Opinie

Tuchtklachten Econcern en Vestia

Na 'Freaky Thursday' (25 september) was het op maandag 13 oktober 'Freaky Monday'. De Accountantskamer publiceerde twee belangrijke beslissingen in de zaken Econcern en Vestia.

Mij past enige terughoudendheid bij de inhoudelijke bespreking van beide beslissingen omdat ik zowel Econcern (althans de curator) als Vestia heb bijgestaan. Ik zeg dat dus expliciet voor de lezer die dat van belang acht.

Mijn betrokkenheid in de zaak Econcern heeft overigens geleid tot de stellingname van hun controlerend accountant PwC dat ik in casu niet deskundig zou zijn omdat ik: (a) nimmer als openbaar accountant heb gewerkt; (b) niet beschik over specifieke kennis over verslaggeving in zijn algemeenheid en over fair value en venture accounting in het bijzonder; en (c) niet beschik over specifieke kennis van de branche waarin Econcern opereerde.

Waarna mij werd verweten te zijn blijven steken in (theoretische) algemeenheden, het klakkeloos overnemen van standpunten van klagers en het oproepen van vele vragen en daarbij wegblijf van waar het in de praktijk bij de controle van Econcern echt om ging.

De Accountantskamer laat zich door de retoriek van PwC niet afleiden en stelt op dit punt neutraal dat klagers hun klacht mede hebben onderbouwd met de opinie van Pheijffer ‘die ampel aandacht besteedt aan het al dan niet voorhanden zijn van (toereikende) controle-informatie.'

Het is juist dit punt waarop de PwC-accountants zelf hebben gefaald (en kennelijk ook het kwaliteitsborgingssysteem binnen PwC). In de woorden van de Accountantskamer:

  • 'De conclusie uit al het voorgaande is dat niet aannemelijk is geworden dat betrokkenen op het merendeel van voormelde onderdelen van de jaarrekening 2007 en de toelichting voldoende en geschikte controlewerkzaamheden hebben verricht en dat derhalve evenmin aannemelijk is geworden dat betrokkenen ter zake voldoende en geschikte controle-informatie hebben verkregen.'
  • 'Dit betekent dat de betrokkenen de controle van de jaarrekening met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling hebben gepland en uitgevoerd, als gevolg waarvan een goedkeurende verklaring in het maatschappelijk verkeer is gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag bestond.'
  • 'De Accountantskamer rekent betrokkenen zwaar aan dat voormelde verzuimen zich hebben voorgedaan bij de controle van een jaarrekening, ten aanzien waarvan zij wisten dat de afgifte van hun goedkeurende verklaring van essentieel belang was voor derden, die zich hadden voorgenomen met substantiële bedragen deel te nemen in het kapitaal van Econcern.'
  • 'Van betrokkenen had, gezien het belang, het onderkende risico en het gegeven dat het hier ging om complexe, grensoverschrijdende materie, een hoge mate van oplettendheid en een professioneel-kritische instelling mogen worden verwacht.'
  • 'Door zulks na te laten en aldus hun kerntaak als controlerend accountant te veronachtzamen, hebben betrokkenen in aanmerkelijke mate de in de VGC neergelegde fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag geschonden.'
  • 'Door hun handelen hebben betrokkenen aldus het vertrouwen in de beroepsgroep in hoge mate geschaad.'

De Accountantskamer ziet de kwestie Econcern duidelijk anders dan PwC, dat de verwijten van klagers kort geleden nog als een 'gotspe' heeft aangeduid. Vandaag stelde de accountantsorganisatie 'geschrokken' te zijn.

In de zaak Vestia - met als klager het Openbaar Ministerie en als beklaagde een accountant van Deloitte - heeft de Accountantskamer een tussenbeslissing genomen. Belangrijk daarin is hetgeen wordt opgemerkt over de verplichtingen van een deskundige die door de controlerend accountant ten behoeve van diens opdracht wordt ingeschakeld.

De Accountantskamer stelt dat aansluiting bij NV COS 3000 geboden is: 'Het gaat in dit geval immers om een stuk waarin betrokkene in een specifieke opdracht en in verband met de controle van een jaarrekening tot een bepaalde uitspraak komt, die de facto ten doel had het standpunt van de controle-cliënt van betrokkene's opdrachtgever te ondersteunen/bevestigen en waarvan gezag uitgaat, enkel vanwege het feit dat een accountant tevens zijnde derivatenspecialist dit stuk op het gebied van verslaglegging van derivaten heeft opgesteld. Aan het memo moet dan ook het karakter én gewicht van assurance worden toegekend.'

Het ging dus om een memo dat door een Deloitte-accountant tevens derivatenspecialist aan de controlerend accountant - eveneens van Deloitte - met betrekking tot de controleopdracht bij Vestia was afgegeven. Het antwoord in casu op een verslaggevingsvraag van de controlerend accountant - namelijk: mag kostprijs hedge accounting worden toegepast - was van materieel en wezenlijk belang voor de controle.

De Accountantskamer: '(...) daarmee is niet verenigbaar dat, indien een deel van de werkzaamheden van de jaarrekeningcontrole buiten het team wordt verricht door een andere, niet tot het controleteam behorende accountant, daarvoor niet dezelfde deskundigheids- en zorgvuldigheidseisen gelden als indien deze werkzaamheden binnen het controleteam zouden zijn verricht'.

Een voor de praktijk uiterst belangrijke beslissing. Ten eerste voor accountants die een opdracht ten behoeve van een controleopdracht uitvoeren. Die moeten aan hoge eisen voldoen als hun rapportage ten behoeve van de controle wordt gebruikt. Overigens dienen zij als hun rapport conclusies bevat - zelfs los van de vraag of assurance wordt verstrekt - aan algemeen fundamentele beginselen te voldoen inzake bijvoorbeeld deskundigheid en zorgvuldigheid.

Ten tweede is de uitspraak van belang voor controlerend accountants: als door hen ingeschakelde specialisten een rapport verstrekken dat ten behoeve van de controle wordt gebruikt, moet de accountant vaststellen of dat rapport aan de hoge eisen voldoet. Zo niet, dan is er sprake van een 'controlegat' en dient de accountant zelf aanvullende werkzaamheden te verrichten. Hetgeen blijkt uit zowel de beslissing van de Accountantskamer inzake Econcern als die over Vestia.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.