Tuchtrecht

Fiscale broederdienst met oogkleppen

Een accountant-administratieconsulent informeert de fiscus en de alimentatierechter verkeerd, omdat hij de gegevens die zijn broer verstrekt niet verifieert. Dat is niet integer, niet objectief, onzorgvuldig en ondeskundig.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/1328 Wtra AK
Datum uitspraak:
17 februari 2017
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2017:13

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De broer van een openbaar accountant is in 2010 gescheiden. De AA verzorgt de jaarlijkse belastingaangifte voor de bv van zijn broer en de aangifte inkomstenbelasting voor de broer in privé. Na de echtscheiding voeren de broer en zijn ex diverse procedures over de alimentatie en de boedelscheiding. In 2014 bereiken zij tijdens een zitting bij het gerechtshof overeenstemming over de volgende regeling:

  • de man betaalt de vrouw eenmalig tien mille aan achterstallige partneralimentatie;
  • de vrouw ziet af van verdere partneralimentatie;
  • de man betaalt voor één kind 300 euro per maand aan kinderalimentatie;
  • de vrouw krijgt de echtelijke woning en betaalt daarvoor het bedrag van de overbedeling;
  • de vrouw zal 86.625,17 euro overmaken ten gunste van haar ex.

In december 2014 passeert de notaris de boedelscheidingsakte, de vrouw maakt het bedrag over naar de derdenrekening van de notaris, die het doorstort naar de man.

In 2015 zegt de man tegen de vrouw dat hij de kinderalimentatie van 300 euro te hoog vindt en niet meer kan betalen. In november 2015 dient hij een verzoekschrift in bij de rechtbank om de alimentatie te wijzigen. Hij voegt de aangiften IB van 2013 en 2014 en de jaarrekening van 2014 zijn bv bij, die zijn broer heeft opgesteld.

De vrouw dient een klacht tegen haar ex-zwager in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft (bewust) onjuiste, onvolledige en misleidende informatie in de opgaven gezet, waarbij de onjuistheden steeds in het voordeel zijn van zijn broer en schadelijk voor de vrouw.

Oordeel

De klacht is gegrond.

IB-aangiften

Volgens de vrouw heeft de accountant in de IB-aangifte het vermogen in box 3 volledig achterwege gelaten, terwijl zijn broer wel degelijk vermogen had, te weten spaarsaldi en het (geliquideerde) aandeel in de echtelijke woning.

De accountant zegt dat:

  • hij het box 3-vermogen en het daaruit voortvloeiende inkomen heeft gebaseerd op het saldo van de bezittingen minus de schulden;
  • hij bij IB-aangiften voor cliënten het vermogen in box 3 alleen opneemt als het saldo van de bezittingen en de schulden boven de vrijstellingsgrens uitkomt;
  • hij het vermogen van zijn broer daarom niet heeft opgenomen in de aangifte;
  • zijn broer hem had verteld dat hij schulden had omdat hij geld had geleend;
  • diens vermogen hierdoor onder de vrijstellingsgrens bleef;
  • hij ervan uit is gegaan dat het juist was wat zijn broer zei.

Volgens de Accountantskamer moet een accountant, die namens zijn cliënt aangiften inkomstenbelasting indient en/of belasting terugvraagt, altijd (laten) nagaan of is voldaan aan de eisen van het belastingrecht. Volgens het integriteitsbeginsel van de VGBA moet de accountant vermijden dat hij in verband wordt gebracht met materieel onjuiste of misleidende informatie. De accountant moet maatregelen treffen om de naleving van deze beginselen te waarborgen. De accountant en zijn medewerkers moeten letten op signalen die duiden op het indienen van onjuiste aangiften. De accountant moet beter opletten naarmate de ingediende aangiften resulteren in hogere teruggaven.

In dit geval was de accountant niet waakzaam genoeg, omdat er voldoende aanwijzingen waren die bij twijfel zaaiden over de juistheid van de schulden en de betaalde alimentatie, zoals de broer die had opgegeven. Dat de broer echt schulden had is niet gebleken in de tuchtprocedure. De accountant heeft desgevraagd gezegd dat hij de verklaringen van zijn broer niet heeft geverifieerd en ook niet heeft gekeken naar stukken waaruit het bestaan van de leningen blijkt. Er was dus geen enkele basis om géén vermogen in box 3 op te geven.

Onjuiste opgave alimentatie

Uit de IB-aangifte blijkt dat de broer 16.688 euro aan alimentatielasten heeft afgetrokken, maar slechts de afgesproken tien mille heeft betaald. De accountant wil dit “om redenen van privacy” niet nader toelichten, maar doet dat alsnog als hij erop gewezen wordt dat de geheimhoudingsplicht vervalt in een tuchtrechtelijke procedure. Het bedrag blijkt te bestaan uit de tien mille plus de beslagkosten. Beslagkosten horen echter niet tot het alimentatiebedrag dat je fiscaal kunt aftrekken. De accountant heeft daarom in de IB-aangifte een onjuist alimentatiebedrag als aftrekpost vermeld.

Onjuistheden in administratie bv

De man gebruikte zijn bv na zijn ontslag enerzijds als stamrecht-bv voor een lijfrente-uitkering en anderzijds voor de uitoefening van mediation-activiteiten. Volgens het jaarverslag 2014 was de netto omzet uit mediation-activiteiten in 2013 13.925 euro en in 2014 41.080 euro. Op grond van (artikel 12a van de) Wet op de loonbelasting 1964 had de man zich hiervoor als dga een gebruikelijk loon moeten uitkeren. De lijfrente-uitkeringen in 2013 en 2014 wijken sterk van elkaar af: 26.182 respectievelijk 11.862 euro. Door het loon en de lijfrente-uitkeringen te sturen, leek de man minder inkomsten te hebben, heeft hij onterecht diverse toeslagen ontvangen en probeerde hij de kinderalimentatie te verminderen, zegt zijn vrouw.

Volgens de gebruikelijkloonregeling uit bovengenoemd wetsartikel moet een werknemer met een aanmerkelijk belang in de onderneming waar hij werkt zichzelf minstens 44 mille per jaar aan loon uitkeren of een lager loon als dat gebruikelijk is bij soortgelijke dienstbetrekkingen zonder aanmerkelijk belang. Als het loon voor een werknemer zonder aanmerkelijk belang hoger is dan moet de ab-werknemer zichzelf ongeveer evenveel uitkeren als het hoogste loon van de overige werknemers. De ex-man had hiervan slechts onder bijzondere omstandigheden mogen afwijken. Die doen zich hier echter niet voor.

Voordat de accountant de IB-aangifte indiende had hij zijn broer in ieder geval moeten vragen waarom hij het loon op nihil had gesteld en had hij die toelichting kritisch moeten toetsen. Het had de accountant meteen duidelijk moeten zijn dat het nihilgestelde loon in belangrijke mate afweek van het loon dat in het economisch verkeer gebruikelijk is voor de werkzaamheden die de broer verrichtte. Als de broer in zijn mening, dat in zijn opvatting hij zichzelf geen loon moest uitkeren, zonder een bevredigende toelichting zou volharden, dan had de accountant diens aangifte niet moeten indienen.

De accountant heeft geen vragen gesteld en ook niet beoordeeld of de nihilstelling gerechtvaardigd was. Door de aangifte zonder meer in deze vorm in te dienen heeft de accountant in strijd gehandeld met voornoemd wetsartikel en dus met het deskundigheids- en zorgvuldigheidsbeginsel.

Maatregel

Berisping. De accountant wist dat de stukken zouden worden ingebracht in de gerechtelijke alimentatieprocedure tussen zijn broer en diens ex en dat de hoogte van de alimentatie (mede) zou worden bepaald aan de hand van deze stukken. Door de stukken desondanks zonder meer op te stellen op basis van de informatie van zijn broer heeft hij in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, en deskundigheid en zorgvuldigheid.

Annotatie Lex van Almelo

Als mens en familielid had de accountant zijn broer moeten weerhouden van fraude. Als accountant had hij in ieder geval niet moeten optreden als handlanger. Misschien moet je gewoon geen accountant willen zijn van je familie en al helemaal niet als je geen kritische vragen durft te stellen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.