Magazine

Nieuws

MKB-accountants verwachten omzetdaling - Onderzoek jaarverslagen - Deloitte wil af van Human Capital Group - Nederlandse fraudeurs: actief of juist niet? - ACC Awards - Vrouwen willen mannelijke baas.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

MKB-accountants verwachten omzetdaling

MKB-accountants houden voor 2004 rekening met omzetdalingen. Dat blijkt uit een grootschalig benchmark-onderzoek naar salaris- en kantoorontwikkelingen door adviesbureau Full•Finance Consultants. In 2003 wisten veel kleinere accountantskantoren nog een redelijke groei te realiseren (gemiddeld zes procent), maar nu zet naar verwachting de stagnatie in. Kantoren met minder dan zestig fulltime arbeidsplaatsen verwachten voor 2004 in ieder geval twee procent minder omzet.

De belangrijkste indicator hiervoor is de door de kantoren verstrekte prognose voor de omzet per medewerker. Die steeg de afgelopen jaren tot gemiddeld € 73.000. Marcel Maassen, die het onderzoek leidde, constateert dat “accountants net zo goed als andere ondernemers onderhevig zijn aan marktinvloeden”.

De teruglopende conjunctuur heeft ook positieve gevolgen. De grootste krapte op de markt voor gekwalificeerd personeel is voorbij. Alleen de vraag naar accountants en relatiebeheerders overtreft nog steeds het aanbod.

Het rapport trekt de conclusie dat MKB-accountants vooral moeten focussen op strategie en kostenbeheersing. Keuzes ten aanzien van dienstverlening, cliëntenportefeuille en samenwerking met collega’s en aanpalende disciplines worden van groot belang. Ook kostenbeheersing is belangrijk. Aan de kantoren wordt geadviseerd om ten aanzien van hun personeelskosten een pas op de plaats te maken en aan te sluiten bij het tussen werkgevers en werknemers gesloten najaarsakkoord. Dat zou betekenen: geen prijscompensatie uitbetalen maar alleen loonstijgingen die voortvloeien uit doorgroei van individuele medewerkers.

Aan de opbrengstkant worden op korte termijn weinig nieuwe mogelijkheden gezien.

Onderzoek jaarverslagen

De Commissie Jaarverslaggeving van het NIVRA heeft voor de achtste keer onderzoek gedaan naar de jaarverslaggeving van 45 Nederlandse ondernemingen die zijn opgenomen in de AEX en Midkap. Bij de presentatie van het rapport ‘Het jaar 2002 verslagen’ noemde NIVRA-voorzitter Piet Hoogendoorn “het aspect van kwaliteit van de jaarverslaggeving een punt van aanhoudende zorg. Met name omdat het maatschappelijk verkeer de lat daarbij steeds hoger legt”.

De onderzoekers hebben specifiek gekeken naar een aantal actuele thema’s. In de publicatie constateert de commissie onder meer een dalend gebruik van de wettelijke mogelijkheden om groepsmaatschappijen niet te consolideren.

Verder gelden sinds 2002 verscherpte wettelijke vereisten om informatie te verschaffen over beloningen en optieregelingen van bestuurders. Uit het onderzoek blijkt dat niet alle ondernemingen deze informatie al verstrekken. Vooral informatie over bonusregelingen en het beloningsbeleid voor bestuurders en commissarissen ontbreekt nogal eens.

Ook is onderzocht hoe ondernemingen omgaan met onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Voor stakeholders is die informatie van groot belang om een indicatie te krijgen van de groei- en winstpotentie van een onderneming. Tien bedrijven blijken niet te voldoen aan de wettelijke eis tot vermelding van de kosten van onderzoek en ontwikkeling in het jaarverslag. Zeven (research-intensieve) bedrijven geven juist veel informatie, de overige 28 doen dat slechts summier.

Met de publicatie wil het NIVRA wijzen op de gebieden waar zich belangrijke en actuele ontwikkelingen voordoen en aangeven welke consequenties dat heeft voor de praktijk. Hoogendoorn: “Daarbij wijzen we uiteraard op eventuele gebreken, met name om er lering uit te trekken.”

‘Het jaar 2002 verslagen’ is in boekvorm verschenen en verkrijgbaar bij de bibliotheek van het NIVRA onder vermelding van bestelnummer 573.

Geen verplichte kwartaalcijfers

De zevenduizend beursgenoteerde ondernemingen in de Europese Unie hoeven niet elk kwartaal omzet- en winstcijfers te gaan publiceren. De Europese Commissie, onder aanvoering van Eurocommissaris Frits Bolkestein (Interne Markt), wilde zo’n verplichting invoeren, maar onder meer Nederland en het Verenigd Koninkrijk beschouwden dit als een ongewenste en onnodige verhoging van de administratieve lasten. Volgens het nu overeengekomen compromis moeten beursgenoteerde ondernemingen voortaan, naast de jaarresultaten en het halfjaarbericht, over het eerste en derde kwartaal alleen een algemene (kwalitatieve) beschrijving geven van hun financiële positie en resultaatontwikkeling.

ICT en terugdringen administratieve lasten

Op 20 november 2003 is de notitie Voorstellen voor het gebruik van ICT bij terugdringen van administratieve lasten van ondernemingen verzonden aan het Interdepartementaal Project Administratieve Lastenverlichting (IPAL). De voorstellen zijn opgesteld door Jan Pasmooij, voorzitter van XBRL Nederland en manager van het ICT Knowledge Center van het Koninklijk NIVRA.

IPAL coördineert een groot project dat de administratieve lasten de komende vier jaar met een kwart moet verlichten (drie miljard euro per jaar). Alle departementen hebben hiervoor gemengde commissies ingesteld die begin 2004 met voorstellen moeten komen.

In het kader van de ontwikkelingen op het terrein van elektronische gegevensuitwisseling (XBRL) heeft het NIVRA de afgelopen twee jaar regelmatig contact gehad met een aantal grote spelers op het terrein van de jaarverslaggeving. Op grond van een aantal ontwikkelingen en in het kader van de administratieve lastenverlichting heeft XBRL Nederland - in de vorm van een open brief - voorstellen gedaan op welke wijze ICT zou kunnen worden ingezet.

Naar aanleiding van deze voorstellen en de ontwikkelingen op het terrein van de elektronische uitwisseling van gegevens, heeft het ministerie van Justitie XBRL Nederland/het NIVRA verzocht deel te nemen aan de gemengde commissie die verantwoordelijk is voor het domein jaarverslaggeving. Mogelijk wordt het NIVRA ook door andere departementen of commissies gevraagd een bijdrage te leveren.

Deloitte wil af van Human Capital Group

Deloitte onderzoekt de mogelijkheden voor verzelfstandiging van de Human Capital Group. Dit bedrijfsonderdeel adviseert over human resources management en heeft als belangrijke activiteiten interim management, executive search en recrutering. Actuariaat en pensioenconsultancy zullen niet worden verzelfstandigd. Aanleiding voor de stap zijn de Amerikaanse en Nederlandse onafhankelijkheidsregels voor accountants en de reactie daarop uit de markt. Deze belemmeren volgens Deloitte “in toenemende mate het leveren van HRM-advisering en -diensten in combinatie met accountancy”. De partners van de Human Capital Group hebben ingestemd met de marktverkenning. Deloitte benadrukt overigens “onverkort” vast te houden aan het concept van “multidisciplinaire zakelijke dienstverlening door accountants, belastingadviseurs, consultants en financiële adviseurs”.

Conceptrichtlijn accountant in AVA

Het NIVRA bereidt momenteel een conceptrichtlijn voor over de aanwezigheid van de accountant in de aandeelhoudersvergadering (AVA). Naast deze richtlijn worden ook de mogelijkheden onderzocht om een ondersteunende training aan te bieden. Deze training zal niet alleen zijn gericht op de inhoudelijke aspecten, maar zal de deelnemers ook moeten trainen in het optreden in de AVA. Naar verwachting wordt de conceptrichtlijn in de tweede helft van januari beschikbaar gesteld. De beoogde training moet kort daarop beschikbaar zijn.

Nederlandse fraudeurs: actief of juist niet?

Niet minder dan 38 procent van de Nederlandse organisaties werd de afgelopen twee jaar getroffen door enigerlei vorm van fraude, fors meer dan in 2001 (29 procent). De gemiddelde schade bedraagt ruim € 2 miljoen. De meest voorkomende fraudevorm is diefstal van geld of goederen (66 procent van de getroffen Nederlandse bedrijven, wereldwijd zestig procent), maar diefstal kan natuurlijk ook relatief makkelijk worden aangetoond. Andere gemelde fraudevormen zijn corruptie of omkoping (Nederland: acht procent; wereldwijd: veertien procent), witwassen (Nederland: vier procent; wereldwijd: drie procent), cybercrime (Nederland: veertien procent; wereldwijd: vijftien procent), bedrijfsspionage (Nederland: vier procent; wereldwijd: zeven procent) en plagiaat (Nederland: tien procent; wereldwijd: negentien procent). Dat zijn de meest in het oog springende resultaten van Crime Survey 2003, een wereldwijd onderzoek dat PricewaterhouseCoopers elke twee jaar laat verrichten. Wereldwijd werkten 3.623 respondenten mee, in Nederland werden 103 interviews afgenomen met CEO’s, CFO’s of andere leidinggevenden.

Bij lezing van bovenstaande cijfers kan de conclusie niet anders zijn dan dat Nederlandse fraudeurs het ofwel relatief rustig aan doen, of (gemiddeld) betere kwaliteit leveren dan hun buitenlandse collega’s en daarom minder vaak worden ontdekt. Opvallend is echter dat uitgerekend de veelbesproken boekhoudschandalen in Nederland met achttien procent op de tweede plaats komen, aanmerkelijk meer dan in de rest van de wereld (tien procent). Volgens PwC zou het kunnen zijn dat “door de recente boekhoudschandalen en de daardoor aangewakkerde discussie over het aanscherpen van de corporate governance-regels op dit punt, eventuele fraudegevallen hier eerder worden ontdekt dan elders”.

Fraude wordt overigens vaker geconstateerd in grote bedrijven (meer dan duizend werknemers) dan in kleine en middelgrote bedrijven: 52 procent versus 37 procent. De fraudegevoeligste sectoren zijn financiële instellingen en telecombedrijven. Opvallend in de Nederlandse context is dat internationaal de bouwsector het minst getroffen zegt te zijn door fraude (33 procent).

ACC Awards

De Accountancy Award is dit jaar uitgereikt aan Slibverwerking Noord-Brabant (SNB), Nutreco en Corus Staal. De zogenoemde ACC Award is een door de Vereniging van Milieu-Accountancy en het NIVRA ingestelde onafhankelijke prijs voor het beste milieuverslag en beste maatschappelijk verslag.

Corus won de prijs voor het beste milieuverslag, dat volgens de jury “goed leesbaar” is en “qua structuur goed in elkaar steekt”. Onder meer het Programma milieu, waarbij doelstellingen en maatregelen worden afgezet tegen de behaalde resultaten en waarin de plannen voor het komende jaar zijn opgenomen, geeft volgens de jury een goed inzicht.

De verslagen van Nutreco en SNB zijn ex aequo uitgeroepen als winnaar in de categorie ‘beste maatschappelijk verslag’. Het Social & Environmental Report 2002 van Nutreco doet volgens de jury op een open manier verslag van de sociaal-ethische en milieuprestatie van het bedrijf Nutreco en doet bovendien aan dilemma sharing. Ook het opnemen in het verslag van een GRI contents index, zodat inzichtelijk wordt waar in het verslag de GRI-guidelines worden gevolgd, valt in goede aarde.

Het Jaarverslag 2002 van SNB scoort wat betreft leesbaarheid zeer hoog, wat des te opvallender is omdat het hier een MKB-bedrijf betreft. SNB maakt door het verslag heen een goede koppeling met de eigen missie, aldus de jury. Opvallend is ook dat de milieudoelstellingen nader zijn geconcretiseerd en zijn doorvertaald naar 2007.

In het algemeen constateert de jury de tendens dat steeds meer bedrijven van een milieujaarverslag overstappen op een maatschappelijk verslag. In de milieujaarverslagen zijn weinig tot geen nieuwe inhoudelijke trends te bespeuren, de vernieuwing zit met name in de maatschappelijke verslagen. Een algemeen advies van de jury is om zich bij het opstellen van verslagen te beperken tot de belangrijkste onderwerpen en invloeden. Veel jaarverslagen bevatten dit jaar zeer veel tekst, waarvan de relevantie voor de gebruiker nogal eens uit het oog wordt verloren.

De winnende verslagen worden genomineerd voor de European Sustainability Reporting Awards in de categorieën beste milieuverslag, beste maatschappelijk verslag en beste maatschappelijk verslag door MKB-bedrijf.

Strenge Britse code?

Nadat Frankrijk een wetgeving introduceerde die Sarbanes-Oxley Act in strengheid overtreft en ook de Nederlandse onafhankelijkheidsregels achter zich laat, lijkt nu ook de toezichthouder voor Britse en Ierse accountants, de Auditing Practices Board (APB), straffe beperkingen te willen opleggen aan de combinatie van controle en advies. Voorlopig gaat het nog maar om een concept, waarop tot 1 maart 2004 kan worden gereageerd. De ABP hanteert als algemeen principe dat de accountant zich bij elke ‘non-audit’-opdracht moet afvragen of deze bij een ‘redelijke en geïnformeerde derde partij’ zou kunnen leiden tot ‘ongerustheid’, en noemt bovendien specifieke diensten die de onafhankelijkheid op losse schroeven kunnen zetten, waaronder belastingadvies en corporate finance.

Vrouwen willen mannelijke baas

Vrouwen werken liever voor een mannelijke manager dan voor iemand van het eigen geslacht. Dat blijkt uit een opiniepeiling van Monsterboard.nl. Uit de resultaten blijkt dat iets minder dan de helft van de ruim 3.300 respondenten geen specifieke voorkeur heeft voor een man of vrouw. Een mannelijke baas heeft bij 37 procent van de stemmers (m/v) de voorkeur. Slechts veertien procent verkiest een vrouw. Maar pikant is vooral het verschil in stemgedrag tussen mannen en vrouwen. Dat duidt er op dat het glazen plafond dat vrouwen nog steeds zou weerhouden van het bereiken van de top, niet zozeer wordt gevormd door conservatieve male chauvinist pigs maar vooral door hun eigen seksegenoten. Van de 874 mannen met een duidelijke seksevoorkeur prefereert 58 procent een man als baas. Een kleine meerderheid dus. Maar bij de vrouwen is de seksevoorkeur veel uitgesprokener. Voor een mannelijke baas, wel te verstaan. Van de 933 vrouwen met voorkeur werkt niet minder dan 83 procent liever voor een man dan voor een vrouw. Mannen hebben dus minder moeite met een vrouwelijke manager dan vrouwen zelf. Naar een motivering is niet gevraagd. Misschien iets voor een volgend onderzoekje?

Groottecriteria kleine en middelgrote ondernemingen

Door het wijzigen van de vierde EG-richtlijn over inrichtings- en publicatievoorschriften en controleplicht van jaarrekeningen blijkt er enige verwarring te zijn ontstaan over de in Nederland geldende groottecriteria voor kleine en middelgrote ondernemingen.

De groottecriteria zoals opgenomen in de vierde EG-richtlijn luiden sinds 13 mei 2003 als volgt:

Tot en met 2003 wijken de Europese criteria af van de Nederlandse criteria, die sinds januari 2002 van kracht zijn. In december 2003 heeft het Nederlandse kabinet echter besloten om de grensbedragen voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2004 gelijk te trekken met het door de Europese Unie op 13 mei 2003 vastgestelde niveau.

In de nieuwsrubriek van ‘de Accountant’ van oktober 2003 werden de groottecriteria genoemd die betrekking hebben op de Europese aanbevelingen voor het verstrekken van Europese regelingen en steunprogramma’s voor het MKB. Deze criteria zijn op geen enkele wijze gerelateerd aan die voor het opstellen en publiceren van jaarrekeningen.

Ernst & Young

De omzet van Ernst & Young Nederland steeg het afgelopen jaar van 658,9 miljoen naar 689,6 miljoen euro. Het resultaat steeg sneller, van 36,5 naar 67,9 miljoen euro, met name door kostenbesparingen. Per saldo werken er bij Ernst & Young honderd mensen minder dan een jaar geleden. De belastingadviseurs boekten de belangrijkste omzetstijging, maar ook de accountancyomzet steeg, van 332,1 naar 338,2 miljoen euro.

Vijftentwintig miljoen extra voor starters

Staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken wil 25 miljoen euro extra uittrekken om het aantal innovatieve startende bedrijven te verhogen. Begin 2004 komt ze met het uitgebreide plan TechnoPartner, dat de volgende actiepunten bevat: Het stimuleren van netwerkvorming en het opzetten van een informatieloket voor technostarters, de uitvoering van een businessplan-wedstrijd, het aanpassen van de huidige technostartersregeling om de kwaliteit van incubators te verbeteren, en het bieden van financiering in de vroege opstartfase van een bedrijf. Het geld moet volgens haar komen uit de185 miljoen euro die het kabinet tijdelijk heeft geparkeerd bij het Innovatieplatform. Volgens de staatssecretaris kan het aantal startende bedrijven - in Nederland jaarlijks circa 1.100 - omhoog als studenten en jonge onderzoekers meer worden gestimuleerd om voor zichzelf te beginnen. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten wil twintig procent van de studenten een eigen bedrijf beginnen, in Nederland slechts negen procent.

IT-systemen onvoldoende beveiligd

Nederlandse bedrijven en instellingen hebben onvoldoende grip op de beveiliging van hun informatiesystemen, waardoor zij onnodige risico’s lopen. Ruim de helft heeft geen actueel beeld van de toegangsrechten van medewerkers en ook periodieke controle ontbreekt. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG Information Risk Management onder 224 bedrijven en overheidsinstellingen. Bij meer dan zeventig procent van de organisaties worden wachtwoorden en toegangspasjes bovendien door medewerkers gedeeld. Bijna veertig procent vindt dat de medewerkers over te veel autorisaties beschikken.

“Gezien het beperkte inzicht in en overzicht van de precieze toegangsrechten van interne en externe partijen kan het management nauwelijks verantwoordelijk worden gehouden voor de toegangsbeveiliging”, constateert Ronald Koorn, partner bij KPMG’s Information Risk Management. “Het onderzoek bevestigt verder dat veel organisaties niet volledig voldoen aan de wet- en regelgeving op het gebied van de bescherming persoonsgegevens of behoorlijk bestuur.”

Wetsvoorstel toezicht financiële verslaggeving

Naast het Wetsvoorstel toezicht accountantsorganisaties heeft het ministerie van Financiën op 1 december 2003 ook het Wetvoorstel toezicht financiële verslaggeving ter consultatie uitgebracht. Reacties daarop kunnen tot 30 januari 2004 worden ingestuurd. De wet is bedoeld voor alle vennootschappen die vanaf 2005 verplicht de International Accounting Standards moeten toepassen. Toezichthouder wordt de Autoriteit Financiële Markten, die volgens de voorstellen ook toezicht zal gaan houden op de accountantsorganisaties.

Het toezicht van de AFM op de financiële verslaggeving bestaat uit de volgende stappen:

  • Vordering tot inlichtingen van de vennootschap bij twijfel (geheim).
  • Schriftelijk oordeel aan de vennootschap (geheim).
  • Aanbeveling aan de vennootschap (ook geheim) om een openbare mededeling te doen. Daarbij zijn drie varianten mogelijk:
  1. uitleg hoe de vennootschap financiële informatie in de toekomst zal geven;
  2. beschrijven waar de financiële informatie niet aan de bepalingen voldoet;
  3. beschrijven waarin de financiële informatie in ernstige mate tekortschiet.

Bij de tweede en derde variant hoort een accountantsverklaring en komt de accountant dus in beeld. Als de vennootschap het oordeel van de AFM onvoldoende heeft gevolgd, dan kan de AFM de zaak brengen bij de Ondernemingskamer. (JA)

Oorkonde van verdienste

Arie den Butter (links) is onderscheiden met de traditionele jaarlijkse Oorkonde van verdienste van het NIVRA. Tijdens de ledenvergadering van 11 december 2003 overhandigde scheidend voorzitter Piet Hoogendoorn de oorkonde aan Den Butter voor zijn grote inzet voor de beroepsorganisatie gedurende vele jaren. Den Butter, tot zijn pensionering
intern accountant bij Akzo Nobel, was tijdens zijn actieve carrière lid van een groot aantal NIVRA-commissies, waarvan de meeste op het terrein van de gedrags- en beroepsregels. Ook was hij lid en voorzitter van het overlegorgaan Interne Accountants (INTAC). Tijdens zijn dankwoord benadrukte Den Butter het belang van het door interne en externe accountants samen streven naar “het optimaliseren van de kwaliteit, dan kunnen we het imago hoog houden”.

Omzet PwC groeit

PricewaterhouseCoopers boekte in het boekjaar 2003 wereldwijd een netto-omzet van 14,7 miljard dollar (in boekjaar 2002 13,8 miljard). “Gezien de terughoudende wereldeconomie, de voortdurende zwakte van de mondiale kapitaalmarkten en de wijzigingen in de regelgeving in 2002-2003 mogen wij daar uitermate tevreden over zijn”, zegt CEO Samuel DiPiazza jr daarover. De groei van de accountancy-omzet als gevolg van de grotere reikwijdte van de controlewerkzaamheden na Sarbanes-Oxley, werd grotendeels tenietgedaan door de beperking van niet-controlediensten. “De voorspelling dat de nieuwe regels een goudmijn zouden zijn voor accountants is duidelijk niet uitgekomen”, concludeert de PwC-baas.

Ook PricewaterhouseCoopers Nederland boekte een omzetstijging, met vijf procent van € 546 miljoen naar € 573 miljoen. Het bedrijfsresultaat steeg met 19,5 procent tot € 52 miljoen. Ook hier presteerde het grootste praktijkonderdeel, accountancy, het best: een omzetstijging met 8,5 procent naar bijna € 366 miljoen. De belastingadviesomzet groeide met bijna drie procent tot ruim 191 miljoen. Corporate finance daarentegen factureerde met in totaal ruim € 22 miljoen omzet vijftien procent minder dan vorig boekjaar.

MKB wil onafhankelijke bancair adviseur...

Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf hebben vanwege de schaalvergroting in de bancaire wereld en het verdwijnen van regionale bankkantoren een toenemende behoefte aan een persoonlijke en onafhankelijke benadering. Dat blijkt uit onderzoek door de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden in opdracht van Credion Nederland, onder een representatieve, landelijke selectie van vierhonderd ondernemingen met vijf tot vijftig medewerkers.

De MKB-ondernemingen zijn overwegend aangesloten bij één van de drie grootbanken: Rabobank, ABN AMRO en ING. De belangrijkste reden is historie (50,3 procent). Ook tarieven (17,7 procent), netwerk (8,2 procent) en expertise (3,4 procent) worden genoemd. Het waarderingscijfer schommelt rond de 6,5.

...en is tevreden over accountant

Over de accountant blijken de MKB-ondernemers over het algemeen tevreden. De accountant wordt betrokken bij de volgende disciplines: opstellen van de jaarstukken (90,8 procent), offertes (38,8 procent), leningen (36,4 procent) en hypotheken (27,2 procent). Verder is de accountant een belangrijke informatiebron voor de ondernemers (voor 33,7 procent). Andere kennisverstrekkers zijn de huisbanken (32,7 procent) en de (vak)media (27,6 procent). De accountant krijgt in het onderzoek een hoog rapportcijfer: 7,8.

Sinninghe-Damsté-prijs 2003

Tijdens de jaarlijkse ledenvergadering van het NIVRA van 11 december 2003, ontving Bas-Wouter Littel (links) de mr.dr. J.H.R. Sinninghe-Damsté-prijs 2003, voor zijn artikel Vernieuwend beheersen in turbulente omgevingen in de bundel ‘In de Schijnwerper’. Met de prijs beoogt het NIVRA-bestuur jonge registeraccountants te stimuleren tot het publiceren van artikelen op het eigen vakgebied. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de beste publicatie van het afgelopen boekjaar. Juryvoorzitter Peter van der Zanden memoreerde bij het bekendmaken van de winnaar dat de prijs de afgelopen twee jaar niet werd uitgereikt wegens gebrek aan kwalificerende kandidaten en artikelen en bekritiseerde in dat verband de opstelling van werkgevers (accountantskantoren), die volgens hem het publiceren van artikelen door medewerkers meer zouden moeten stimuleren. Het winnende artikel van Bas-Wouter Littel getuigt volgens Van der Zanden van een “hoog ambitieniveau” en is bovendien “helder en beknopt geschreven”.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.