit en assurance moet niet ondersneeuwen bij (belasting)advies.

Anderzijds zijn de beschikbaarheid van experts uit andere disciplines en de internationale context van belang. Die andere disciplines, indien ondergebracht in dezelfde organisatie als de accountants, dienen naar mijn mening een logische samenhang te tonen met de audit- en assurancefunctie. Dat is ook van belang voor de cultuur binnen de organisatie.

De governance van de gehele organisatie, niet alleen de accountantsorganisatie, moet vervolgens ingericht zijn op het waarborgen van de publieke functie. Naar mijn mening kunnen binnen deze context diverse corporate/federatieve modellen worden uitgewerkt, waarbij ook de beloningsstructuur van de partners aan de orde kan komen. Een gevoelig onderwerp: zowel de hoogte van de beloning als de ‘profit pooling’ (audit partners delen in de totale winst van de organisatie) zijn onderwerpen die overweging verdienen. Hierbij kan de internationale aansluiting blijven worden behouden, wat voor internationaal opererende ondernemingen van groot belang is. Het permanent kunnen beschikken over competenties vanuit andere disciplines is wezenlijk voor de audit- en assuranceverschaffing. Als deze andere beroepsbeoefenaren tot dezelfde organisatie als de accountants behoren, mogen hun gedrags- en beroepsregels niet conflicteren met die van de accountants.

Het is goed dat het beroep kritisch gevolgd wordt, maar het is niet alles kommer en kwel. Internationaal staat het beroep in Nederland in hoog aanzien. Ik heb veel contact met commissarissen, die tevreden zijn over hun externe accountant. Een zelfde beeld kwam naar voren uit een verkennend onderzoek dat de AFM heeft uitgevoerd onder commissarissen, leden van audit commissies, van zestig beursgenoteerde ondernemingen.

Tenslotte een oproep aan de NBA en (met name) de grote kantoren om zelf actie te ondernemen om de verwachtingskloof te verkleinen, nieuwe maatregelen te treffen en de door de minister ingestelde commissie van de benodigde informatie te voorzien.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Prof. Hans Gortemaker RA is hoogleraar audit en assurance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.