Tuchtrecht

Doorhaling na prognose als 'feitelijke bevinding'

Een registeraccountant en een accountant-administratieconsulent presenteren een prognose als 'feitelijke bevinding'. Zij wisten dat die prognose te optimistisch was en speelden een dubbelrol. Het integriteitsbeginsel is het enige beginsel dat zij niet hebben geschonden.

Accountantskamer

Zaaknummers:
14/2645 en 14/2646 Wtra AK
Datum uitspraak:
30 maart 2015
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
tijdelijke doorhaling voor 1 maand
Status:
tijdelijke doorhaling voor 3 maanden ipv 1 maand, CBb 18 januari 2017, AWB 15/359
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2015:47, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een particuliere woonzorginstelling exploiteert sinds medio 2012 vijftien zorgstudio’s in een gebouw. De verhuurder is van plan het gebouw te verkopen en vraagt een accountantskantoor om een “toekomstparagraaf” op te stellen over de (exploitatie door de) huurster. Het kantoor is accountant van zowel verhuurder als huurster.

Een geïnteresseerde koper vraagt de belastingadviseur van het accountantskantoor medio 2013 of de opdracht op zijn naam kan worden gezet. De belastingadviseur laat begin 2014 weten dat hij van de zorginstelling nog geen toestemming heeft ontvangen om haar financiële gegevens te verstrekken aan derden. Hij voegt eraan toe dat de verhuurder de nota’s van het accountantskantoor nog niet allemaal heeft betaald.

Een week later bevestigt een jurist van het accountantskantoor de opdracht om een toekomstparagraaf op te stellen over de huurster. In de bevestiging staat dat de paragraaf alleen bedoeld is voor de verkoop van het pand en dat het onderzoek zal worden uitgevoerd volgens Standaard 4400. De prognose wordt:

  • een verslag van feitelijke bevindingen,
  • waaraan geen zekerheid kan worden ontleend en
  • waarbij de opdrachtgever dus zelf een oordeel moet vormen.

De zorginstelling bekijkt in december 2013 en januari 2014 of de exploitatie van de instelling kan worden verkocht aan een derde, die vervolgens een ‘due diligence’-onderzoek laat uitvoeren. Daarvoor stuurt de zorginstelling eind januari aan een accountant-administratieconsulent van het accountantskantoor een prognose 2014 met het verzoek die terug te rekenen naar een bezetting van 80 procent. De AA geeft de prognose aan de kantoordirecteur, een registeraccountant.

Eind januari 2014 zijn alle vijftien zorgstudio’s bezet. In de loop van het jaar valt de bezetting terug tot elf á dertien studio’s, omdat enkele zorgbehoeftige bewoners overlijden. De kantoordirecteur brengt een rapport van feitelijke bevindingen uit met dezelfde voorbehouden als uit de opdrachtbevestiging. In het rapport staat dat de accountants:

  • zijn uitgegaan van het opgestelde exploitatieoverzicht over het volledige boekjaar 2014 (100-procentsbezetting);
  • inlichtingen hebben ingewonnen bij de directie van de zorginstelling;
  • de uitgangspunten van de directie hebben onderzocht door die te toetsen aan de cijfers van andere particuliere woonzorgvoorzieningen;
  • de aannames van de directie hebben getoetst aan de voorlopige cijfers 2013, die zij hebben opgesteld;
  • zijn aangesloten bij de belangenvereniging voor particuliere woonzorginstellingen;
  • accountant zijn bij een groot aantal particuliere woonzorginstellingen in heel Nederland;
  • veel ervaring hebben in de financiële begeleiding van particuliere woonzorginstellingen.

De bijgevoegde prognose is een cijferopstelling van opbrengsten en kosten op basis van een “begroting directie” van 100% en een begroting door de zorginstelling van 95%. De eerste begroting laat een positief resultaat voor belastingen zien van 249.350 euro en de tweede begroting één van 184.438 euro. De AA heeft het rapport gereviewd voordat het werd uitgebracht. Het rapport is niet verstuurd aan de bestuurster van de zorginstelling en ook niet in concept-vorm aan haar voorgelegd.

Tezamen met een positief oordeel over de bouwkundige staat, besluit de opdrachtgever van de accountants het pand aan te kopen. Het pand wordt eind maart 2014 geleverd.

Begin mei uit de bestuurster van de zorginstelling haar zorg over de continuïteit en dringt aan op structurele huurverlaging. Eind mei bespreken de koper, de AA, de belastingadviseur en de bestuurster dit verzoek. De directrice haalt in het gespreksverslag enkele opmerkingen van zichzelf door. Overeind blijft dat zij zich distantieert van de inhoud van de accountantsrapportage en dat zij vindt dat de accountants de cijfers, die zij eerder aan het kantoor had toegestuurd, niet hadden mogen gebruiken.

In juni 2014 klaagt de koper bij het kantoor over het rapport. In het antwoord schrijft de belastingadviseur dat:

  • het kantoor tijdens de bespreking uitdrukkelijk heeft gezegd dat de rapportage en de prognose correct zijn geweest;
  • de bij de rapportage aangehechte prognose het belangrijkste uitgangspunt was;
  • in de rapportage uitdrukkelijk enkele voorbehouden zijn gemaakt, zoals de omstandigheid dat de prognose ook werkelijk behaald zou moeten worden;
  • in de rapportage duidelijk is aangegeven dat de werkelijkheid door gewijzigde wet- en regelgeving en economische omstandigheden zou kunnen afwijken van de prognose;
  • achteraf gebleken is dat de prognose door de gewijzigde omstandigheden inderdaad niet kon worden behaald;
  • de rapportage niettemin correct is geweest.

De koper dient een klacht tegen de accountants in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountants hadden het rapport nooit (in deze vorm en met deze inhoud) mogen uitbrengen.

Oordeel

De klacht is grotendeels gegrond.

Het accountantskantoor trad ook op voor de verhuurder en de exploitant van de woonzorginstelling. De accountants hebben geen aandacht geschonken aan de bedreigingen voor de vertrouwelijkheid en hun objectiviteit of hebben daarover in ieder geval niets vastgelegd. Alleen al hierom hebben zij zich niet gehouden aan de plicht tot professionele oordeelsvorming en aan het toetsingskader van de VGBA.

De accountants hebben verder onvoldoende distantie in acht genomen en hadden transparant moeten zijn over hun rollen. De accountants hebben ook de Praktijkhandreiking persoonsgerichte onderzoeken (nummer 1112) genegeerd. Die verstaat onder persoonsgericht onderzoek de opdracht het functioneren, handelen of nalaten van een (rechts)persoon te onderzoeken en daarvoor werkzaamheden met een verifiërend karakter uit te voeren, zoals het verzamelen en analyseren van (al dan niet financiële) gegevens en het rapporteren van de uitkomsten.

Uit de opdrachtbevestiging en het uit rapport blijkt onmiskenbaar dat het ging om een inschatting van het toekomstig functioneren van de directrice. De accountants hebben de procedurele waarborgen voor persoonsgerichte onderzoeken veronachtzaamd. Bovendien hebben zij hun professionele oordeelsvorming daadwerkelijk laten aantasten door:

  • het verzoek te negeren om de 100-procentsbezetting terug te rekenen tot een bezetting van 80 procent;
  • wel het verzoek op te volgen om “geen werkelijke cijfers” van de zorginstelling te gebruiken.

De Accountantskamer snapt niet de accountant met laatstgenoemde beperking nog zinvol hun opdracht konden uitvoeren.

De accountants hadden een concept van de rapportage moeten voorleggen aan de zorginstelling. De vertrouwelijkheid tegenover de klager was daarvoor geen beletsel, omdat het gaat om gegevens van de zorginstelling zelf. De accountants hebben:

  • in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van objectiviteit;
  • idem van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid;
  • voorts het accountantsberoep in diskrediet gebracht, wat een overtreding oplevert van het fundamentele beginsel van professionaliteit;
  • het geheimhoudingsbeginsel geschonden tegenover de zorginstelling, omdat zij geen (impliciete) toestemming hadden om de eerder verstrekte gegevens te gebruiken. 

Het foutenfestival houdt hiermee niet op. De accountants wilden een rapport van feitelijke bevindingen uitbrengen volgens NVCOS 4400. Het rapport en de werkzaamheden zijn gebaseerd op de prognose 2014, die de zorginstelling heeft afgegeven met het verzoek die terug te rekenen op basis van een bezetting van 80 procent. Met een prognose wordt geprobeerd aan te sluiten bij een beoogde en/of verwachte werkelijkheid. De accountants hebben echter gezegd dat zij geen werkelijke cijfers van de instelling mochten gebruiken. Daarom is het vreemd dat zij de rapportage zonder meer baseerden op die prognose.

Het terugrekenverzoek is een duidelijke aanwijzing dat de instelling een volledige bezetting niet vanzelfsprekend vond. In het rapport schrijven de accountants ook dat zij in de huidige markt veel particuliere woonzorgvoorzieningen zien met een lagere bezetting. Tegen die achtergrond is het dan ook niet passend om een prognose op basis van 100 procent bezetting als een feitelijke bevinding te rapporteren. Naar algemeen spraakgebruik betekent feitelijke bevinding “werkelijk resultaat na waarneming” of “werkelijke uitkomst na onderzoek”. Je moet een prognose dus ook niet rapporteren in de vorm van een feitelijke bevinding.

Door de prognose te rapporteren als een feitelijke bevinding hebben de accountants meer gezag verleend aan die prognose dan wanneer de zorginstelling die prognose zelf aan de koper had gegeven. De accountants schrijven ook dat:

  • de prognose mede aan de hand van vergelijkende cijfers is onderzocht en getoetst;
  • het exploitatieoverzicht verder “op een juiste wijze op basis van de veronderstellingen opgesteld en toegelicht in overeenstemming van Titel 9 Boek 2 BW”.

Volgens de Accountantskamer kun je zulke bewoordingen opvatten als een conclusie die bedoeld is om het vertrouwen in de uitkomst van het onderzoek te versterken. Aan de andere kant hebben de accountants aangevoerd dat zij geen enkele zekerheid wilden verstrekken. Deze tegenstrijdigheid hadden zij moeten vermijden.

Dat de accountants nu zeggen dat “het rapport nooit bedoeld is geweest, en daar ook volkomen ongeschikt voor is, om te dienen als een zelfstandige ondersteuning bij het beoordelen van de klaagster voorgenomen investering”, vindt de Accountantskamer onbegrijpelijk. Zowel uit de opdrachtbevestiging als uit het rapport zelf blijkt immers dat de (potentiële) koper inzicht wilde hebben in de financiële toekomst van de enige huurder van het pand en dat hij daarom de opdracht heeft gegeven. Verder mag je aannemen dat een accountant weet dat de gegoedheid van de huurder en het verwachte rendement op de investering normaal gesproken uitermate relevant wordt gevonden bij een verhuurd bedrijfspand. Anders dan de accountants voorwenden, wisten zij dat de uitkomst van hun werkzaamheden een rol zouden spelen bij de beslissing om het pand al dan niet aan te kopen en zo ja, op welke voorwaarden.

Dat de klager zich voorafgaand aan de opdracht van 17 januari 2014 heeft laten bijstaan door een adviseur/accountant betekent niet dat de beklaagde accountants:

  • zich niet behoefden te houden aan de regels en fundamentele beginselen;
  • niet anders hadden moeten rapporteren;
  • dan wel niet meer of anders onderzoek hadden doen alvorens te rapporteren.

Daar komt bij dat de ingeschakelde adviseur/accountant alleen maar kon beschikken over de informatie in het rapport en die informatie dus niet kon verifiëren of toetsen. De accountants hebben daardoor niet vakbekwaam en niet zorgvuldig gehandeld.

De Accountantskamer kraakt nog enkele harde noten over de inhoud van het rapport. De accountants hebben het terugrekenverzoek in de wind geslagen, terwijl zij elders juist expliciet schrijven dat veel particuliere woonzorgvoorzieningen een lagere bezetting hebben. Op de zitting is gezegd dat de instelling van medio 2012 tot januari 2014 een gemiddelde bezetting heeft gehad van 60 procent. Het rapport geeft daarin geen inzicht noch in de lagere bezettingsgraad van andere particuliere woonzorgvoorzieningen.

In het rapport staat dat de accountants de prognose hebben onderzocht door:

  • daarover inlichtingen in te winnen bij de directie;
  • de prognose te toetsen aan de cijfers van andere particuliere woonzorgvoorzieningen
  • de prognose te toetsen aan de voorlopige cijfers 2013 die het kantoor had opgesteld.

Op de zitting is echter gebleken dat de accountants alleen maar een telefoontje hebben gepleegd om na te gaan wat de garantieomzet in de zorg (AWBZ) is. Uit niets blijkt dat zij speciaal voor deze opdracht inlichtingen hebben ingewonnen. De accountants hebben niet duidelijk kunnen maken wat de twee genoemde toetsingen hebben ingehouden. De prognose van 100 procent bezetting sloot volgens de accountants aan bij “een persoonlijke invulling” door hen zelf.

Kortom, het rapport met de bijgevoegde cijferopstelling wekt de indruk dat - als een bezetting van 100 procent al niet aan de orde zou zijn - dan toch een bezetting van 95 procent reëel was. Daarvoor bestaat echter geen deugdelijke grondslag.

In de belastende feiten ziet de Accountantskamer onvoldoende basis om aan te nemen dat de accountants “welbewust niet eerlijk en niet oprecht zijn opgetreden”. Het fundamentele beginsel van integriteit hebben zij daarom niet geschonden.

Het verwijt dat de accountants niet onafhankelijk zijn geweest is ongegrond. Enerzijds omdat je alleen onafhankelijk hoeft te zijn bij assurance-opdrachten en daarvan was hier geen sprake. Aan de andere kant is het een aspect van het objectiviteitsbeginsel en de Accountantskamer heeft al vastgesteld dat de accountants dat hebben geschonden.

Maatregel

Een tijdelijke doorhaling van één maand.

De accountants hebben kennelijk geen enkel besef gehad van de bedreigingen voor de naleving van de fundamentele beginselen, terwijl er diverse ernstige gebreken kleven aan zowel de totstandkoming als aan de inhoud van het rapport. Daardoor hebben de accountants in strijd gehandeld met vier van de vijf fundamentele beginselen. Ook op de zitting hebben de accountants niet of nauwelijks laten blijken dat zij inzien hoe onjuist en onzorgvuldig zij hebben gehandeld, terwijl zij daardoor de klager hebben benadeeld.

In hun voordeel spreekt dat zij een blanco tuchtblad hadden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.