CSRD

CSRD-assurance, algemene vergadering en vertrouwelijkheid

Mag de accountant op de aandeelhoudersvergadering van een beursfonds spreken over een uitgevoerde assurance-opdracht bij het duurzaamheidsverslag, nu de Nederlandse CSRD-wetgeving nog op zich laat wachten?

Anton Dieleman

De implementatie van de CSRD-regelgeving met betrekking tot duurzaamheidsverslagen en de assurance-opdrachten van accountants is in Nederland (nog) niet in wet- en regelgeving verankerd. En door de eind februari gepubliceerde Omnibus-voorstellen blijkt recent dat hiervan voorlopig ook geen sprake zal zijn. Toch publiceerden inmiddels veel beursfondsen hun duurzaamheidsverslag, voorzien van een assurancerapport van de accountant. Daarmee doet zich het vraagstuk voor of, en zo ja onder welke voorwaarden, de accountant op de algemene vergadering van een beursfonds mag communiceren over de uitgevoerde assurance-opdracht bij een duurzaamheidsverslag.

Microfoon_vergadering_900x590.jpg

Optreden accountant op algemene vergadering

Het optreden van de accountant op de algemene vergadering (van aandeelhouders) van een beursfonds-NV is geregeld in artikel 2:117 lid 5 BW. Dat artikel bepaalt dat de accountant die de controle van de jaarrekening uitvoerde, bevoegd is om de algemene vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld bij te wonen en daarin het woord te voeren. Voor de uitgebreide toelichting hierop verwijs ik naar NBA-Handreiking 1118.

De bepalingen over geheimhouding voor de accountant die een wettelijke controle-opdracht uitvoert, zijn opgenomen in artikel 26 Wta en 38a Bta. Artikel 26 lid 1 Wta bevat alleen een uitzondering op de geheimhoudingsplicht als de accountant bij of krachtens wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht is. Van een dergelijke verplichting is onder artikel 2:117 BW geen sprake, omdat die bepaling slechts een bevoegdheid voor de accountant bevat om het woord te voeren op de algemene vergadering. Aanvullende regelgeving in artikel 38a lid 1d Bta ondervangt dit en geeft de accountant de mogelijkheid om - na schriftelijke toestemming van de klant - vertrouwelijke gegevens aan derden te verstrekken. Dit is de reden dat NBA-Handreiking 1118 voorschrijft dat de accountant vooraf ontheffing moet vragen om op de algemene vergadering een nadere toelichting te geven op de uitgevoerde controlewerkzaamheden.

Communiceren over CSRD-assurance-opdracht

De accountant die de assurance-opdracht bij het duurzaamheidsverslag uitvoert, zal hierover ook (willen) communiceren tijdens de algemene vergadering. De hiervoor genoemde route om de geheimhouding 'opzij te schuiven' is niet van toepassing. De CSRD-assurance-opdracht valt immers niet binnen het domein van de Wta, zolang de CSRD-implementatie niet in de Nederlandse wet- en regelgeving is geregeld. En zoals gezegd, zal dit op korte termijn niet wijzigen.

'De accountant die de assurance-opdracht bij het duurzaamheidsverslag uitvoert, zal hierover ook (willen) communiceren tijdens de algemene vergadering.'

Zolang een CSRD-assurance-opdracht niet onder de reikwijdte van de Wta valt, is sprake van een vrijwillige assurance-opdracht. Voor een uitgebreide toelichting hierop is door de NBA eind vorig jaar NBA-Alert 49 gepubliceerd. Omdat geen sprake is van een wettelijk verplichte opdracht, is op de geheimhouding voor de accountant de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) van toepassing. Artikel 16 lid d VGBA geeft de accountant de mogelijkheid om de klant ontheffing van de geheimhouding te vragen in het kader van een specifiek doel. Voor het optreden van de accountant op de algemene vergadering en daar uitleg te geven over de assurance-opdracht bij het duurzaamheidsverslag, is het cruciaal om deze ontheffing (tijdig) te organiseren.

Een saillant detail dat ik terzijde vermeld: In de voorgenomen aanpassing van artikel 38a Bta in verband met assurance-opdrachten bij duurzaamheidsverslagen, is vooralsnog verzuimd om lid 1d van artikel 38a Bta aan te passen. Daardoor blijft deze uitzondering alleen van toepassing op de wettelijke controle van de jaarrekening. Zonder aanpassing van de voorgestelde wijziging in het Bta brengt dit de accountant in de toekomst in een spagaat, omdat de ontheffing van de geheimhouding met betrekking tot de assurance-opdracht bij het duurzaamheidsverslag dan niet adequaat geregeld is.

Relevante communicatie

Vervolgens rijst de vraag wat het belang is voor de accountant om specifiek te communiceren over de assurance-opdracht bij het duurzaamheidsverslag. Naast een uitleg van de werkzaamheden - en eventuele bijzonderheden, omdat sprake is van een eerstejaars assurance-rapport bij een CSRD-duurzaamheidsverslag - is het mijns inziens vooral belangrijk dat de accountant goed uitlegt wat 'beperkte mate van zekerheid' inhoudt.  De cruciale zinsnede hiervoor in het assurance-rapport luidt als volgt:

"Onze assurance-opdracht is gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid dat het duurzaamheidsverslag geen afwijkingen van materieel belang bevat. De werkzaamheden variƫren in aard en timing van, en zijn ook geringer in omvang, dan die bij een assurance-opdracht gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. De mate van zekerheid die wordt verkregen bij een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid is daarom ook aanzienlijk lager dan de zekerheid die wordt verkregen bij een assurance-opdracht met een redelijke mate van zekerheid."

Het is de vraag of dit voor de gebruikers van het assurancerapport bij het duurzaamheidsverslag - die vooral belang zullen hebben bij de conclusieparagraaf - voldoende duidelijk is. Dat de conclusie van de accountant - door de beperkte mate van zekerheid - een formulering met dubbele ontkenning bevat (Ons is niets gebleken op grond waarvan wij zouden moeten veronderstellen dat het duurzaamheidsverslag niet, in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportering.) is daarbij, naar ik vermoed, niet voldoende behulpzaam. Veel gebruikers ontgaat de vaktechnische achtergrond hiervan en zij zullen het interpreteren als een positieve conclusie.

De accountant is juist daarom verantwoordelijk om die aanzienlijk lagere zekerheid tijdens de algemene vergadering duidelijk toe te lichten aan de hand van de uitgevoerde werkzaamheden, om een verwachtingskloof op dit punt te voorkomen. De recent door de NBA uitgebrachte brochure over het assurance-rapport en de beperkte zekerheid kan daarbij zeker behulpzaam zijn.

Anton Dieleman is voorzitter van het College Beroepsreglementering (CB) van de NBA en directeur vaktechniek bij Forvis Mazars.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.