Magazine

Niet accountant maar bedrijfsleiding

In ‘de Accountant’ van maart 2006 pleitte Barbara Majoor voor het in de accountantsverklaring opnemen van de gehanteerde materialiteitsgrenzen. Volgens Cor Dekker is helderheid over materialiteit een verantwoordelijkheid van de bedrijfsleiding.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2006

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Cor Dekker

Accountants praten vaak over materialiteit. In RAC 320 is een prachtige omschrijving van het begrip ‘Materieel belang’ opgenomen, maar wanneer het op kwantificering van het begrip aankomt, beroepen zij zich op professional judgment. Dit houdt in dat de accountant op grond van vakkundige oordeelsvorming, al naar gelang de situatie, bepaalt wat materieel is. Naar de gebruikers van jaarrekeningen wordt echter niet gecommuniceerd welke materialiteitsgrens bij de controle van de jaarrekening is gehanteerd. Er wordt dus naar het maatschappelijk verkeer geen helderheid verschaft.

Barbara Majoor vindt de accountantsverklaring de juiste plaats om die helderheid over de gehanteerde materialiteitsgrens te geven. Naar haar mening heeft de International Auditing and Assurance Standards Board in de voorstellen voor aanpassing van de teksten van de accountantsverklaring die kans laten liggen.

Wij kunnen ons echter de vraag stellen of het wel de accountant moet zijn die deze daarover duidelijkheid geeft.

Op meer momenten in het traject van de controle van de jaarrekening communiceren wij met de leiding van de huishouding over onze wederzijdse verantwoordelijkheid. Zo melden wij in de opdrachtbevestiging gericht aan de raad van commissarissen of raad van bestuur dat de leiding van de huishouding verantwoordelijk is voor het opstellen van de jaarrekening en het geven van een toereikende toelichting.

In de accountantsverklaring melden wij dat de jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding en dat het onze verantwoordelijkheid is een accountantsverklaring inzake de jaarrekening af te geven.

In de schriftelijke bevestiging bij de jaarrekening laten wij de leiding van de huishouding nogmaals een aantal zaken op dit gebied bevestigen. Zo melden zij dat zij hun verantwoordelijkheid erkennen voor de getrouwe weergave van vermogen en resultaat, en wordt tevens een passage opgenomen waaruit kan worden afgelezen dat zij begrijpen wat het begrip materieel belang inhoudt in het kader van de jaarrekeningcontrole.

Dit alles overziende komt bij mij de vraag op waarom de accountant in zijn verklaringbij de jaarrekening melding zou moeten maken van de gehanteerde materialiteitsgrens. Is het, in het licht van de verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding voor de jaarrekening, niet juister dat zij in de toelichting daarbij aangeven welke materialiteitsgrens zij hebben gehanteerd bij het doen van hun beweringen?

Dit zou naar mijn mening de wederzijdse verantwoordelijkheden duidelijk weergeven. De leiding van de huishouding is verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarrekening en de getrouwe weergave van vermogen en resultaat daarin. Hieronder valt als gevolg van de hantering van het begrip ‘getrouw’ ook het vermelden van de gehanteerde materialiteitsgrens. De verantwoordelijkheid van de accountant blijft dan beperkt tot het bepalen van de aard, het tijdstip van uitvoering en de omvang van de uit te voeren controlewerkzaamheden en het evalueren van het effect van onjuistheden conform RAC 320, op basis van de door de leiding van de huishouding gehanteerde materialiteitsgrens.

Noot
Cor Dekker is werkzaam geweest in de controlepraktijk bij PricewaterhouseCoopers en is sinds 1 september 2005 met prepensioen. Hij is als docent en examinator voor Financial auditing betrokken bij de accountantsopleiding van NIVRA-Nyenrode.

Reactie Barbara Majoor

Dekker is van mening dat de onderneming de materialiteitsgrens bepaalt en dat dit geen verantwoordelijkheid is van de accountant, en dat het vermelden in de accountantsverklaring daarmee overbodig is. Dat vind ik wat te gemakkelijk geredeneerd. Ik erken dat ook de leiding van de huishouding dient te bepalen wat zij materieel vindt in het kader van haar verantwoordingsplicht. Hier gaat het met name om de materialiteit zoals die in de jaarverslaggeving wordt gehanteerd.

Echter, de accountant heeft in het kader van zijn controle ook een verantwoordelijkheid om te bepalen wat hij materieel vindt. Namelijk om te kunnen beoordelen of bepaalde bedragen die niet juist in de jaarrekening zijn verantwoord, of niet goed zijn toegelicht, invloed moeten hebben op zijn rapportering. Daarin heeft de accountant een eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van het maatschappelijk verkeer. Hij is immers degene die uiteindelijk bepaalt of de jaarrekening een getrouw beeld geeft. Daarbij ontkomt de accountant er niet aan om zelf te bepalen wat naar zijn mening door de gebruikers als materieel wordt beschouwd. En daar zit nu juist de angel, aangezien de gebruiker hierin blindelings vertrouwt dat de accountant wel tot exact dezelfde materialiteitsgrens komt als hij zelf zou hebben bepaald.

Zoals ik heb betoogd is dat niet zonder meer vanzelfsprekend. Dat is ook wel logisch, aangezien er geen eenduidige methodiek is voorgeschreven. In deze context ben ik van mening dat de gebruiker recht heeft op ondubbelzinnige helderheid over de gehanteerde materialiteitsgrens. De accountantsverklaring lijkt mij hiervoor bij uitstek de geschikte plaats.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.