Tuchtrecht

Goedkeuring bij thuiszorgbureau niet terecht

Een registeraccountant wordt berispt, omdat zij de jaarrekening van een thuiszorgbureau goedkeurde en verklaringen (met beperking) afgaf bij nacalculaties van gelieerde partijen, terwijl zij onvoldoende controle-informatie had.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/1304 Wtra AK
Datum uitspraak:
04 augustus 2017
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
deels vernietigd, CBb 28 augustus 2018, 17/1413 en 17/1414
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2017:49, Samenvatting CBb-uitspraak

Belangrijkste feiten

Een thuiszorgbureau dat zich voornamelijk richt op het leveren van thuiszorg sluit overeenkomsten met zorgkantoren en maakt productieafspraken met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Een registeraccountant geeft in 2010 bij de nacalculaties over 2009 van drie zorgkantoren accountantsverklaringen af waarin een oordeel met beperking staat. Op 21 mei 2010 geeft zij een goedkeurende verklaring af bij de jaarrekening van het thuiszorgbureau, dat een contract heeft met deze kantoren.

Volgens het Controleprotocol Nacalculatie 2009 van de NZa moet de accountant vaststellen of het totaalbedrag dat de zorgaanbieder heeft gedeclareerd juist is. Daarvoor moet de accountant in ieder geval vaststellen dat de gedeclareerde zorg feitelijk is geleverd aan de verzekerde en dat de verzekerde beschikt over een geldig indicatiebesluit.

De accountant in kwestie gaf verklaringen af met een oordeel met beperking omdat drie zorgkantoren geen adequate urenregistratie hadden van de medewerkers op cliëntniveau. Daardoor had zij niet voldoende geschikte controle-informatie om te kunnen vaststellen dat de gedeclareerde zorg feitelijk aan de cliënt was geleverd. Ook ontbraken de indicatiebesluiten van een aantal cliënten. De accountant heeft daarom niet kunnen vaststellen of er eventueel correcties nodig waren.

Nadat gebleken is dat het thuiszorgbureau veel meer zorg heeft gedeclareerd dan daadwerkelijk was geleverd, beginnen de Inspectie SZW en de FIOD een onderzoek. De Inspectie SZW vordert afgifte van het controledossier voor de Nacalculaties 2009. De FIOD hoort onder anderen de accountant als verdachte. Het Openbaar Ministerie besluit de accountant niet te vervolgen.

De opvolgend accountant geeft bij de geconsolideerde jaarrekening over 2010 van de moedervennootschap van het thuiszorgbureau een verklaring van oordeelonthouding af vanwege gerede twijfel over de continuïteit. Het thuiszorgbureau wordt in 2012 failliet verklaard. De bestuurder van het bureau wordt eind 2015 veroordeeld wegens fraude. Hij heeft niet-gewerkte uren in rekening gebracht en duurdere zorg gedeclareerd dan was geleverd.

De curator vraagt het accountantskantoor herhaaldelijk en tevergeefs om het integrale dossier van de controle van de jaarrekening over 2009. Hij krijgt de stukken van de Inspectie SZW en voert op basis daarvan zelf een onderzoek uit. In een reactie op het conceptrapport meldt de accountant dat zij bij de controle van de post 'wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subidie' volledig heeft gesteund op de controle van de nacalculatiestaten 2009 van de zorgkantoren en geen aanvullende werkzaamheden heeft verricht.

De curator dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

  1. na de controle van de nacalculaties ten onrechte geen aanvullende werkzaamheden verricht; het was niet voldoende dat de bestuurder van het thuiszorgbureau mondeling van de zorgkantoren had vernomen dat deze akkoord waren met de nacalculaties 2009 en de administrateur bevestigde dat de nacalculaties definitief waren;
  2. zich bij het afgeven van de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening louter gebaseerd op een verklaring van de bestuurder van het thuiszorgbureau dat de zorgkantoren de nacalculaties hadden goedgekeurd;
  3. signalen van fraude onvoldoende serieus genomen en de fraude niet ontdekt.

Oordeel

De klachtonderdelen a en b zijn gegrond.

Ad a en b

De accountant voert als verweer onder meer aan dat zij:

  • ervan uit mocht gaan dat de gefactureerde productie door de zorgkantoren als definitief werd beschouwd;
  • geen gegronde reden had om te twijfelen aan die bevestiging en e-mailberichten van de administrateur;
  • zich moest houden aan een circulaire van de NZa bij het Controleprotocol van 26 januari 2010, waarin een deadline van 1 mei 2010 stond voor de financiële afronding van de in 2009 geleverde productie;
  • van geen van de zorgkantoren commentaar had gekregen op haar verklaring, terwijl dat wel voor de hand gelegen als die verklaring onterecht was;
  • telefonisch van een medewerker van één van de zorgkantoren vernam dat dit zorgkantoor geen aanleiding zag om niet te betalen;
  • zij gezien de mate van zekerheid geen beletsel zag voor het afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening over 2009.

Volgens de Accountantskamer had zij bij het afgeven van een oordeel met beperking echter onvoldoende informatie om te concluderen dat de nacalculaties geen afwijking van materieel belang bevatten. Uit het Controleprotocol en de NZa-circulaire van 26 januari 2010 kan niet ondubbelzinnig worden opgemaakt welke betekenis de bevestigingen van de administrateur hebben.

In het Controleprotocol wordt als procedurestap voorgeschreven dat het zorgkantoor het nacalculatieformulier 2009 controleert en na akkoordbevinding ondertekent. Het zorgkantoor maakt bij de vaststelling van het totaalbedrag van de gedeclareerde productie, de kapitaallasten en overige calculeerbare onderdelen 2009 gebruik van de accountantsverklaring en het nacalculatieformulier 2009. Bij onduidelijkheden over de verklaring zoekt het zorgkantoor afstemming met de accountant. Gezien deze formuleringen ligt het voor de hand dat de accountant alleen betekenis toekent aan een akkoordverklaring door het zorgkantoor; de bevestiging is geen akkoordverklaring.

In de e-mailberichten van de administrateur staat niet dat een zorgkantoor de juistheid en volledigheid van de nacalculaties besvetstigt of daarmee akkoord gaat. Uit deze berichten kan hooguit worden afgeleid dat de nacalculaties als 'definitief' werden aangemerkt. Wat daaronder verstaan moet worden, blijft echter onduidelijk.

Maar zelfs als de accountant de e-mailberichten had mogen opvatten als akkoordverklaringen, dan had zij daarop niet mogen afgaan op, maar nadere informatie moeten vergaren om er zeker van te zijn dat de zorgkantoren instemden met de nacalculaties. Zo had zij bijvoorbeeld aan de zorgkantoren kunnen vragen de de bevestigingen ook aan haar te sturen.

Dat een medewerker van één van de zorgkantoren haar vertelde dat het zorgkantoor geen aanleiding zag om niet te betalen, staat niet vast, omdat er niets over is vastgelegd in het controledossier, terwijl dit volgens NVCOS 230 wel had gemoeten.

Kortom: toen de accountant de goedkeurende verklaring verstrekte bij de jaarrekening 2009 had zij onvoldoende geschikte controle-informatie voor de post 'wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidies'. Dat één van de zorgkantoren de toegezonden nacalculatie 2009 heeft ondertekend en doorgestuurd naar de NZa doet er daarom niet toe.

Ook maakt het niet uit dat de opvolgend accountant het bij de controle van de jaarrekening 2010 van belang vond dat in die jaarrekening stond dat de zorgverzekeraars akkoord waren met het bedrag van de post 'wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidies' voor 2009. De accountant heet ondeskundig onzorgvuldig en onprofessioneel gehandeld.

Ad c

Volgens de curator was de verslaggeving bij de thuiszorgbureau frauduleus, omdast die was opgesteld op basis van vervalste en gewijzigde administratieve gegevens. De curator heeft echter niet aangetoond dat de accountant de signalen van fraude onvoldoende serieus heeft genomen en de fraude daardoor niet heeft ondekt.

De accountant had weliswaar geconstateerd dat de urenadministratie gebrekkig was en van een aantal cliënten de indicatiebesluiten ontbraken. Dat hoefde echter niet per se te wijzen op vervalsing of wijziging van administratieve gegevens. Ook als de accountant wel adequate en voldoende controle-informatie over de gewraakte post had gehad, had zij de vervalsingen of fraude niet per se moeten ontdekken of onderkennen.

Maatregel

Berisping. De professioneel-kritische instelling van de accountant was onvoldoende, omdat zij bij haar controle van de belangrijkste post in de jaarrekening 2009 genoegen heeft genomen met ontoereikende controle-informatie.

Annotatie Lex van Almelo

Deze uitspraak maakt duidelijk dat je als accountant goed moet opletten als je een zorgverlener controleert. In het NZa-protocol voor de controle van nacalculaties stond duidelijk dat de accountant moest vaststellen dat:

  • het totaalbedrag dat de zorgaanbieder heeft gedeclareerd juist is;
  • de gedeclareerde zorg feitelijk is geleverd aan de verzekerde;
  • de verzekerde beschikt over een geldig indicatiebesluit.

De accountant ging ervan uit dat informatie die de controlecliënt aanreikte juist was en dat de betrokken zorgkantoren wel zouden piepen als dit niet zo was. Voor de controle van de jaarrekening van het thuiszorgbureau heeft zij vervolgens volledig gesteund op de nacalculaties van de zorgkantoren. Aanvullende werkzaamheden vond zij niet nodig.

Dat zij signalen voor fraude heeft gemist, heeft de curator niet aangetoond. Gebreken in de administratie wijzen niet per se op fraude. In die zin onderscheidt deze zaak zich duidelijk van de zorgfraude, waarbij de accountant een deel van de onderneming niet controleerde, maar toch een goedkeurende verklaring afgaf. Volgens het OM heeft die accountant zich zelf ook bezondigd aan fraude, net als de zorgfraudeur.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.