Opinie

Veertig jaar en vele verklaringenherzieningen verder...

Ik geloof niet dat 'accountantsverklaringenherzieningsvermoeidheidssyndroom' voorkomt in de top 100 van psychopathische aandoeningen. Maar ik maakte deze zelfdiagnose wel, toen ik via een FD-artikel kennisnam van de goede intenties van collega Arnold Schilder.

Hij wil zijn start als voorzitter van de IFAC International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB) sieren met het goede voornemen om 'het instrument waarmee de functie werkt' - heb ik altijd een treffende benoeming gevonden voor de accountantsverklaring - weer door de semantische en syntactische gehaktmolen te halen.

Neen, het gaat ditmaal niet om ‘kleine geluiden', maar om bottomline accountantstaalgebruik op wereldniveau!

Welnu, ik heb goed en slecht nieuws voor Arnold. En misschien is het goed om dit te delen met de legioenen accountants die er pegeltjes over zullen zweten maar - ceteris paribus - de belangrijkste versies nooit in de praktijk toegepast zullen zien.

Het goede nieuws is dat zo'n exercitie altijd wel wat toegevoegde waarde zal hebben, al is het maar als herbevestiging dat het met het huidige stelsel helemaal nog niet zo slecht is gesteld.

Het geeft ook weer eens gelegenheid om het ongezien pijnlijke in de beroepsuitoefening op de publieke bühne te brengen: De binnenkamergevechten die openbare accountants voeren - bij iedere opdracht weer - om de cliënt af te brengen van onwenselijke financiële rapporteringsgedachten en hem al doende tot de poort van de goedkeurende hemel te leiden. Als het echt moet met het rubberen mes der afkeuringsdreiging in de rug.

Meestal is dat in een vijf voor twaalf accountants-eigen-actie-eindproductiefase. Het moment waarop menig accountant in menige opdracht de onbekende soldaat speelt. En er slachtoffers (kunnen) vallen onder de onzen, en bedienende vennoten worden afgeschoten of verschoven naar andere cliënten. En het moment waarop professionele en sociale vaardigheid alsmede ieders persoonlijk risico en het maatschaprisico - en de winstdelings ap­petite­ - op de (vuur)proef worden gesteld.

Het slechte nieuws daarentegen is dat de kern van het geloofwaardigheidsprobleem van het beroep ‘m niet langer zit in de boodschap, maar in de boodschapper zelve. Jawel, in diezelfde onbekende soldaat.

Dat was zo onder het verklaringenstelsel waar ik bij het begin van mijn carrière mee bekend ben geraakt - met zijn eenvoudige 'ja', 'ja maar', 'neen', en 'weet ik veel' syntax. Maar ook met de nieuwe stelsels die daar vele tientallen jaren op volgden, nationaal en internationaal. En die niet zo bar veel verschilden van het 'klassieke', afgezien dan van de wat meer formeel-juridische benadering over wie, waar, welke onzekerheden het eerst tot uitdrukking moet brengen: de cliënt of de accountant.

Neen, het gaat om de vraag of een ambachtsman die publiekelijk alsmaar EEN van zijn beschikbare werktuigen hanteert (en geen ander) - en dus altijd 'ja' zegt, wat de weersomstandigheden ook zijn - nog geloofwaardigheid kan behouden. Vooral als zo'n vakman zelfs nooit gebruikt maakt van de optie die hem vrijelijk ter beschikking staat om een toelichtende paragraaf toe te voegen zonder daar instrumentele niet-goedkeurende consequenties aan te verbinden.

Zouden wij een tandarts kiezen waarvan het bekend is dat hij het in zijn lange carrière nog nooit nodig heeft gevonden een wortelkanaalbehandeling voor te schrijven, of er zelfs maar voor te waarschuwen?

Verklaringenherzieningen zijn voor mij verworden tot de excuus-Truus van een beroep dat tijd wil kopen en, voorspelbaar, meer optisch dan praktisch de goalpalen verzet - en zo ontsnapt aan verantwoording over gedane zaken. Het beeld van de ambachtsman die altijd weer zijn gereedschap blameert, doemt op.

Dus ik hoop dat IAASB-voorzitter Schilder deze exercitie van een hele andere kant begint.

Het kan niet meer gaan over nieuwe nuances over hoe een koe kan loeien - van een goedkeurend crescendo tot en met een afkeurende decrescendo. Of over een nog veelzeggender koe als een oordeelsonthouding.

Neen, als deze IFAC-oefening enige externe geloofwaardigheid wil hebben - en de inhoudelijke intentie is om de verklaringskoe echt bij de horens te nemen - dan bij deze het indringende advies mijnerzijds dat zulks het beste kan gebeuren door eerst de koe zelve eens goed in de kont te kijken.

Dat wordt een ongemakkelijke oefening, voor koe en kijker, maar daar zullen we hem vanuit deze Accountant.nl-kolommen graag constructief bij helpen.

We kunnen geen betere redenen bedenken collega Schilder een gezond 2009 toe te wensen.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.