Opinie

Joint audit (2)

In deel 1 van dit tweeluik refereerde ik aan de door PwC opgeworpen vraag welk probleem Barnier met de invoering van de joint audit wil oplossen. Welnu, hij ziet het niet als een oplossing voor te hoge kosten. Evenmin is het primair gericht op de auditkwaliteit. Het gaat Barnier eerst en vooral om het afbreken van de marktmacht van de grote vier.

Als die marktmacht daadwerkelijk een probleem zou zijn - en dat is dus de kern van Barniers (beperkte) analyse - dan dient de discussie over de zin of onzin van joint audits dus niet primair te gaan over de kosten en over auditkwaliteit.

Maar al zou die wel daarover gaan, dan zou blijken dat de grote kantoren te snel wijzen op mogelijke kostenstijgingen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk een diffuus beeld op dit punt. Evenals ten aanzien van het onderwerp auditkwaliteit. Geen van beide aspecten geeft opzienbarende wijzigingen door de invoering van de joint audit.

Althans, dat blijkt uit een recente studie van Lesage, Ratzinger & Kettunen (26 augustus 2011) die op internet circuleert. Er staat op geschreven dat het een concept betreft en 'no citation permitted'. En toch citeer ik eruit, de studie en uitkomsten zijn voor eenieder leesbaar en wetenschappelijk toetsbaar. Bovendien wordt er een samenvatting van voorgaand onderzoek in weergegeven, hetgeen van feitelijke aard is.

De studie gaat allereerst in op de situatie in Denemarken, dat de verplichte joint audit in 2005 heeft afgeschaft. Overigens wordt bij zestien van de 64 (25 procent) van de grootste Deense ondernemingen nog steeds een joint audit uitgevoerd. Ten aanzien van Barniers punt van marktconcentratie leert het onderzoek ons: 'In Denmark, audit market concentration among the listed companies is one of the lowest in Europe as measured by the market share of the BIG4 companies.'

Voorts wordt in de studie een vergelijking gemaakt tussen Frankrijk, waar de joint audit voor tal van organisaties verplicht is, en Duitsland waar dat niet het geval is. Ten aanzien van het aspect marktconcentratie wordt gewezen op het feit dat: 'The French audit market is also characterized by a lower concentration that observed in other comparable countries. Joint audit is generally suggested as the main cause for this phenomenon.' De onderzoekers merken daarbij wel op dat de relatief lage grenzen voor verplichte controles - dus relatief veel kleine ondernemingen - bijdragen aan een groter marktaandeel voor kleinere accountantsorganisaties.

De conclusies? Ten eerste: 'Overall, our results strongly suggest that joint audit does not imply an increase of fees, neither an increase of audit quality.'

Ten tweede: de discussie moet dus niet gaan over het efficiencyvraagstuk, maar over de risico's van marktconcentratie. In de woorden van de onderzoekers: '...arguments should not be based on the joint audit efficiency, but should rather focus on the risk borne by the financial system in case of a failure involving one of the remaining Big Four audit firms.'

De derde conclusie die ik uit het onderzoek haal komt voort uit dat laatste: marktconcentratie is minder bij landen met verplichte joint audits.

En dus zou Barnier best eens gelijk kunnen hebben met zijn streven de marktverhoudingen te verbeteren. De grote vier moeten hun pijlen en lobby dus niet richten op 'verhoging kostenstructuur' en de ‘bijdrage aan auditkwaliteit', maar op dit streven van Barnier. Daarbij moeten zij de pijlen van de voorstanders van de joint audit, vanzelfsprekend zijn dat de second tier en enkele andere auditfirms, wel ontwijken.

Of moeten we gewoon concluderen dat de grote vier in deze een achterhoedegevecht voeren en louter hun eigen belangen nastreven? Want ageerden zij in het verleden ook zo nadrukkelijk tegen joint audits tussen hen en interne accountantsdiensten? Of tussen hen en overheidsdiensten?

En spelen het kostenargument en efficiencyvraagstuk ook niet bij het als groepsaccountant gebruik maken van andere onderdelen uit het eigen netwerk? Met de verdere aanscherping van de eisen waaraan de groepsaccountant dient te voldoen ('full responsibility for the audit'), moet binnen een netwerkorganisatie net als bij joint audits veel afstemming plaatsvinden. Het feit dat binnen het netwerk vanuit dezelfde controlefilosofie wordt gewerkt kan nooit significante voordelen opleveren ten opzichte van samenwerking met een derde partij, omdat deze ook vanuit dezelfde controlebeginselen dient te werken.

Tot slot relativeer ik de betekenis van het wetenschappelijk onderzoek. Als Barnier zijn zin krijgt veranderen er behalve invoering van de joint audit nog zoveel andere omstandigheden (onder meer: strictere scheiding controle en advies, kantoorroulatie en een opmaat naar de audit-only firm) dat een zinvolle vergelijking met de huidige situatie en bijpassende data nagenoeg onmogelijk is.

Die relativering maakt dat het punt van Barnier - de (on)wenselijkheid van de huidige marktconcentratie - bovenal een politiek punt betreft. De ervaring leert dat bij een dergelijk punt het niet altijd de ratio is die zegeviert. Daarom kan het balletje van de joint audit nog alle kanten op rollen. Veel zal afhangen van de lobbykracht van partijen.

In dat verband ben ik benieuwd welke positie de beroepsorganisaties gaan innemen. Immers: de belangen van de grote vier en die van hun achtervolgers staan op het punt van de joint audit lijnrecht tegenover elkaar.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.