Tuchtrecht

Fraude met creditfacturen niet aangetoond

Het Openbaar Ministerie heeft niet kunnen aantonen dat diverse creditfacturen en de verrekening van een schuld door een BMW 520d te leveren, wijzen op fraude door een accountant.

Accountantskamer

Zaaknummers:
17/1263 Wtra AK
Datum uitspraak:
30 april 2018
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
bevestigd, CBb 29 januari 2019, 18/1018
Vindplaats:
ECLI:NL:TACKN:2018:25, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In 2015 en 2016 doen rechercheurs van de FIOD een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijk witwassen door een cliënt van een accountantskantoor. Daaruit komt onder meer naar voren dat het kantoor accountantswerkzaamheden uitvoerde voor verschillende rechtspersonen van de cliënt. Dat gebeurde onder de verantwoordelijkheid van een accountant-administratieconsulent, die zich inmiddels op eigen verzoek heeft laten uitschrijven uit het register.

Het kantoor heeft wegens openstaande facturen een vordering van 101.383,29 euro op diverse vennootschappen rondom de cliënt. De accountant en de cliënt lossen dit als volgt op:

  • de cliënt crediteert 46.383,29 euro en verdeelt dat over diverse Nederlandse vennootschappen;
  • buitenlandse vennootschappen van de cliënt zullen een nieuwe factuur krijgen van 41.000 euro;
  • de cliënt crediteert nog eens 5.383,29 euro;
  • de cliënt verrekent het resterende bedrag van 55.000 euro door een BMW 520d te leveren aan het kantoor dan wel de accountant.

Begin 2016 treft de FIOD bij een doorzoeking van het kantoor diverse facturen, creditfacturen en e-mailberichten aan die samenhangen met bovenstaande transacties. De FIOD merkt nu – na de cliënt - ook de accountant aan als verdachte van valsheid in geschrift. Het Openbaar Ministerie dient een klacht in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant wordt ervan verdacht dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift door opzettelijk valse facturen op te maken en/of te gebruiken.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

Bevoegdheid

Volgens de accountant is er in de strafzaak nog slechts sprake van vermoedens en is het niet aan de Accountantskamer om een voorschot te nemen op het oordeel van de strafrechter. Volgens het OM kan het strafdossier gewoon als basis dienen voor een tuchtklacht en is het niet relevant dat de strafrechtelijke procedure nog niet is afgerond. De toetsing aan de normen van het Wetboek van Strafrecht verschilt immers flink met die aan de normen van de VGC/VGBA. Verder kan de Accountantskamer los van andere gerechtelijke instanties een oordeel vellen.

In de ogen van de Accountantskamer is het niet op voorhand uitgesloten dat deze tuchtklacht gaat over handelen of nalaten dat in strijd is met de regels voor accountants of het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Dat het OM met deze procedure misschien ook een belang nastreeft dat afwijkt van de doelstelling van de tuchtrechtspraak betekent nog niet zonder meer dat het OM het tuchtrecht misbruikt.

Correctie facturen

De accountant geeft aan dat het om een betalingsregeling van het kantoor met de cliënt gaat. Het kantoor heeft gedurende vijf jaar diverse werkzaamheden verricht voor de Spaanse en Zwitserse ondernemingen van de cliënt. Het kantoor declareerde de uren echter bij de Nederlandse ondernemingen van de cliënt. Assistenten hadden de uren niet altijd verantwoord bij de juiste ondernemingen. Om een en ander te corrigeren, moesten de facturen worden herverdeeld. En gecorrigeerd, want op de facturen voor de Spaanse en Zwitserse ondernemingen hoorde geen btw te staan. Die facturen konden echter niet worden gemaakt met de software van Alure. Verder heeft het kantoor de gebruikelijke procedures gevolgd en de facturen op een transparante manier verwerkt in de kantooradministratie.

Gezien dit verweer heeft het OM in de ogen van de Accountantskamer onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de accountant zich heeft bezondigd aan valsheid in geschrift. De Accountantskamer neemt daarbij in aanmerking dat:

  • de FIOD de accountmanager voor de cliënt niet heeft gehoord, terwijl dit wel voor de hand had gelegen;
  • verrekening door een auto te leveren weliswaar “niet zeer gebruikelijk” is, maar ook niet zonder meer tuchtrechtelijk laakbaar;
  • de betaling en de aflossing van de schuld op een juiste en transparante manier zijn verwerkt in de administratie;
  • het OM niet aannemelijk heeft gemaakt dat de accountant anderszins in strijd heeft gehandeld met de gedrags- en beroepsregels;
  • het kantoor volgens de accountant de urenspecificaties niet accuraat had opgesteld, maar de klacht gaat over de verdenking dat de accountant valse (credit)facturen heeft opgemaakt.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

Bij accountants die worden verdacht van serieuze strafbare feiten grijpt het Openbaar Ministerie als het kan niet alleen naar het strafrecht, maar ook naar het tuchtrecht. Dat bijt elkaar niet, omdat het gaat om toetsing aan verschillende normen, waarbij de Accountantskamer los van de strafrechter zelfstandig een oordeel kan vellen. In dit geval baseert het OM het tuchtrechtelijk verwijt puur op de strafrechtelijke verdenking van valsheid in geschrift. Er zit weinig licht tussen het strafrechtelijke en tuchtrechtelijke feitencomplex.

De transacties rond de betalingsregeling kunnen volgens de Accountantskamer worden verklaard door de afspraak om de foutieve urenspecificaties en facturen te corrigeren. Betalen met een auto van 55.000 euro lijkt niet gebruikelijk, maar is niet zonder meer tuchtrechtelijk laakbaar. Omdat de FIOD de betrokken accountmanager van het kantoor niet heeft gehoord, krijgt de accountant ook hier het voordeel van de twijfel.

Een strafrechtelijk onderzoek duurt doorgaans lang. Soms is er gezien de tuchtrechtelijke verjaringstermijnen amper tijd voor een tuchtklacht. Maar in dit geval was die er wel. De transacties deden zich begin 2013 voor en de FIOD kwam daar begin 2016 achter. Het OM had dus tot begin 2019 de gelegenheid om een degelijke klacht te destilleren uit het strafdossier. Misschien zit er gewoon te weinig bewijs in het strafdossier. De strafrechter zal daarover nog oordelen. Het is ook niet uitgesloten dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven de beslissing van de Accountantskamer vernietigt, omdat het OM in hoger beroep met een steviger fundament onder de klacht komt.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.