MCA-rapport

Discussie over MCA-rapport: 'Is het echt zo erg?'

De Monitoring Commissie Accountancy (MCA) gaf een toelichting op de bevindingen en aanbevelingen uit haar eindrapport aan vertegenwoordigers van accountantskantoren, young professionals en de NBA. Vooral de afdronk in de media doet accountants pijn. "Dit is een andere sector dan vijf jaar geleden."

"Jeetje Luc, is het echt zo erg bij jullie?", kreeg EY-young prof Lucas Conijn te horen van zijn familie na de berichtgeving in de kranten over het eindrapport van de MCA. Als jonge accountant stelde hij tegenover de voltallige commissie zoiets toch wel erg jammer te vinden, ook voor de instroom in het beroep. "Ik moet mij tegenover mijn familie verantwoorden. Onze sector wordt minder aantrekkelijk door een opeenstapeling van kritiek."

MCA-voorzitter Ada van der Veer betreurde het gevoel van de jonge EY-accountant en benadrukte de relevantie van het accountantsberoep, een beroep waar accountants trots op mogen zijn. "Wij hebben onze aanbevelingen bewust 'impactvol' genoemd, maar ze zijn wel realistisch en uitvoerbaar." Van der Veer riep met name de jonge beroepsgenoten op iets met die aanbevelingen te doen. "Zolang die niet worden uitgevoerd blijft de problematiek boven de sector hangen." De commissievoorzitter erkende dat er duidelijk een andere sector staat dan vijf jaar geleden, met ook een andere toon aan de top.

Moeizame berichtgeving

De kritische berichtgeving in de landelijke media werd door de deelnemers aan de bijeenkomst duidelijk als moeizaam en onterecht ervaren. Van der Veer gaf aan dat de commissie, gezien haar onafhankelijke positie, er zelf bewust voor gekozen had om eerst naar buiten te gaan met haar eindrapport en pas daarna de discussie met de sector te voeren over de uitkomsten. Zij zag ook dat de pers de positieve elementen in het rapport minder heeft benoemd. Zo heeft de MCA zelf niet zo nadrukkelijk geschreven over de noodzaak van 'politiek ingrijpen' in de sector. Ook benoemde Van der Veer het gevoel dat alle accountants geraakt worden door de berichtgeving, terwijl die maar op een deel van het beroep betrekking heeft.

Het onderzoek en de rapportage is bewust gericht op de prestatiekloof binnen het beroep, aldus Van der Veer. "De keten, innovatie en ondernemerschap doen er zeker toe, maar onze focus is gelegd op dat structurele probleem." Voor het onderzoek van de commissie is gebruik gemaakt van vragenlijsten, veel gesprekken met individuen en organisaties, factsheets van de NBA en ook internationaal onderzoek. De MCA heeft zo getracht haar conclusies "maximaal te onderbouwen". Commissielid Erik van de Loo noemde het rapport "het beste wat wij hebben kunnen doen, maar er zit een signature van ons in". Hij citeerde in dat verband portretschilder Paul Citroen, die soms van opdrachtgevers terugkreeg "Ik lijk er niet op". "Maar u bent het wel", antwoordde de schilder dan.

MCA-lid Marcel Pheijffer vroeg aandacht voor opdrachtgevers die geen accountant kunnen krijgen. Het kan niet zo zijn dat kantoren hun klantenbestanden opschonen en er voor kiezen om alleen 'veilige' klanten te bedienen, stelde hij. Het beroep heeft in dat opzicht een maatschappelijke verplichting. Tegelijk zijn organisaties zelf eerst verantwoordelijk voor de kwaliteit en pas in tweede instantie de accountant. De commissie suggereert ook oplossingen, zoals varianten op het model van de Rijksaccountant of de gemeentelijke accountantsdienst.

Weerbaarheid

Daarnaast bepleit de MCA dat de accountantspraktijken van de grootste kantoren, gezien hun positie als 'systeemorganisaties', hun financiële weerbaarheid verhogen. "Dit gaat over de zelfstandigheid van de controletak, ook in innovatie", aldus Van der Veer. Die controlepraktijk moet zelfstandiger en transparanter zijn naar de buitenwereld, wat de commissie betreft, ook in beloning. "Het is belangrijk dat controlerend accountants hun eigen broek kunnen ophouden", aldus commissielid Carin Gorter. Pheijffer vond het jammer dat de kantoren, ook na vijf jaar lang verzoeken vanuit de commissie, weinig inzicht willen geven in hun interne verrekenmodel en mogelijke 'kruissubsidies' binnen hun organisatie.

Na aandacht voor aspecten als werkdruk, de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (okb) binnen kantoren en de inrichting van het toezicht werd stilgestaan bij de regelgeving van het beroep en de rol van de NBA. Volgens de commissie is het niet de bedoeling om de regelgeving weg te halen bij de beroepsorganisatie, maar is die nu nog te veel naar binnen gericht. "Jullie doen het voor de maatschappij, dan moet je die ook medeverantwoordelijk maken", stelde Van der Veer. In dat verband pleitte zij ook voor een onafhankelijke NBA-voorzitter, die "ruimte heeft om te doen wat een voorzitter moet doen". Benoeming van de NBA-voorzitter zou door de minister van Financiën moeten gebeuren.

Bij de discussie over het begrip kwaliteit kwam vanuit young profs van EY de vraag op "wanneer goed ook goed genoeg is". Volgens Pheijffer gaat het om meer dan alleen de kwaliteit die nu naar voren komt uit de inspectierapporten van de AFM. Maar de prestatiekloof wordt met name door het percentage onvoldoendes uit die rapporten ingevuld. "Laten we eens beginnen met dat percentage flink naar beneden te brengen."

Compliment

Marc Hogeboom, hoofd van de assurancepraktijk van KPMG, sprak namens de sector zijn dank uit aan de commissie en maakte die een compliment voor haar werkzaamheden. Wel had hij iets meer suggesties verwacht over andere businessmodellen voor de openbare praktijk. Gorter antwoordde dat dat vooral een kwestie is van zoeken naar wat goed werkt bij bepaalde typen organisaties. "Houd het klein, doe een experiment, organiseer een pilot."

Op haar beurt complimenteerde de commissie de sector dat die in een dergelijke sessie zoveel vragen durft te stellen. "In hoeverre omarmen jullie ons rapport? Kunnen jullie er iets mee?", wilde Gorter graag weten. Agnes Koops (PwC) gaf onomwonden toe dat ze een "slechte week" had gehad door alle berichtgeving rondom het rapport, inclusief cynische radiocolumns en cartoons. Tegelijk gaf zij aan positief en met een open mind naar de inhoud te willen kijken, voorbij de toon in de media. Dagvoorzitter Robert Mul (NBA) verwees naar een motto van Michelle Obama: "When they go low, we go high".

Commissievoorzitter Ada van der Veer sloot af met een oproep aan het beroep om vooral door te gaan met de veranderingen en hoopte dat de sector over twee jaar positief zal terugzien op de ontwikkelingen. NBA-voorzitter Marco van der Vegte dankte de commissie voor alle inspanningen. "We hebben veel samengewerkt en de dialoog gevoerd. Jullie zien een andere sector voor je dan vijf jaar geleden."

Dat gevoel werd na afloop door de aanwezige young profs bevestigd. Wendy Groot (Belastingdienst) was blij met de aanbevelingen van de MCA en vond het goed om te reflecteren op het eigen functioneren. Volgens Lucas Conijn (EY) is het beroep "heel veel verder met het beter te doen, maar we zijn nog niet op het eindstation." In zijn optiek is de jonge generatie accountants duidelijk kwaliteitsgericht en open. "We zijn met zijn allen op de goede weg en we gaan er komen."

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.