Tuchtrecht

Belastingplicht stichting niet vastgesteld

Een registeraccountant heeft ten onrechte niet vastgesteld of een stichting, die met gemeentesubsidie accommodaties verhuurt, onderworpen was aan de vennootschapsbelasting.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/43 en 16/44 Wtra AK
Datum uitspraak:
24 juni 2016
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
vernietigd, CBb 23 augustus 2017, AWB 16/718
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2016:50, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In opdracht van een gemeente verhuurt een stichting (sociaal-)culturele accommodaties aan maatschappelijke organisaties, particulieren en bedrijven. Voor het beheer ontvangt de stichting een jaarlijkse subsidie van de gemeente. Het nettoresultaat over 2013 bedraagt 111.040 euro, dat over 2014 81.540 euro. Een registeraccountant geeft in april 2015 een goedkeurende beoordelingsverklaring af bij de jaarrekening 2014.

In december 2015 hekelt een voormalig registeraccountant in een mail aan de beoordelend accountant:

  • de goedkeurende verklaring;
  • de valse concurrentie van ondernemingen met overheidssubsidie;
  • de valse concurrentie van gesubsidieerde ondernemingen die ook nog eens geen vennootschapsbelasting afdragen.

Op basis van informatie uit onder meer de jaarrekening constateert de oud-accountant dat de stichting over 2009 tot en met 2014 ten onrechte geen vennootschapsbelasting heeft afgedragen. Hij wil er op korte termijn met de beoordelend accountant over praten.

Een manager van het accountantskantoor zegt dat hij eerst contact moet opnemen met de stichting, maar daar voelt de oud-accountant weinig voor. Om die reden weigert de manager het gesprek. De oud-accountant dient vervolgens een klacht in tegen de manager en de beoordelend accountant.

Klacht

De beoordelend accountant heeft:

a. ten onrechte een positieve beoordelingsverklaring afgegeven bij de jaarrekening 2014, omdat de stichting geen aangifte vennootschapsbelasting heeft gedaan, terwijl hij over het hoofd heeft gezien dat de stichting vpb-plichtig is en sinds de oprichting in 2009 een forse belastingschuld heeft opgebouwd die niet in de jaarrekening is opgenomen;

b. de onafhankelijke uitvoering van de beoordelingsopdracht onvoldoende gewaarborgd omdat hij de jaarrekening 2014 zowel heeft samengesteld als beoordeeld.

De manager was:

c. niet bereid om de fout in de jaarrekening 2014 te (laten) herstellen.

Oordeel

Klachtonderdeel a is gegrond.

Meewerkplicht

De Accountantskamer zegt allereerst dat een accountant in het kader van tuchtrechtspraak moet meewerken aan het onderzoek naar de gegrondheid van de klacht en tegenover de tuchtrechter open moet zijn over zijn gedrag. Van de concrete omstandigheden van het geval hangt af in hoeverre hij toestemming moet hebben van zijn cliënt om alle gegevens te openbaren en/of alle relevante bescheiden in te brengen.

Ad a

Stichtingen zijn alleen in bepaalde situaties belastingplichtig. Het is een wezenlijk element bij de beoordeling om vast te stellen in hoeverre de cliënt belastingplichtig is. De beoordelend accountant heeft niet bestreden dat de stichting een onderneming drijft in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Op basis van die wet, de stichtingsstatuten (waarin staat dat een batig saldo naar de gemeente gaat), de gemeentelijke subsidievoorwaarden en een ministeriële regeling heeft hij de belastingplicht beoordeeld, maar zijn overwegingen en de beoordeling niet nader gepreciseerd.

Volgens de jaarrekening wordt het batig saldo minus de bestemmingsreserve voor groot onderhoud toegevoegd aan de overige reserves en dus aan het eigen vermogen van de stichting. Dat strookt niet met de bewering van de accountant dat de stichting verplicht is een batig saldo terug te betalen aan de gemeente. De accountant heeft zijn standpunt, dat de stichting niet belastingplichtig is, daarom onvoldoende gemotiveerd.

In de toelichting bij de jaarrekening 2014 ontbreekt bovendien een passage over de vennootschapsbelastingplicht en de accountant heeft er niet op aangedrongen zo’n passage op te nemen. Een en ander getuigt van een onvoldoende professioneel-kritische instelling, wat een schending is van het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel.

Ad b

De accountant was zich bewust van de bedreiging voor zijn onafhankelijkheid en heeft maatregelen genomen om de onafhankelijke uitvoering van de beoordelingsopdracht te waarborgen. Zo werkt het accountantskantoor in gescheiden teams. Hij was weliswaar eindverantwoordelijk voor de samenstelwerkzaamheden, maar die bleven beperkt tot het overzetten van de administratie van de stichting in een financieel overzicht. Bovendien heeft de andere accountant die is aangeklaagd daarbij een review uitgevoerd.

Ad c

De andere accountant was als één van de beleidsbepalers niet verantwoordelijk voor de beoordelingsverklaring bij de jaarrekening van de stichting, ook al heeft hij gereageerd op de mail van de klager. Hij heeft de klager terecht doorverwezen naar de stichting, omdat hij zonder toestemming van de stichting geen informatie kon geven over de belastingplicht van de stichting.

Maatregel

Waarschuwing voor de beoordelend accountant.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.