Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In een groot gezin voeren enkele kinderen diverse civielrechtelijke procedures tegen elkaar. Hun oude vader procedeert eveneens tegen één van de kinderen. Hij wordt daarin bijgestaan door de zoon die hij heeft aangewezen als executeur-testamentair.

Nadat de vader op 96-jarige leeftijd overlijdt komt de executeur-testamentair onder vuur te liggen in één van de civielrechtelijke procedures. De twee stellen hun broer zowel privé als in zijn hoedanigheid van executeur aansprakelijk wegens een vermeende onrechtmatige daad.

De twee laten zich bijstaan door een advocate, die staat ingeschreven als registeraccountant. Zij suggereert onder meer dat de executeur geld achterover heeft gedrukt ten nadele van de andere erfgenamen. De executeur dient een klacht tegen haar in, die de Accountantskamer ongegrond verklaart.

Voordat bovengenoemde uitspraak bekend is, dient de executeur een nieuwe klacht in tegen de advocate/RA.

Klacht

De accountant/advocaat heeft in enkele brieven voor de rechtbankprocedure onjuiste of suggestieve dingen beweerd en/of een partijdig standpunt ingenomen. Verder is zij niet integer en niet deskundig op het terrein van notariële afrekeningen.

Oordeel

De klacht is deels niet-ontvankelijk, omdat de executeur hierover had moeten klagen in de eerdere klachtprocedure. De rest van de klacht is ongegrond, omdat de executeur die verwijten niet aannemelijk heeft gemaakt.

De Accountantskamer maakt verder nog een opmerking over de samenloop van accountants- en advocatentuchtrecht. Omdat aan beide beroepsgroepen uiteenlopende eisen worden gesteld – zo moet de accountant objectief zijn en de advocaat partijdig – “bestaat er een gerede kans op tegenstrijdige beslissingen”.

Vooral de partijdigheid die wordt verlangd van een advocaat kan voor de accountant leiden tot “onoplosbare bedreigingen” voor de naleving van het objectiviteitsbeginsel. De Accountantskamer vraagt zich dan ook af of het voor accountants, die het beroep van advocaat wensen uit te oefenen, niet opportuun is om zich uit te laten schrijven uit het accountantsregister, zolang zij advocaat zijn.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

Advocaten en accountants mogen niet jokken. Maar als advocaat mag je de feiten wel zo voordelig mogelijk selecteren en presenteren voor jouw cliënt. Als accountant moet je daarentegen objectief blijven, ook als je bent ingeschakeld door één van de strijdende partijen.

In de uitspraak over de eerste klacht tegen de advocate/RA signaleerde de Accountantskamer de kans op tegenstrijdige uitspraken door de tuchtrechters van beide beroepsgroepen. Toen zei de Accountantskamer nog: “De kans daarop is evenwel inherent aan het handelen in twee beroepsmatige hoedanigheden. Accountants die beide hoedanigheden verenigen en deze situatie onwenselijk achten, kunnen zich daaraan onttrekken door zich te laten uitschrijven uit de registers in de zin van de Wtra.”

Naar aanleiding van de tweede klacht komen dezelfde magistraten twee dagen later met een minder subtiele aanbeveling. Zij signaleren eerst het risico van een “onoplosbare bedreiging” voor de objectiviteit en raden advocaten met een accountantstitel nu zonder meer aan om zich uit te schrijven als accountant – dus niet alleen als de dienstverlener de doublure onwenselijk acht.