Tuchtrecht

Jaarrekening notariskantoor terecht goedgekeurd

Een lawyer's letter is voldoende om een voorziening voor juridische claims in de jaarrekening goed te keuren.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 11/137
Datum uitspraak:
14 maart 2013
Oordeel:
beroep ongegrond, klacht ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2013:CA0255

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een notaris betaalt zonder rechtsgeldige toestemming 8,5 ton van zijn derdengeldenrekening aan personen die geen recht op dat geld hebben. De vennootschap waaraan de notaris verbonden is, verwacht hierom juridische claims en zet hiervoor onder meer een voorziening op de jaarrekening ter grootte van 5 ton. Een registeraccountant keurt de jaarrekening van de vennootschap goed.

Twee notarissen die de vennootschap de rug hebben toegekeerd, vechten deze goedkeuring aan. In hun ogen had de voorziening niet in de jaarrekening moeten worden opgenomen en heeft de goedkeuring geen deugdelijke grondslag. De accountant had aanvullende werkzaamheden moeten verrichten en niet kunnen volstaan met de grove schatting uit de lawyer's letter die het advocatenkantoor van de vennootschap heeft opgesteld. Ze dienen een klacht in bij de Accountantskamer, die de klacht ongegrond verklaart. De twee gaan in hoger beroep tegen deze uitspraak.

Beroepsgronden

  • De claim moest niet worden opgenomen in de jaarrekening, maar in de toelichting daarop.
  • De Accountantskamer concludeert ten onrechte dat de accountant voldoende werkzaamheden heeft verricht voor de goedkeuring.
  • De Accountantskamer zegt ten onrechte dat de klagers niet hebben gespecificeerd wat terug te vorderen valt van de ontvangers van het ten onrechte uitbetaalde geld en van de uitbetalende notaris.

Oordeel in beroep

Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven legt om te beginnen uit waarom niet alleen de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam maar ook de tuchtrechter kan oordelen over vraagstukken inzake het jaarrekeningenrecht. Daarbij wijst het college op zijn recente uitspraak over de jaarrekening van Landis. De jaarrekening moet voldoen aan het inzichtvereiste en andere (wettelijke) voorschriften. Als die ruimte laten voor verschillende keuzen kan de accountant geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt als hij de keuze van het ondernemingsbestuur aanvaardt. Aan die maatstaf kan de Accountantskamer het optreden van een accountant toetsen.

Volgens het college heeft de accountant voldoende aanvullende werkzaamheden verricht om de post van 5 ton te kunnen goedkeuren. Hij heeft de dossiers bestudeerd, aanvullende informatie opgevraagd, overlegd met het bestuur en de financieel deskundige van de vennootschap en kennisgenomen van het onderzoek naar het doorstorten van derdengelden. Verder heeft hij het bestuur een lawyer's letter laten aanvragen en het bestuur naar aanleiding van die letter doorgevraagd over het bedrag van 5 ton. De accountant is dus niet alleen maar afgegaan op informatie van het bestuur.

Voor wat betreft de vorderingen op de onrechtmatige ontvangers en de uitbetalende notaris mocht de accountant afgaan op de informatie van het bestuur en lag het niet op zijn weg zelf nog nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden om geld terug te eisen.

Maatregel

Geen.

Annotatie Jan Achten bij AWB 11/137 en 10/1074

Ook na deze uitspraken blijft het de vraag of een afwijking van de RJ-richtlijnen op zichzelf voldoende is om een tuchtrechtelijk verwijtbare misslag aan te nemen. In deze vennootschappen in verband met een financiering door de Rabobank. In de vier Ahold-arresten uit 2006 heeft de strafkamer van het Amsterdamse gerechtshof gezegd dat de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving weliswaar geen exclusieve, maar wel 'een gezaghebbende kenbron van normen' zijn 'die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd voor het verschaffen van het wettelijk vereiste inzicht' (zie met name LJN BH1789 paragraaf 3.7). De richtlijnen zijn dus een richtsnoer voor de manier waarop je de Nederlandse en Europese regels over het inzichtvereiste moet uitleggen. Het Hof zegt ook dat de richtlijnen moeten worden toegepast binnen de grenzen van de wet en de Europese Richtlijnen. Je kunt bij de toepassing van de richtlijnen alleen afwijken van de wettelijke regeling als de wetgever dat uitdrukkelijk toestaat. Als de RJ-richtlijnen méér voorschrijven dan de nationale of Europese wetgever - zoals het uitbrengen van een cash flow statement - zou de accountant dus geen misslag begaan als hij ermee akkoord gaat dat zo'n statement ontbreekt. Maar zeker is dat niet. Zo lang de Hoge Raad zich niet ondubbelzinnig heeft uitgelaten over de status van de RJ-richtlijnen blijft het gissen naar het antwoord.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.