Opinie

Quo vadis?

Het is een vraag die het accountantsberoep niet langer zelf kan beantwoorden. Ooit, in een grijs verleden, was er geen controleplicht, geen beschermde titel, niks. Er waren alleen een paar slimme boekhouders die ten behoeve van investeerders en beleggers de rekeningen controleerden bij publiek gefinancierde instellingen.

Ze hadden de wind mee in een tijd dat de moderne kapitalistische economie vorm kreeg en handige jongens daar al frauderend misbruik van maakten. Als een soort moderne sheriffs hielden accountants in de gaten dat het nieuwe wilde westen niet al te wild werd. 

Terwijl het beroep zijn eigen weg koos, nationaal en internationaal, met grote namen die ooit de gevels van de grote kantoren sierden, begon de wetgever zich er heel voorzichtig wat mee te bemoeien. Niet omdat accountants beteugeld moesten worden, in tegendeel, juist omdat accountants er zelf om vroegen. En gelijk hadden ze. 

Verslaggevingsstandaarden die bedacht werden door accountants en vervolgens gecontroleerd werden door accountants, dat is wat vreemd. Het ontbreken van controleplicht, ook niet zo handig. En vooral, geen kwaliteitsbescherming voor het beroep was al te gek. 

Dus we kregen jaarrekeningrecht, een door accountants gedomineerde RJ, een door accountants geregeerde beroepsorganisatie met verordenende bevoegdheden, een beschermde titel en controleplicht. Alles wat accountants maar konden wensen werd door de wetgever geleverd. 

En wat deed het beroep met al dat succes, al die macht in eigen huis? 

Het beroep verstarde.  Opleidingen lagen vast, aanpakken werden in beton gegoten, en accountants vonden zichzelf reuze innovatief als ze bedachten dat ze in de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) mochten spreken over niets wat de AVA wilde weten. Technische ontwikkelingen werden niet of nauwelijks opgepakt. Niet dat dat nieuws is voor u. 

De buitenwereld begon twijfels te krijgen over accountants. Waar het beroep zichzelf had mogen regelen en dat niet deed, greep de overheid in. Een ingrijpen vanuit wantrouwen, en het beroep reageerde niet met vertrouwen maar met méér wantrouwen. 

Was het de zelfgenoegzaamheid die een eeuw zelfregulering had opgeleverd? Of zijn accountants gewoon beroerdere netwerkers dan ze zelf willen erkennen? Feit is dat Ronald Plasterk niet onder de indruk was van de lobby uit het beroep. 

Niet alleen het beroep bepaalt haar eigen richting niet meer, ook het ministerie lijkt dat niet meer te doen. Men richt een consultatie in, maar de timing is zo beroerd dat de uitkomsten geen enkele invloed meer kunnen hebben op het stemgedrag van de Kamer. Is dat onnozel, of heel slim? 

Wie zowel Kamer als consultatie een beetje heeft gevolgd, ziet duidelijke patronen in de meningsvorming. Dat daarbij de wetenschap stelselmatig wordt genegeerd, mag niet verbazen (waarbij je je soms ook wel afvraagt of de wetenschap misschien iets meer kan doen dan instemming betuigen met collega's die op de verkeerde vraag antwoorden). 

Ook het punt van lastendruk en afwezigheid van aantoonbaar effect zal geen enkele indruk maken op Kamerleden. Zoals op deze site al vaker is betoogd door criticasters van het beroep: ook al heb je geen idee of iets werkt, dan moet je soms toch iets doen. 

Of dat 'iets' zinvol is, doet daarbij niet zo ter zake. Politiek is immers beslissingen nemen. Dat een overheid daarbij moet oppassen zich niet nodeloos in de vrijheden van burgers en bedrijven te treden is voor een linkse meerderheid, waaronder de conservatief-linkse PVV (!), wellicht niet het belangrijkste argument. 

Dat de huidige Wet toezicht accountantsorganisatie aan kracht zal verliezen, juist op het zo belangrijk geachte punt van de onafhankelijkheid, kunnen we wel betogen, maar ook dat zal niet veranderen wat morgen gebeurt. 

De treurige werkelijkheid is dat het accountantsberoep al sinds 2005 in toenemende mate de regie kwijt aan het raken is, en morgen weer verder kwijt raakt omdat: 

  1. Het beroep niet in staat is gebleken haar eigen belang voor de maatschappij goed duidelijk te maken.
  2. Het beroep met de enorme ruimte die ze had zichzelf te regelen te weinig heeft gedaan.
  3. Accountancy voor Kamerleden nog steeds een saai en oninteressant terrein is, een land der blinden waar Ronald Eénoog koning is.
  4. We met een liberaal kabinet zitten dat wordt gedoogd door een conservatief-linkse partij.

En tegelijk zit daarin de kracht van het beroep: uiteindelijk boeit het vrijwel niemand, zolang er maar geen ongelukken gebeuren. Aan het beroep dus om dáár voor te zorgen. 

Niet door af te geven op het belang van compliance, maar door voor werkelijke, materiële, compliance te zorgen. Niet bij iedere fout roepen dat het aan iedereen ligt behalve aan de accountant, maar de ruggen recht, waarde toevoegen voor klant en maatschappij, en aan de slag. En fouten aanpakken. 

De NBA heeft, zoals het zich laat aanzien, morgen nog steeds haar verordenende bevoegdheid, nog steeds de mogelijkheid om de leiding te nemen in het beroep, en luid en duidelijk de vraag te beantwoorden: waarheen gaat gij?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.