Opinie

Een nieuwe rode lijn

Rond het herstel van het maatschappelijk vertrouwen in de accountancysector, kwam er onlangs weer een hobbeltje op de weg. 'Deloitte lapt door de sector gewenste roulatie aan zijn laars', kopte De Telegraaf op 3 oktober.

Een discussie tussen Deloitte en de beoogde nieuwe accountant over het al dan niet opnemen van een stichting van oud-partners in de jaarrekening, leidde tot het besluit van Deloitte om de zittende accountant (EY) aan te houden. Daarmee werd afgeweken van de vrijwillige regel dat ook oob-accountantsorganisaties zelf periodiek van externe accountant wisselen, concludeerde De Telegraaf op basis van een gelekte brief van RvC-voorzitter Floris Deckers aan de partners.

Vaktechnisch zal de kwestie ongetwijfeld tal van nuances kennen, die alle ruimte laten voor legitieme menings- en interpretatieverschillen. Accountants van Deloitte en EY vonden het prima om de “bestendige gedragslijn om de balans en de resultaten van Stichting InterNos niet te consolideren in de geconsolideerde jaarrekening van Deloitte Holding BV” te continueren. Maar in de selectiegesprekken met de opvolger van EY bleek dat de voorkeurskandidaat deze lijn “naar de toekomst toe vermoedelijk niet zou ondersteunen”.

Alhoewel Deckers het in zijn brief aan de partners “logisch en verstandig” noemde dat Deloitte na meer dan tien jaar EY op zoek was naar een nieuwe accountant, bracht het verslaggevingsdispuut met de beoogde opvolger daar verandering in. EY mag de komende vier boekjaren gewoon blijven.

Vanuit het oogpunt van reputatiemanagement vallen meteen wat zaken op:

  1. Het nieuws komt naar buiten door het lekken van een vertrouwelijke brief door een partner (of andere goede ingewijde) bij Deloitte. Kennelijk bestaat er dus ook in eigen huis discussie over de door de RvC gevolgde lijn. Dat had een alarmbel moeten doen afgaan.
  2. Met het lekken van de brief aan De Telegraaf, en niet naar een wat meer ingetogen krant als het FD, weet je zeker dat in de berichtgeving vaktechnische nuances verdwijnen.. Dan ben je als ´klokkenluider´ dus echt boos en uit op reputatieschade.
  3. De brief dateert van 18 augustus en de ALV waarop het voorstel van de RvC om EY als externe accountant aan te houden, vond plaats op 19 september. Deloitte had dus alle tijd om in de afgelopen weken zelf actief naar buiten te gaan met het aanhouden van EY, ondanks de vrijwillige rotatieregel.
  4. Nadat Deloitte werd gebeld door De Telegraaf, is volstaan met een korte mondelinge reactie. Een eigen bericht op de site van Deloitte ontbreekt. Ook nadat de brief op straat lag, had Deloitte meer duiding en uitleg kunnen geven dan het tot nu toe heeft gedaan.

Het lekken van vertrouwelijke informatie is ook onder partners al lang geen taboe meer. Mogelijke controversiële correspondentie moet daarom altijd tegen het licht worden gehouden. ‘Hoe kan dit bij de buitenwacht overkomen?’, is dan de essentiële spiegel die organisaties zichzelf moeten voorhouden. In het goede verhaal dat de gang van zaken bij Deloitte kan verklaren, liggen nog wel wat pijnpunten verborgen.

  1. De periodieke roulatie door oob’s van externe accountant is de wettelijke uitkomst van een maatschappelijk debat om de onafhankelijkheid en kwaliteit van de accountantscontrole beter te borgen. Alhoewel de grote accountantsorganisaties zich steeds tegen deze wettelijke maatregel hebben verzet, mag redelijkerwijs verwacht worden dat zij zich hier nu van harte aan conformeren. Dat de vrijwillige opvolging van de rotatieregel door Deloitte kennelijk als een nogal vrijblijvende zaak wordt beschouwd, geeft geen vertrouwen dat zij de wenselijkheid van rotatie ook met een intrinsieke motivatie bij hun controlecliënten uitdragen.
  2. Het vertrouwen in de rol van de externe accountant wordt mede gedragen door de aanname dat een bedrijf alles op alles zal zetten om een niet-goedkeurende verklaring te vermijden. Door zijn rug recht te houden, zal de accountant – achter de schermen – een bedrijf alsnog bewegen om de verslaggeving naar zijn inzicht aan te passen, zo luidt de theorie. Dat je ook gewoon naar een andere accountant kunt zoeken die minder moeilijk doet, is de tip die Deloitte lijkt te geven. Dat voelt ongemakkelijk. Ook omdat Deloitte nu zelf de indruk wekt een accountant te (willen) zijn met een soepele ruggengraat.
  3. Transparantie staat hoog in het vaandel van iedere accountantsorganisatie. Door het lek naar De Telegraaf stond Deloitte meteen met 2:0 achter. Allereerst omdat het dispuut met de nieuwe accountant ging om de vraag of Deloitte wel of niet transparant hoefde te zijn over de financiële relatie met InterNos (die naam lijkt ook wat ongelukkig gekozen). En vervolgens omdat Deloitte niet zelf naar buiten ging met het aanhouden van EY, ondanks het feit dat daarmee werd afgeweken van de Code Corporate Governance.
  4. Het verweer dat Deloitte niet wettelijk is gehouden aan de Code Corporate Governance komt wat zwak over door de nadruk waarmee Deloitte – zowel in de brief van Deckers als de toelichting aan De Telegraaf – benadrukt achter het principe van accountantsroulatie te staan. Dan geldt het comply or explain-principe: welke zwaarwegende reden van Deloitte in de casus van InterNos was er dan om de accountantswissel los te laten? Alleen omdat de nieuwe accountant anders keek naar een verslaggevingsgewoonte die altijd zonder mokken door de accountant was toegepast? Waarom dan geen bindende opinie gevraagd aan een onafhankelijke derde, en daarvan keurig in het jaarverslag melding gemaakt? En waarom werd EY meteen ‘beloond’ met een nieuwe termijn van vier jaar?  
  5. In de brief beschrijft Deckers dat de commissie die een nieuwe accountant zocht, bestond uit de AC alsmede de cfo, het hoofd Finance en het hoofd Interne Audit Dienst. En dat terwijl de AFM dit jaar waarschuwde voor een te grote invloed van de cfo op de selectie van een nieuwe accountant. Dat steekt hier extra omdat een relatief ‘jonge’ AC zich moest buigen over een oude gewoonte in het Deloitte-huis. Is het niet waarschijnlijk dat juist de cfo, sinds 1989 partner van Andersen (en daarmee later Deloitte) en vanaf 2005 verantwoordelijk voor de financiële portefeuille, moeite had met het standpunt van de beoogde accountant dat het jarenlange verslaggevingsgebruik eigenlijk niet door de beugel kon? Heeft de cfo daarop zijn veto uitgesproken om met de nieuwe accountant in zee te gaan? Of heeft de cfo zich toch, zoals de AFM graag ziet, beperkt tot het louter faciliteren van het selectieproces?
  6. De voorzitter van de RvC toont zich wel een erg enthousiaste pleitbezorger van de verslaggevingstraditie van Deloitte, die hij zelfs als “onze bestendige gedragslijn” omarmt.  Maar zijn de kersverse RvC’s niet juist in het leven geroepen om min of meer namens ons allemaal als onafhankelijk toezichthouder de oob-accountants scherp te houden, vooral rond cultuur en gedrag waarin het publieke belang het onderspit delft ten opzichte van particuliere belangen van bedrijf, partners of zelfs oud-partners? Aan wiens kant staan deze commissarissen eigenlijk?
  7. In een reactie aan De Telegraaf stelde Deckers: “Het is aan de RvC om dit proces te leiden (de selectie van een nieuwe accountant, jww), daarover een voorstel te doen en verantwoording af te leggen over een zorgvuldige afweging van de gemaakte keuze”. De uitgebreide beschrijving in de vertrouwelijke partnerbrief én de summiere publieke toelichting maken precies duidelijk aan wie Deckers meent dat de RvC verantwoording af dient te leggen: aan de partners die tevens de aandeelhouders vormen waaraan de RvC adviseerde om af te zien van een accountantswissel. Daarmee lijkt Deckers toch een wat andere opvatting te hebben dan politiek Den Haag en de AFM over wie nu de ‘morele’ opdrachtgever is van de commissarissen die sinds kort bij accountantsorganisaties toezicht houden.

De casus maakt duidelijk dat ook de commissarissen van Deloitte kennelijk niet in staat zijn om hun antenne goed af te stellen op de geluiden in het maatschappelijk verkeer en accountants mee te helpen om cultuur en gedrag beter in de pas te laten lopen van publieke verwachtingen. Natuurlijk hoeven accountants niet Roomser te zijn dan paus Franciscus, al zou dat wel verfrissend zijn. Maar wanneer de verwondering over beleidsbeslissingen al onder de partners begint, is het zaak tijdig te anticiperen op maatschappelijk gemor en adequaat te reageren met een goed en overtuigend verhaal.

Stilzwijgen is naïef en kortzichtig. Het risico is nu groot dat minister Dijsselbloem – met een vloek en een zucht - alsnog besluit om de periodieke accountantswissel ook voor oob-accountants-organisaties bij wet te verplichten. Kort geleden hield de minister nog een toespraak voor Europese accountants. “Er is meer dan alleen je aan de wet houden”, zei Dijsselbloem bij die gelegenheid, “Je kunt eigen standaarden en morele overwegingen hebben die je ver houden van die rode lijn”.

Het vergt voor de minister slechts een pennenstreek om een nieuwe rode lijn te trekken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan-Willem Wits is zelfstandig communicatieadviseur en werkt onder andere voor uiteenlopende opdrachtgevers in de accountancy.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.