Tuchtrecht

Gerechtelijk deskundige en klankbord springen naar conclusie

Een registeraccountant, die in opdracht van de rechtbank de continuïteit van een assurantiebedrijf moest beoordelen, heeft daarbij ten onrechte geen liquiditeitsprognose gemaakt en het commentaar van het bedrijf niet goed verwerkt. Zijn klankbord had hem voor deze fouten moeten behoeden.

Accountantskamer

Zaaknummers:
17/667 en 17/668 Wtra AK
Datum uitspraak:
19 januari 2018
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
berisping resp. waarschuwing
Status:
vernietigd, CBb 11 december 2018, 18/337 en 18/339
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2018:1, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een assurantiebedrijf verkeert in 2002 in zware financiële problemen. Het bedrijf sluit een convenant met zeven verzekeringsmaatschappijen en de huisbankier. De bedoeling van het convenant is de kapitaalsvernietiging van een faillissement te voorkomen door het bedrijf eerst financieel te stabiliseren en op langere termijn te saneren. Aan het eind van het jaar zet de bank het krediet van 654.438 euro echter stop. Kort daarna doet het assurantiebedrijf bij de Belastingdienst een melding van betalingsonmacht. In het voorjaar van 2003 worden de vennootschappen van de assurantiegroep failliet verklaard.

In een civielrechtelijke procedure stelt (de eigenaar van) het bedrijf de bank aansprakelijk voor de schade. Het toenmalige Gerechtshof Arnhem veroordeelt de bank wegens een toerekenbare tekortkoming tot het betalen van een schadevergoeding, waarvan de hoogte nader zal worden vastgesteld in een schadestaatprocedure. In laatstgenoemde procedure doet de Rechtbank Overijssel in een tussenvonnis nog geen uitspraak over de vraag of de toerekenbare tekortkoming van de bank de oorzaak is van de vermogensschade.

De rechtbank benoemt in het tussenvonnis wel een registeraccountant tot deskundige die onder meer moet uitzoeken of:

  • de financiële situatie van de groep op 31 december 2002 zo slecht was dat die op korte termijn niet meer haar opeisbare verplichtingen kon nakomen;
  • de groep dus zou zijn gefailleerd;
  • een duurzame voortzetting van de bedrijfsuitoefening mogelijk en te voorzien was.

De deskundige moet er bij de beantwoording van de vragen van uitgaan dat de bank had afgezien van de ‘kredietbeperking’ en dat ook de andere convenantspartijen hun verplichtingen uit het convenant waren nagekomen.

De deskundige schakelt een collega in voor een klankbordrol en legt begin 2014 zijn concept-deskundigenbericht voor aan de oud-eigenaar van de groep en de bank, die beiden schriftelijk reageren. In het definitieve deskundigenbericht richt de deskundige zich uitsluitend op de feiten en omstandigheden zoals die op 31 december 2002 daadwerkelijk bestonden. Hij concludeert onder meer dat:

  • de vermogenspositie van de groep zwak was;
  • de financieringsstructuur van de groep onevenwichtig was;
  • de liquiditeitspositie van de groep onvoldoende was;
  • de rentabiliteit van de groep onvoldoende was;
  • de groep er ultimo 2002 onvoldoende reëel perspectief op had om de opeisbare verplichtingen te kunnen nakomen en de bedrijfsuitoefeningen duurzaam te kunnen voortzetten.

De oud-eigenaar van de groep dient een klacht in tegen de deskundige en diens klankbord.

Klacht

1. De deskundige heeft ten onrechte de opdracht aanvaard.

De deskundige en zijn klankbord hebben:

2. zich niet aan de opdracht gehouden;
3. zich onvoldoende verdiept in de context van de opdracht;
4. de klager onzorgvuldig gehoord;
5. onzorgvuldig wederhoor gepleegd;
6. in het bericht ongemotiveerd de conclusies van vier andere registeraccountants ten onrechte genegeerd;
7. onjuiste grondslagen gehanteerd;
8. een onjuiste prognose als uitgangspunt genomen;
9. ten onrechte premie- en provisie-inkomsten van het verzekeringsbedrijf buiten beschouwing gelaten;
10. zich ten onrechte gebaseerd op de jaarrekening 2001;
11. de beschikbaarheid van aanvullende financieringsbronnen ten onrechte buiten beschouwing gelaten;
12. zich bij hun beschouwingen over de liquiditeit ten onrechte uitsluitend gebaseerd op gerealiseerde opbrengsten onroerend goed en daarbij waarschijnlijke opbrengsten weggelaten;
13. een onjuiste beoordelingstermijn gehanteerd als uitgangspunt;
14. een belangrijke getuigenverklaring onjuist gewaardeerd;
15. niet de richtlijn voor deskundigen gevolgd;
16. belastende onduidelijkheden en onzekerheden genoemd zonder onderzoek;
17. op een aantal onderdelen onzorgvuldig en ondeskundig gehandeld;
18. geen deugdelijke grondslag voor de hoofdconclusie;
19. in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit.

Oordeel

De klachtonderdelen 3, 5, 7, 9, 11, 12, 17 en 18 tegen de forensisch deskundige zijn (deels) gegrond, de klacht tegen de klankbordaccountant is gegrond en de rest van de klacht is ongegrond.

Beperkte toetsing

Voor de vervulling van een opdracht als deze is geen specifiek nader voorschrift of specifieke standaard van toepassing. De tuchtrechtelijke procedure is niet bedoeld om de inhoud of totstandkoming van het forensisch deskundigenbericht opnieuw en integraal te onderzoeken, maar alleen om te bezien of de accountant die taak heeft vervuld met inachtneming van de gedrags- en beroepsregels. (Zie ook hier en hier).

Opdrachtaanvaarding

De accountant mocht de benoeming tot deskundige aanvaarden. Van 1989 tot 1999 was hij weliswaar partner van hetzelfde accountantskantoor als de registeraccountant, die de klager typeert als “partijdig informant” in de civiele procedure. En van 2002 tot 2004 was hij partner van hetzelfde accountantskantoor als de registeraccountant die in opdracht van de bank een rapport heeft geleverd voor het civiele geding. Maar er is sindsdien zoveel tijd verstreken dat dit geen serieuze bedreiging is voor de naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit. De accountant moet wel onderzoeken of hij voldoende deskundig is voordat hij een opdracht aanvaardt. Specifieke kennis van de verzekeringssector en van de vastgoedsector had hij niet per se nodig om deze opdracht te aanvaarden.

Liquiditeitsprognose

De deskundige heeft geen rekening gehouden met gebeurtenissen die zich na 31 december 2012 voordeden als die niet voortkwamen uit feiten en omstandigheden van vóór die datum. Hij heeft de duurzame voortzetting dus onderzocht aan de hand van de jaarverslaggevingsnormen en de veronderstelling dat de bank het krediet niet zou intrekken en ook de andere convenantspartijen hun convenantsverplichtingen zouden nakomen.

Bij het beoordelen van de continuïteit van een onderneming mag je in beginsel verwachten dat de accountant komt met een liquiditeitsprognose waarin alle te verwachten inkomsten en uitgaven worden begroot. Die prognose heeft de deskundige niet gemaakt, terwijl hij “een set van redelijke veronderstellingen” had moeten maken en bespreken met onder andere de klager. Daarbij had hij niet alleen aandacht moeten besteden aan de afspraken uit het convenant, maar ook aan de premie- en provisie-inkomsten die het verzekeringsbedrijf in 2003 zou ontvangen en aan de beschikbaarheid van aanvullende financieringsbronnen en de opbrengsten uit de verkopen van vastgoed.

Uit het deskundigenrapport blijkt niet (voldoende) of en hoe de accountant deze factoren heeft betrokken bij de beantwoording van de vraag van de rechtbank. Ook zet hij niet helder uiteen hoe hij bij de conclusie komt dat de groep te weinig reëel perspectief had om haar opeisbare verplichtingen te kunnen nakomen en de bedrijfsuitoefening duurzaam te kunnen voortzetten. Wanneer die slotsom volgt uit de bijlagen en de pro-forma consolidatie had de deskundige die conclusie toch met zoveel woorden als bevinding moeten noteren en de redenering waarop die was gebaseerd uitdrukkelijk moeten ontvouwen en toelichten. Omdat hij dit heeft nagelaten heeft zijn antwoord op de voorgelegde vraag geen deugdelijke grondslag.

Verder moet de civiele rechter beoordelen of de deskundige al dan niet heeft voldaan aan de opdracht en de gestelde vragen adequaat heeft beantwoord.

Horen

De accountant heeft overlegd met partijen en heeft hun en de extern accountant van de groep aanvullende vragen voorgelegd. Het is dus niet zo dat de deskundige de klager op onzorgvuldige wijze heeft gehoord.

Wederhoor

De klager vindt dat de deskundige onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij de bezwaren van de klager heeft weggewuifd. De deskundige heeft de reactie van de klager op het concept-deskundigenbericht weliswaar als bijlage bij het deskundigenbericht gevoegd en heeft (in detail) gereageerd op de punten die de klager inbracht. Hij had daarbij echter de juistheid van diens visie moeten beoordelen of weerleggen.

Conclusies andere accountants etc.

De klager vindt dat de deskundige de conclusies van vier andere accountants, die de continuïteit van groep wel waarschijnlijk vonden, ongemotiveerd genegeerd. De klager heeft dit verwijt echter onvoldoende onderbouwd, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is. Ook de resterende klachtonderdelen zijn ongegrond.

Klankbordaccountant

De klankbordaccountant is tuchtrechtelijk aanspreekbaar voor het deskundigenbericht, ook al was zijn rol beperkt en was hij niet de eindverantwoordelijke accountant. Hij heeft de kritische opmerkingen naar aanleiding van het concept-deskundigenbericht kunnen lezen en kunnen zien hoe zijn collega daarop reageerde. Hij had moeten constateren dat de kritiek niet adequaat was weerlegd en had in actie moeten komen,

  • omdat hij zichzelf deskundig en ervaren noemt; en
  • gezien de gebruikelijke werkwijze bij een continuïteitsbeoordeling van een onderneming.

Maatregel

Berisping voor de deskundige en een waarschuwing voor diens klankbord. De klager heeft aanmerkelijk (procedureel) nadeel ondervonden van de manier waarop de deskundige de vraagstelling van de rechtbank heeft opgevat en de uitkomst van zijn onderzoek heeft neergelegd in het deskundigenbericht.

» Zie ook deze tuchtrechtsamenvatting

Annotatie Lex van Almelo

De gerechtelijk deskundige heeft de continuïteit van de onderneming beoordeeld langs de meetlat van de jaarverslaggevingsrichtlijnen en de feiten in het volgende boekjaar genegeerd. Volgens de Accountantskamer had hij uitgaande van die richtlijnen ook een liquiditeitsprognose moeten maken waarin alle te verwachten inkomsten en uitgaven waren begroot. Hij had die prognose ook moeten bespreken met de eigenaar van het betrokken bedrijf en had ook diens commentaar duidelijk moeten verwerken of op een inzichtelijke manier moeten afwijzen.

Of de antwoorden in het deskundigenbericht inhoudelijk bevredigend zijn, moet de civiele rechter beoordelen. Maar langs de tuchtrechtelijke meetlat is een deel van de antwoorden ongefundeerd. Dat wordt ook de klankbordpartner aangerekend. Die vond zichzelf deskundig en ervaren, maar deed niets toen zijn collega de mist in ging.

Al met al maakt de tuchtrechter in deze uitspraak weer eens duidelijk dat je de commentaren op het concept zorgvuldig en inzichtelijk moet verwerken en duidelijk moet maken hoe je aan jouw conclusies komt wanneer je als accountant een stuk opstelt voor een rechtbank, gerechtshof of gerechtelijke procedure. Zeker wanneer je ervoor kiest de richtlijnen voor – in dit geval - de continuïteitsbeoordeling niet consequent te volgen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.