Opinie

Politieke bemoeienis met boekhoudregels is zo gek nog niet

Vooral sinds de invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS) in Europa (2005) bemoeien de landelijke en internationale politiek zich sterk met de 'boekhoudregels'. Sinds de economische crisis zijn deze regels, van oudsher het terrein van vaktechnische deskundigen zoals accountants, zelfs een vast agendapunt van de G20.

De belangrijkste reden is dat boekhoudregels voor onderneming en maatschappij geen neutrale effecten hebben maar kunnen leiden tot reële 'economische consequenties'. Ze vertalen niet simpelweg bestaande en verwachte kasstromen in vermogen en winst, maar hebben ook effect op de kasstromen zelf. Voor de onderneming, maar ook de economie als geheel. 

De oudste voorbeelden van politieke bemoeienis met boekhoudregels liggen in de Verenigde Staten. Zo werd eind jaren zeventig een regel teruggedraaid die bepaalde dat olie- en gasmaatschappijen de kosten van opsporing van nieuwe velden niet langer mochten activeren maar direct ten laste van het resultaat moesten brengen zolang er geen succes was. Hoewel er vanuit vaktechnisch gezichtspunt geen goede reden is om de kosten van onsuccesvolle boringen te activeren, werd de negatieve economische impact - men vreesde een vermindering van de opsporingsactiviteiten - te groot geacht. 

Een tweede Amerikaans voorbeeld (jaren negentig) betreft een na felle protesten ingetrokken voorstel om de kosten van personeelsoptieregelingen ten laste van het resultaat te brengen. Dit zou volgens tegenstanders bedrijven prikkelen om minder opties uit te geven, waardoor talentvolle managers zouden uitwijken naar Europa, waar zo'n boekhoudregel toen niet gold. Het level playing field gaf hier de doorslag: Toen zo'n regel later via IFRS in Europa wel werd ingevoerd, volgde ook de Verenigde Staten. 

Nederland en Europa kennen vergelijkbare voorbeelden. In Nederland laaide vooral de discussie over pensioenverslaggeving hoog op, omdat de internationale standaard IAS 19 (vertaald in RJ 271) het solide Nederlandse pensioenstelsel zou aantasten. Inmiddels is het Nederlandse pensioenstelsel sterk versoberd - van eindloonregelingen naar middelloonregelingen naar defined contribution - en de nieuwe boekhoudregel (in Nederland inmiddels weer bijgesteld) was hierin op zijn minst een katalysator. 

Een ander recent Nederlands voorbeeld is het buiten werking stellen van een boekhoudregel voor onderwijsinstellingen door Minister Plasterk. 

De belangrijkste politieke ‘boekhouddiscussie' van dit moment in Europa en wereldwijd in de G20, betreft de IFRS-regel die bepaalt dat financiële instellingen de meeste beleggingen tegen marktwaarde moeten waarderen. Volgens tegenstanders heeft dit bijgedragen aan de economische crisis. En voor die redenering valt wel iets te zeggen. Ook de nieuwe boekhoudregel IFRS 9, gepubliceerd in november 2009 ter vervanging van de gewraakte IAS 39, wordt om die reden vooralsnog niet door de Europese politiek aanvaard. 

De veelgehoorde opvatting is dat de politiek zich hier ver van moet houden en het opstellen van boekhoudregels moet overlaten aan deskundigen. AFM-voorzitter Hans Hoogervorst in april 2009 in de Financial Times noemde de politieke neiging om druk uit te oefenen op de regelgevers "gevaarlijk". 

Naar mijn mening steunt deze visie nog erg op de gedachte dat de boekhoudregels een vertaling van kasstromen zijn, en economisch neutraal. Dat is niet het geval. Boekhoudregels hebben diverse economische effecten, waarvan ik er maar hier maar enkele heb genoemd, en beïnvloeden daarmee ook de welvaartsgroei en welvaartsverdeling. 

Het is begrijpelijk dat de politiek zich hiermee wil bemoeien. Daarbij: De belangrijkste boekhoudregels zijn nog altijd vastgelegd in EU-richtlijnen en in het Burgerlijk Wetboek, en ook die zijn uiteindelijk door politici vastgesteld. 

Ik ben het daarnaast oneens met de stelling dat door politieke bemoeienis een 'ideaal systeem' om zeep wordt geholpen. Deskundigen discussiëren al meer dan dertig jaar over wat de juiste boekhoudregels moeten zijn en dat heeft nog steeds niet geleid tot een eenduidig en stabiel systeem. 

De permanente verandering van boekhoudregels geeft al aan dat er geen sprake is van een natuurwetenschap of van een wiskundig systeem, maar dat ook deskundigen hun voorkeuren baseren op onderling botsende beginselen en dat opvattingen in de tijd sterk verschillen. 

Natuurlijk moet de balans ook niet doorslaan. Politici moeten hun beperkingen kennen en het proces alleen beïnvloeden als daar maatschappelijke of economische redenen voor zijn. Ze moeten zich laten bijstaan door de echte deskundigen en altijd het principe voor ogen blijven houden van een true and fair view (zoals ook in de EU-richtlijnen staat, maar over de invulling daarvan kan dus verschillend worden gedacht). En bovendien moeten ze voor beursgenoteerde ondernemingen vooral geen regionale politiek bedrijven, maar wereldpolitiek. 

Maar wordt daaraan voldaan, dan is de G20 als forum zo gek nog niet. 

Martin Hoogendoorn

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Martin Hoogendoorn is partner bij Ernst & Young, hoogleraar externe verslaggeving aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Raad-plaatsvervanger bij de Ondernemingskamer en voorzitter van de redactie van het MAB.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.