Tuchtrecht

Nieuwe klachten in oude zaak stranden

De nieuwe klacht tegen een al doorgehaalde registeraccountant wordt niet behandeld, onder meer omdat daarover feitelijk al is geoordeeld en de accountant niet heeft gejokt bij de (tucht)rechter. De klachten tegen drie kantoorgenoten treffen evenmin doel.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/314, 16/315, 16/316 en 16/317 Wtra AK
Datum uitspraak:
12 december 2016
Oordeel:
niet-ontvankelijk resp. ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
bevestigd, CBb 10 juli 2018, 17/82
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2016:116, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant stelt van 1995 tot en met 2004 de jaarrekeningen samen van enkele vennootschappen uit een groep. Hij speelt een bedenkelijke multirol als medeaandeelhouder  van enkele groepsvennootschappen, als samensteller, als adviseur en als notulist van een aandeelhoudersvergadering waar een dividendbesluit werd genomen.

Na een klacht legt de Accountantskamer een doorhaling op met een herinschrijvingsverbod van twee jaar, onder meer omdat hij volhardt in de weigering uitsluitsel te geven over “zijn belangen in ondernemingen”. Daaruit blijkt dat hij totaal niet beseft hoe belangrijk objectiviteit is.

Volgens de minderheidsaandeelhouder van één van de groepsvennootschappen, die ook de klacht tegen de accountant indiende, hebben twee kantoorgenoten van de accountant ook een kwalijke rol gespeeld bij het dividendbesluit en het samenstellen van de jaarrekening. Na afloop van voornoemde klachtprocedure is de minderheidsaandeelhouder blijven corresponderen met een derde kantoorgenoot.

Begin 2016 dient de minderheidsaandeelhouder een klacht in tegen de doorgehaalde accountant en diens drie kantoorgenoten.

Klacht

De eerste (doorgehaalde) accountant heeft onder meer:

  • uit eigen belang stiekem geadviseerd om de gemaakte afspraken over het uit te keren dividend terug te draaien;
  • in de voorgaande de procedure bij de Accountantskamer gelogen en zijn belangen in een groepsvennootschap verzwegen;
  • de verlenging van een termijn op de agenda voor de algemene aandeelhoudersvergadering gezet om zijn traagheid met het samenstellen van de jaarrekening af te dekken;
  • aandeelhouders geadviseerd hoe hij zelf tot notulist kon worden benoemd in plaats van een notaris;
  • op die aandeelhoudersvergadering de notulen gemaakt, ondanks de bedreiging voor zijn objectiviteit, en die notulen gemanipuleerd.
  • geprobeerd de minderheidsaandeelhouder te weerhouden om te procederen over de afspraken over het uit te keren dividend en het verstrekken van een achtergestelde lening, terwijl hij toen zelf belangen had in enkele groepsvennootschappen.
  • een groepsvennootschap te kwader trouw laten procederen tegen de minderheidsaandeelhouder over managementvergoedingen die onverschuldigd betaald zouden zijn aan de minderheidsaandeelhouder.

De eerste kantoorgenoot:

  • is tot op de dag van vandaag onduidelijk over zijn betrokkenheid bij de jaarrekening over 2009 en zegt niets over de actieve betrokkenheid van de eerste accountant;
  • heeft de jaarrekening over 2009 niet gedaan met toewijding, voldoende diepgang en voldoende voortvarendheid;
  • is niet corrigerend opgetreden toen hem bekend werd dat de jaarrekeningen van enkele groepsvennootschappen niet met elkaar spoorden en heeft de eerste accountant zijn gang laten gaan, waardoor de opdrachtteams van de vennootschappen niet gescheiden waren.

De tweede kantoorgenoot:

  • is tot op de dag van vandaag onduidelijk over zijn betrokkenheid bij de jaarrekening over 2009 en zegt niets over de actieve betrokkenheid van de eerste accountant;
  • heeft de jaarrekening over 2009 niet gedaan met toewijding, voldoende diepgang en voldoende voortvarendheid;
  • heeft in zijn samenstellingsverklaring bij de jaarrekeningen over 2009 in strijd met de waarheid verklaard dat hij zijn samenstellingsopdracht had gekregen van de algemene vergadering van aandeelhouders;
  • heeft, op verzoek van de eerste accountant en de directie geen concept voor de jaarrekening over 2009 voorgelegd voordat hij zijn samenstellingsverklaring bij die jaarrekening afgaf;
  • was niet open over de vraag waarom hij de omstreden dividenduitkeringen en de achtergestelde leningen niet in de definitieve jaarrekeningen over 2009 had verwerkt, maar wel de dividenduitkeringen van twee andere partijen, waarover gelijktijdig was besloten;
  • is niet corrigerend opgetreden toen hem bekend werd dat de jaarrekeningen van enkele groepsvennootschappen niet met elkaar spoorden.

De derde kantoorgenoot heeft zijn ogen gesloten voor de misstanden bij het accountantskantoor, terwijl de klager hem daarover uitvoerig had geïnformeerd.

Oordeel

De klacht tegen de eerste accountant is niet-ontvankelijk. De klachten tegen de eerste en tweede kantoorgenoot zijn niet-ontvankelijk respectievelijk ongegrond. De klacht tegen de derde kantoorgenoot is ongegrond.

De klager klaagt over feiten waarover in een eerdere tuchtprocedure tegen dezelfde accountant al een onherroepelijk oordeel is geveld. Dat is niet behoorlijk. De Accountantskamer heeft eerder gezegd dat je desondanks een nadere klacht kunt indienen als de accountant in de tuchtprocedure iets heeft gezegd dat bewust onjuist of misleidend en dus te kwader trouw blijkt, dan wel in de ogen van een redelijke en goed geïnformeerde derde schadelijk is voor de goede naam van het accountantsberoep. De tuchtrechter moet daardoor dan daadwerkelijk zijn misleid.

De Accountantskamer hanteert dit uitgangspunt ook als:

  • de eerdere tuchtprocedure – zoals in dit geval - is geëindigd met een onherroepelijke uitspraak;
  • de uitlatingen zijn gedaan en de standpunten zijn ingenomen in een procedure bij de civiele rechter.

In dit geval is zijn de klachtonderdelen tegen de eerste accountant niet-ontvankelijk omdat:

  • zij indruisen tegen het concentratiebeginsel (alle verwijten in één procedure aan de orde stellen als dat kan);
  • zij indruisen tegen het beginsel van ne bis in idem (geen tweede klacht/oordeel over hetzelfde feit);
  • de accountant de Accountantskamer niet heeft misleid;
  • de klacht te laat is ingediend vanwege de driejaarstermijn.

Ook enkele onderdelen van de klacht tegen de eerste en tweede kantoorgenoot zijn te laat ingediend en dus niet-ontvankelijk. Voor de rest zijn de klachten tegen hen ongegrond, omdat zij feitelijk onvoldoende zijn onderbouwd. De klacht tegen de derde kantoorgenoot is ongegrond, omdat die onvoldoende is gepreciseerd.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.