Opinie

Tuchtrecht, Ahold en Amerikaanse normen

En wéér een tuchtzaak met betrekking tot Ahold. Maandag 7 mei mocht de accountant van PwC zich verdedigen tegen klachten van de heren v.d. Hoeven en Meurs over diens onderzoek naar de "management integrity" bij Ahold. U weet wel, dat onderzoek waar Deloitte om had gevraagd toen de side-letters boven tafel kwamen.

Arnout van Kempen

Kern van de klachten: Meurs en vd Hoeven hebben onvoldoende recht op hoor en wederhoor gekregen van PwC en daardoor mist het PwC-rapport een deugdelijke grondslag. Het was een redelijk spectaculaire hoorzitting daar bij de Amsterdamse tuchtraad. PwC beet bijzonder fel van zich af, en de klagers kregen bepaald pittige bezwaren over zich heen. Wie de bal kaatst kan hem terug verwachten. 

De klacht komt wel wat laat, en is gebaseerd op het feit dat Meurs en vd Hoeven zelf hun afspraken niet nakwamen. En oh ja, onder hun beider leiding kende Ahold nauwelijks een functionele accounting manual, en de planning & controlcyclus was pet. Zo zou je de reactie van PwC kort kunnen samenvatten. 

Als je de kranten van vandaag leest zou je denken dat mr Wladimiroff, de advocaat van vd Hoeven, al zeker is van de overwinning. Immers, de aangeklaagde accountant van PwC gaf zelf toe dat sinds uitbrengen van het rapport nuanceringen aan de orde waren. Echter, anders dan Wladimiroff in de pers suggereert, het feit dat nieuwe feiten na rapportagedatum voor nuancering zorgen, maakt een rapport niet ondeugdelijk. 

Wat me persoonlijk vooral opviel in dit proces, was iets heel anders. PwC heeft zich tijdens haar onderzoek sterk laten beïnvloeden door, of beter nog heeft toegestaan dat mee stuurden: de Amerikaanse autoriteiten, in casu de SEC c.s. En dáárom kregen zittend management en anderen wel ruim de tijd voor hoor en wederhoor, en moesten vd Hoeven en Meurs in extreem korte tijd reageren. 

In de betogen kreeg het weinig aandacht, maar de vraag die gesteld moest werden werd gelukkig wel gesteld: had de Nederlandse PwC accountant eigenlijk wel een opdracht van een Nederlands audit committee mogen aanvaarden, waarbij onderzoek gedaan moest worden naar de integriteit van Nederlandse managers en de boekhoudpraktijken binnen een Nederlandse onderneming, van een Nederlandse vennootschap, onder de randvoorwaarde dat Amerikaanse normen die potentieel strijdig zouden zijn met Nederlandse normen, eerbiedigd zouden worden en waarbij een Amerikaanse overheidsinstantie mede aan het stuur zou zitten? 

De uitspraak in deze zaak, over een maand of drie, zal ongetwijfeld worden geïnterpreteerd binnen de context van het Ahold-drama. Maar voor het Nederlandse beroep met haar klanten die werkzaam zijn over de hele wereld, verdient dit punt serieuze aandacht. Is het tuchtrechterlijk aanvaardbaar dat je je als Nederlandse accountant voegt naar Amerikaanse normen, voorzover die strijdigheid met Nederlandse normen opleveren?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.