Magazine

Niet makkelijker, niet leuker

In pensioenland is een schrale wind opgestoken. Met name voor de directeur-grootaandeelhouder zijn de vooruitzichten niet mild. Het effect van het Wittenveen-regime zal nog worden verzwaard door de Balkenende-breuk. Veel accountants en hun klanten hebben zich nog niet op de nieuwe wetgeving voorbereid.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2003

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Peter van Rietschoten

Op 1 juni 2004 moeten alle bestaande pensioenregelingen zijn aangepast aan de Wet fiscale behandeling van pensioenen. Dit geldt met name voor het pensioen van de directeur-grootaandeelhouder (dga), dat doorgaans in eigen beheer wordt opgebouwd en nu nog een eigen (en zeker niet onplezierige) fiscale behandeling kent. Kort gezegd betekent de verandering voor de dga dat hij er wat betreft de opbouw van pensioenaanspraken op achteruit gaat.

Flexibel en individueel

Indertijd heeft de commissie Witteveen onderzoek naar de pensioenstructuur in Nederland gedaan. Deze kwam tot de conclusie dat er wat betreft de pensioenopbouw behoefte bestond aan meer flexibiliteit en individualiteit.

De aanbevelingen van de commissie resulteerden in een flink aantal formele aanpassingen van de Wet fiscale behandeling van pensioenen. Deze vernieuwde wet is ingevoerd op 1 juni 1999 en voorzien van een overgangstermijn van vijf jaar. Daarmee zijn de pensioenrechten en -plichten van de dga meer in lijn gebracht met collectieve pensioenregelingen.

De dga is wat betreft zijn pensioen verschoven van trendsettend naar trendvolgend. Kritische stemmen binnen kringen van de dga’s spreken van ‘rechttrekken van pensioenen ten opzichte van de gewone werknemers’.

Witteveen-knip

Het effect van de veranderingen wordt ook wel ‘de Witteveen-knip’ genoemd. In concreto gaat het om een forse terugval in de pensioenopbouw die wordt veroorzaakt doordat het opbouwpercentage en de eigen bijdrage worden verlaagd, bijtellingen vervallen, de AOW-franchise omhoog gaat, de zogenaamde voorperiode vervalt in de pensioengevende diensttijd en de regelingen wat betreft nabestaanden- en overbruggingspensioen worden beperkt (zie kader).

De genoemde veranderingen zijn grotendeels wettelijke verplichtingen. Voor de dga betekent dit dat ze voor 1 juni 2004 in zijn pensioenbrief moeten zijn vastgelegd. Uit een onderzoek dat eerder dit jaar in opdracht van PricewaterhouseCoopers Human Resources Services is uitgevoerd door Interview-NSS, bleek echter dat een kwart van de Nederlandse ondernemingen (met name de kleine en middelgrote) niet op de hoogte is van het feit dat het Witteveen-regime over een halfjaar van kracht wordt, noch met de voorbereidingen is begonnen om de pensioenregelingen aan te passen.

Loonbelastingsanctie

Kees Beishuizen, directeur van B&B Pensioenconsultants te Soest, zegt hierover: “De aanpassing van de pensioenbrief is van groot belang, de dga móet dat doen. Alleen aan de pensioenbrief kunnen immers rechten voor de pensioenopbouw worden ontleend. Terwijl een onjuiste pensioenreservering kan leiden tot een winstcorrectie, zal een onjuiste pensioenbrief kunnen leiden tot de vaststelling van bovenmatig pensioen en kunnen resulteren in een meestal forse loonbelastingsanctie.”

Zijn collega Jack Borremans toont met een berekening aan waar de Witteveen-knip op kan uitdraaien (zie kader). “Bij een salaris van ongeveer een halve ton zal de pensioenaanspraak praktisch worden gehalveerd.” Eén van de weinige optimaliseringsmogelijkheden is het ‘kasrondje’. In het kasrondje wordt het pensioengevende salaris verhoogd terwijl tegelijkertijd een eigen bijdrage in verband met het privé-gebruik van de auto van de zaak wordt geïntroduceerd. Dit heeft per saldo geen invloed op het besteedbaar inkomen van de dga terwijl tegelijkertijd, via een indirecte weg, de pensioenopbouw toeneemt (zie kader ‘Kasrondje’).

Balkenende-breuk

Bij de veranderingen door ‘Witteveen’ komt mogelijk ook nog het effect van het Belastingplan 2004, dat in de recente Miljoenennota is opgenomen. Beishuizen en Borremans spreken over de ‘Balkenende-breuk’. Die komt erop neer dat er - ook voor de dga - in de gehele pensioenstructuur een trendbreuk gaat optreden: van ‘vroeg en flexibel’ naar ‘65 en minder’.

“De opbouw wordt ook nog eens een stuk complexer” voegt Beishuizen daaraan toe. “Wij zeggen daarover: het wordt niet makkelijker en niet leuker. Onder Witteveen kon men nog tot zestig jaar opbouwen op basis van honderd procent van het laatstverdiende inkomen. Dat wordt zeventig procent op 65 jaar, en als men toch op zestig jaar wil stoppen, dan moet men rekenen met maximaal zestig procent en met een actuariële korting van zeventig procent. Waardoor de netto-aanspraak 42 procent zal zijn.” Ook de Balkenende-breuk zal in alle gevallen betekenen dat de pensioenbrief moet worden aangepast.

Neutraliseren

Aan de verschraling van zijn pensioenaanspraken kan de dga op twee manieren het hoofd bieden. Theo Gommer, directeur van Akkermans & Partners Pensioen Juristen in Tilburg noemt allereerst het besproken ‘kasrondje’: “De dga kan zichzelf een hoger salaris toekennen en tegelijkertijd een hogere eigen bijdrage gaan betalen. Het gaat dan inderdaad om een zogenaamd kasrondje. Wat betreft de liquiditeit is het vestzak-broekzak, dus netto levert het hem niets extra op, maar de pensioengrondslag gaat dus wel omhoog.”

Veel belangrijker acht Gommer echter de mogelijkheid die het Witteveen-regime biedt om dienstjaren in te kopen. Daarmee kan in ieder geval de klassieke pensioenbreuk worden gerepareerd, en kan wellicht zelfs het effect van de Witteveen-knip worden geneutraliseerd. “Het gaat met name om de jaren van voor 8 juli 1994. Bestond er toen een loondienstrelatie en is er te weinig pensioen opgebouwd, hetgeen vrijwel altijd het geval zal zijn, dan kunnen die dienstjaren worden meegeteld bij de pensioengevende diensttijd. Zo zal bijvoorbeeld een salaris van honderdduizend euro dat is verdiend in de periode 1989-1994, bij het nieuwe opbouwpercentage van twee procent kunnen leiden tot een extra aanspraak van tienduizend euro.”

Jack Borremans (B&B Pensioenconsultants) vult hierop aan: “Het salaris dat in het verleden is verdiend is niet relevant voor de hoogte van het in te kopen pensioen. Er is in veel gevallen immers sprake van een eindloontoezegging. Over de in te kopen periode kan het huidige salaris worden gehanteerd. Wel zal het over deze periode al opgebouwde pensioen moeten worden ingebouwd om teveel opbouw te voorkomen.”

Integrale aanpak

Een korte rondgang langs een aantal accountants die met name werken voor MKB-bedrijven en dga’s, leidt (onder voorwaarde van het niet noemen van namen) tot de conclusie dat ook de accountants nog niet erg actief zijn in het op orde brengen van de pensioenen. Gehoorde redenen zijn ‘er is nog geen software’, en ‘mijn klanten zijn alleen geïnteresseerd in aftrekposten’.

Pensioenadviseur Kees Beishuizen schudt bij het horen daarvan het hoofd. Hij vindt dat pensioen meer is en moet zijn dan een fiscale aftrekpost. “Ik pleit ervoor dat de komende veranderingen in pensioenland tevens zullen worden aangegrepen - ja, ook door accountants in de rol van dienstverlener - om dga’s ervan te overtuigen dat hun pensioenaftrek niet alleen ‘leuk’ is om de kortetermijncijfertjes wat mooier te maken, maar beslist ook heeft te maken met de dekkingsgraad voor het latere inkomen, het risicoprofiel van onderneming en ondernemer, met de risico’s van overlijden en arbeidsongeschiktheid en met financiële planning, successieplanning en lijfrenteafhandeling.” Beishuizen pleit voor een integrale aanpak, waarvan het periodiek actualiseren een noodzakelijk en belangrijk kenmerk is.

Losse eindjes

Theo Gommer heeft hierover opvattingen die goeddeels gelijkluidend zijn. “Waar het in ieder geval op aankomt, is dat de pensioenbrief van de dga op 1 juni 2004 in orde is. Als dat tijdig en vakkundig wordt aangepakt, komt men vanzelf langs de mogelijkheid van de inkoop van dienstjaren, het verleden inventariseren en van allerlei losse eindjes opschonen en de gehele verzekeringsportefeuille tegen het licht houden. Men komt dan met andere woorden op een goede overgang van het oude naar het nieuwe pensioenregime.”

Daarbij wijst Gommer erop dat het wat betreft de Balkenende-breuk beter is om voor 1 januari 2004 actie te ondernemen, want dan kan er nog van een overgangsregeling gebruik worden gemaakt. Gommer merkt wel op dat de Witteveen-knip geen direct effect heeft op zaken als arbeidsongeschiktheid, overlijden en pensioenafwikkeling bij echtscheiding, maar dat daaraan bij een aanvullende inventarisatie natuurlijk wel aandacht moet worden gegeven.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.