Controle

Moeten we de mythe van een foutloze controle loslaten?

Het accountantsberoep heeft in Den Haag minder invloed dan gehoopt, terwijl er door die Haagse bemoeienis steeds meer zand in de motor van het beroep lijkt te komen. Tijd voor een heldere discussie.

Jan-Willem Wits

"Hoewel het accountancydossier controversieel is en het kabinet demissionair, heeft minister Hoekstra van Financiën toch alvast een voorstel voor de Wet toekomst accountancysector ter consultatie gepubliceerd”, meldde deze site wat grommig over het pakket aan voorgenomen maatregelen dat onlangs op de mat viel. In die toonzetting klonk het recente pleidooi van scheidend EY-topman Coen Boogaart door, om de sector nu wat rust te gunnen. Het probleem is alleen dat de politiek en de publieke opinie nieuwe hervormingen allerminst als iets controversieels zien, maar als bittere noodzaak. Een beschouwing in vijf bedrijven.

Vraagteken_businessman_900x590.jpg

De sector heeft in Den Haag weinig bondgenoten

Het valt mij (na meer dan twintig jaar accountancy-ervaring) op dat de sector steevast overschat hoeveel steun er in politiek Den Haag is voor het verzet tegen veranderingen. Oud-minister en PvdA-leider Wouter Bos heeft weleens zijn 'economische theorie' van het politiek bedrijven uitgelegd. In vrijwel ieder debat gaat het om een strijd tussen politici die iets willen veranderen en politici die zich daartegen verzetten. De uitkomst van zo'n debat wordt in hoge mate bepaald door het belang dat een politicus heeft bij verandering dan wel het tegenaan ervan. En het belang om hervormingen binnen de accountancysector tegen te houden is voor de meeste politieke partijen heel beperkt.

'Het belang om hervormingen binnen de accountancysector tegen te houden is voor de meeste politieke partijen heel beperkt.'

Dat zag je bijvoorbeeld terug bij de politieke discussie in 2012 over de nieuwe Wet op het accountantsberoep, met name bij de voorstellen van het toenmalige Kamerlid Plasterk rond verplichte kantoorroulatie en het verbod op advieswerk bij controlecliënten. Dat was een belangrijk punt voor de PvdA, die zich na de kredietcrisis wilde profileren met een nieuw evenwicht tussen een vrije markt en een sturende overheid. De NBA bleef tot aan de stemming in de Eerste Kamer overtuigd dat er steun van met name VVD en CDA (inclusief de toenmalige minister van Financiën, Jan Kees de Jager) zou komen om dit tegen te houden. Maar Plasterk kreeg zijn voorstellen door de Kamers. Niet omdat de VVD en het CDA het met zijn visie eens waren maar, kort door de bocht, omdat het hun niet zo veel kon schelen en het politieke belang van Plasterk om zijn punten te scoren groter was dan het verzet van CDA en VVD om een beroepsgroep te hulp te schieten waar geen kiezer wakker van ligt. Ook VNO-NCW wil de accountancysector soms best te hulp schieten. Maar wanneer er hoge prioriteiten aan de orde zijn, blijkt dat al snel de steun van een papieren tijger.

Het is mede vanwege dit politieke krachtenspel dat de minister van Financiën doorgaans meer waarde hecht aan de vaak kritische geluiden van een AFM, kwartiermakers of invloedrijke opinieleiders zoals Marcel Pheijffer, dan aan de 'tegenlobby' van de NBA. Ook in de Tweede en Eerste Kamer hoeft de sector op weinig bondgenoten te rekenen. Nu minister Hoekstra met nieuwe voorstellen gaat leuren, is de kans groot dat deze zonder enige politieke rimpeling in de Staatscourant terecht komen.

Incidenten zíjn beeldbepalend

In de sector wordt vaak geklaagd dat politici zich bij hun dadendrang om nieuwe spelregels in te voeren te veel laten leiden door incidenten. Accountants tekenen jaarlijks ontiegelijk veel verklaringen af, klinkt het dan. Bovendien gebeurt er achter de schermen, vóórdat de accountant haar of zijn handtekening zet, veel meer aan correcties dan de buitenwereld denkt. En in 95 procent van de gevallen gaat dat ook helemaal goed. Wie van ons verwacht dat er nooit iets fout gaat, overschat wat wij waar kunnen maken, bracht Boogaart langs deze lijn in zijn afscheidsinterview naar voren.

Op zich is het best uit te leggen dat accountants nu eenmaal mensen zijn en geen machines, dat controles altijd worden bepaald en beperkt door de beschikbare capaciteit aan mensen en uren en dat je kansloos bent bij onverwachte factoren, zoals een frauderende directie die willens en wetens de accountant op het verkeerde been zet.
Maar wanneer je dan naar recente 'boekhoudschandalen' kijkt, zoals Wirecard en Steinhoff, dan gaat het niet mis op uiterst complexe zaken, maar lijkt het nog gewoon te schorten aan de basisuitgangspunten voor een gedegen accountantscontrole. Dat ondermijnt ieder maatschappelijk vertrouwen dat de sector op eigen kracht in staat is om goed werk te leveren.

Neem Steinhoff, waar volgens de Accountantskamer twee dubieuze transacties van ieder zo'n vijfhonderd miljoen euro (!) bij de controlerend accountant niet tot extra kritische vragen leidden. Ook de OKB'er sloeg kennelijk geen alarm. Wanneer je dat als een incident wegwuift, neem je je eigen beroep niet serieus. Bij de controle op Wirecard lijkt het eveneens in de basis fout te zijn gegaan: de controlerend accountant verzamelde geen zelfstandige controle-informatie en voer blind op mondelinge informatie van het management. Dat is zakken voor je eerstejaarstentamen. Alleen werd in dit geval twee miljard euro (!) in de boekhouding over het hoofd gezien.

Wanneer het in de beeldvorming - ook al is het op incidentele basis - nog zo fout kan gaan, word je ook wel wat moedeloos. Niet alleen rondom de interne kwaliteitsbeheersing die kennelijk niet in staat is om aan te slaan op wat voor de buitenwereld beginnersfouten lijken, maar ook op de 'controle op de controleurs'. Want wat moeten we nou nog met de AFM-rapportage uit 2020 dat de big four de kwaliteit prima op orde hebben, terwijl bij tenminste één van die accountantsorganisaties grove fouten onopgemerkt bleven? En hoe waakzaam is de AFM eigenlijk geweest toen Steinhoff noodgedwongen een Nederlandse accountant kreeg omdat de Zuid-Afrikaanse meubelgigant koos voor een postadres in Amsterdam, terwijl het zwaartepunt van alle economische activiteiten buiten ons land lag en de groepsaccountant dus per definitie moest vertrouwen op het werk van andere accountants in het buitenland? Had de AFM daar niet vanaf dag één bovenop moeten zitten?

'Ondanks de grote progressie die de sector de afgelopen jaren heeft gemaakt, blijkt het nog steeds mogelijk dat incidenten voorkomen die al het opgebouwde vertrouwen in één klap onderuithalen.'

Ondanks de grote progressie die de sector de afgelopen jaren volgens vriend en vijand heeft gemaakt, blijkt het dus nog steeds mogelijk dat incidenten voorkomen die al het opgebouwde vertrouwen in één klap onderuithalen. Daardoor komt ook de vraag naar voren of accountants, maar ook de politiek en de toezichthouder, de afgelopen jaren wel aan de goede knoppen hebben gedraaid. Het handhaven van de status quo is geen optie, wanneer een bewindspersoon het politieke verwijt aan ziet komen dat hij niet heeft ingegrepen.

Haagse rusteloosheid zorgt voor zand in de motor

Dat de leiders van de sector geïrriteerd raken door de rusteloosheid van Den Haag en de voortdurende drang om met nieuwe maatregelen te komen, is niettemin best te begrijpen. Niet per se omdat de boel goed op orde is, wat spraakmakende incidenten tegen lijken te spreken, maar omdat er steeds meer zand in de motor dreigt te komen.

Van cfo's en andere financials hoor ik vaak een vrij consistent beeld over het optreden van de controlerend accountant. In de afgelopen jaren is - in hun beleving - de accountant steeds bureaucratischer, trager en meer risicomijdend geworden. Bij ieder onbenullig puntje moet er gebeld worden met 'compliance' en er wordt voortdurend gevraagd om schriftelijke vastleggingen, hoor ik als collectieve klacht. Dat leidt ertoe dat de controle steeds langer duurt, terwijl de jaarrekening al maandenlang in de steigers staat. Ook buitenlandse hoofdkantoren klagen dat de Nederlandse accountant zo lang aarzelt. Waarom wordt er niet meer vertrouwd op een stevig doorgelichte AO/IC en moet ieder jaar opnieuw alles worden afgevinkt en bediscussieerd?

'Wanneer de wetgever de sleutel voor 'de foutloze controle' heeft gevonden, maar er niemand meer is om die controle uit te voeren, schieten we onszelf ook in de voet.'

Sommigen zullen misschien menen dat dit alleen maar bewijst dat controlerend accountants terecht meer op afstand van hun opdrachtgevers staan dan in het verleden en zich meer laten leiden door het publiek belang van een onafhankelijke en kritische controle. Toch is er ook een belang dat irritatie niet omslaat in wantrouwen en tegenwerking, de doorlooptijd van een controle niet eindeloos wordt opgerekt en (daardoor) de kosten van een accountantscontrole betaalbaar en verantwoord blijven.
Bovendien zijn er terechte zorgen onder accountantsorganisaties over de aantrekkelijkheid van het beroep, wanneer iedere professionele ruimte steeds meer wordt dichtgemetseld in betonnen complianceregels. Wanneer de wetgever de sleutel voor 'de foutloze controle' heeft gevonden, maar er niemand meer is om die controle uit te voeren, schieten we onszelf ook in de voet.

Toegevoegde waarde bewijzen

Als de politiek met nieuwe maatregelen komt, zoals minister Hoekstra nu in het vooruitzicht heeft gesteld, ligt er daarom wel een 'bewijslast' bij de beleidsmakers om aan te geven waar nu precies de toegevoegde waarde zit voor de kwaliteit van accountantscontroles - want dat moet toch steeds het uitgangspunt zijn. Bij het setje dat Hoekstra nu heeft gepresenteerd, zie ik dat persoonlijk niet meteen.

Neem de verplichte RvC voor veel meer accountantsorganisaties. Moeten we dan niet eerst beginnen met een evaluatie van de RvC's zoals die de afgelopen jaren bij de big four en sommige andere kantoren hebben gefunctioneerd? Hebben we bijvoorbeeld iets gehoord van de RvC van Deloitte naar aanleiding van Steinhoff? Het meeste rumoer lijkt nog te hebben plaatsgevonden bij Flynth, waar volgens de media een grote clash plaatsvond tussen het bestuur en de commissarissen. Maar wat daar precies aan de hand is, blijft tot op de dag van vandaag onhelder. De website van Flynth houdt het bij de mededeling "Op dit moment wordt er bij Flynth gewerkt aan het samenstellen van een nieuwe raad van commissarissen". Wat schieten we als maatschappelijk verkeer op met nog meer RvC’s, wanneer er geen enkele verplichting bestaat om transparant te zijn over lopende discussies en slaande ruzies, met name wanneer de kwaliteitsbeheersing in het geding is?

Ook de mogelijkheid om een accountantsorganisatie te verplichten om de controle te doen bij een bedrijf dat geen accountant kan vinden, roept allerlei vragen op. Hoe verhoudt zo'n 'moetje' zich tot de onafhankelijkheidsregels die iedere accountant in acht dient te nemen? Kan een accountant met gegronde reden afscheid nemen van een verplichte controlecliënt, bijvoorbeeld vanwege grote twijfels bij de betrouwbaarheid van de AO/IC, of moet je dan toch aanblijven? En hoe zit het met het risico op tuchtrechtelijke verwijten en aansprakelijkheidsrisico's? Mag je straks bij de Accountantskamer stellen dat je ook niet op deze rammelende en rommelende controlecliënt zat te wachten?

Van verwachtingenmanagement naar een heldere discussie

Het is een illusie dat steeds maar nieuwe experimenten, een schroefje hier en een moertje daar, op gaan leveren wat er kennelijk in het maatschappelijk verkeer van accountants wordt verwacht. Dan is het beter om inderdaad een pas op de plaats te maken en de sector de tijd te geven om aan de slag te gaan met het implementeren van wat er nu al ligt. Wanneer de politiek en de publieke opinie daar geen genoegen mee nemen, is het enige alternatief om maar eens radicaal te doordenken wat we nu precies van accountants verwachten en te onderzoeken of en hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen.

'Wanneer we de verwachtingskloof tussen de accountancysector en het maatschappelijk verkeer niet weten te dichten, dan blijft het dweilen met de kraan open.'

Daar kan best uitkomen dat we niet mogen rusten totdat spraakmakende incidenten zoals Steinhoff en Wirecard gewoon niet meer plaatsvinden. Of - als andere uiterste - dat we ons zullen moeten neerleggen bij bepaalde risico's, ook wanneer we accountantscontroles nog enigszins betaalbaar en behapbaar willen houden. Misschien moeten we zelfs wel helemaal af van de verplichte accountantscontrole, zoals al enkele jaren wordt bepleit, en moeten accountants hun publieke opdracht teruggeven.
Dan hebben we in ieder geval helderheid in een discussie die nu te veel door prutsen, poetsen en proberen wordt bepaald en blijven we sleutelen aan een motor die steeds stroever gaat functioneren. Wanneer we - linksom of rechtsom - de verwachtingskloof tussen de accountancysector en het maatschappelijk verkeer niet weten te dichten, dan blijft het dweilen met de kraan open.

Jan-Willem Wits is zelfstandig communicatieadviseur en werkt onder andere voor uiteenlopende opdrachtgevers in de accountancy.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.