Opinie

Nieuwe accountantsverklaring meer start- dan eindpunt

Nederland krijgt binnenkort een accountantsverklaring nieuwe stijl. Een goede zaak, want deze geeft meer informatie over de werkzaamheden van de accountant. Maar het is wel belangrijk dat de verwachtingen reëel zijn.

Giljam Aarnink

In zijn nieuwe verklaring zal de accountant de kernpunten van zijn controle (key audit matters) opsommen en beschrijven welke zaken tijdens de controle zijn speciale aandacht hebben gehad en waarom. 

De accountant communiceert hoe hij zijn controle heeft uitgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan de behandeling van schattingsonzekerheden rond de waardering van financiële instrumenten, de impairment van goodwill en belangrijke veronderstellingen bij pensioenberekeningen. Kernpunten kunnen ook betrekking hebben op moeilijkheden tijdens de controle of op grote veranderingen in de controleaanpak. 

Het is goed dat de accountant dit uitlegt aan de gebruiker van de jaarrekening. Wij doen als accountants achter de schermen vaak prachtig werk. Vertrouwen van de maatschappij in de accountant vereist echter niet alleen goede kwaliteit, maar ook effectieve communicatie. 

De verklaring nieuwe stijl is vooral het resultaat van een nieuwe standaard van de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB). Deze is nog niet formeel goedgekeurd, maar werpt zijn schaduw al vooruit in nationale regelgeving en praktijk. In het Verenigd Koninkrijk is een verklaring nieuwe stijl reeds verplicht bij beursgenoteerde ondernemingen over boekjaar 2013. De NBA wil de nieuwe verklaring verplicht stellen voor de jaarrekening over 2014, terwijl de IAASB een jaartje langer wil wachten. 

De Einzelgang van landen en ook accountantskantoren bij introductie van de nieuwe verklaring is begrijpelijk vanuit de gretigheid om meer te communiceren over wat we doen, maar heeft ook nadelen. De (internationale) vergelijkbaarheid van accountantsverklaringen kan er nodeloos door in gevaar komen en dat zou jammer zijn . 

Naast de rapportage over kernpunten in de controle introduceert de conceptstandaard van de IAASB nog een tweede zeer belangrijke vernieuwing: rapportage door de accountant over zijn werkzaamheden ter toetsing van de continuïteitsveronderstelling (‘going concern') van het bestuur. Dit aspect  staat echter nog ter discussie. Laten we hopen dat de nationale regels hierover niet teveel gaan afwijken van elkaar. 

Rond de geboorte van de nieuwe verklaring bestaat nog een heel ander risico: te hooggespannen verwachtingen bij jaarrekeninggebruikers. De nieuwe standaard verplicht de accountant om meer informatie te geven over zijn eigen werkzaamheden, maar veel gebruikers die ik spreek veronderstellen dat hij in het kader van de nieuwe verklaring ook meer controlewerkzaamheden gaat verrichten. Ze denken ook dat hij zelfstandig informatie over zijn opdrachtgever naar buiten gaat brengen. 

Wij merken dat bij sommige stakeholders zelfs de verwachting leeft dat de externe accountant een zelfstandige beoordeling gaat maken van de belangrijkste risico's die de onderneming loopt en de wijze waarop de onderneming die beheerst.  Verslaggevings- en financiële risico's, maar ook strategische, operationele en reputatierisico's. Deze stakeholders verwachten dat de accountant, als hij de rapportage door bestuur en commissarissen daarover niet afdoende vindt, zelf zijn eigen mening in zijn verklaring moet zetten. Ook verwachten sommigen dat de accountant zelfstandig informatie naar buiten brengt over de onderneming met betrekking tot de continuïteitsveronderstelling. 

Dat beoogt de standaard allemaal niet. We lopen dus een levensgroot risico dat de aloude ‘verwachtingskloof' tussen accountant en 'maatschappelijk verkeer' over de accountantsverklaring wordt verdiept. 

Daarom moeten we enerzijds de verwachtingen rond de nieuwe standaard goed managen en daarbij zeker niet schromen om al het belangrijke, goede werk dat we nu al doen uit te leggen. 

Anderzijds moeten we oplossingen zoeken voor de informatiebehoefte van onze stakeholders. Wat mij betreft is de logische weg dat de rapportageverplichtingen voor bestuurders en commissarissen worden uitgebreid en minstens gelijke tred houden met de nieuwe informatieplicht van de accountant. Veel van de 'kernpunten' in de controle hebben immers direct te maken met relevante 'issues' voor de jaarrekening of de bedrijfsvoering van de onderneming. Het zou onbevredigend zijn als de accountant wel zijn controleaanpak ten aanzien van de kernpunten beschrijft, maar bestuurders en commissarissen hun stakeholders te karig informeren over de gerelateerde issues. 

Zoals wij schreven in ons paper 'Wie had dat zien aankomen?' (december 2013), kunnen bestuurders en commissarissen sowieso beter tegemoet komen aan de behoeften van het maatschappelijk verkeer door meer inzicht te verschaffen. Ik denk dan met name aan informatie over risico's, risicomanagement en continuïteitsveronderstelling. 

De toetsende rol van de accountant kan dan worden uitgebreid naar deze rapportage hierover. Zo blijft een waardevolle verdeling van taken gehandhaafd: de onderneming informeert, de accountant toetst. Tegelijk krijgt de samenleving meer en waardevollere  informatie. Met andere woorden: voor mij is de verklaring nieuwe stijl meer een startpunt dan een eindpunt.

Giljam Aarnink is registeraccountant en is lid van de raad van bestuur en voorzitter van de Assurance-praktijk van Ernst & Young in Nederland en België. Hij trad in 1978 in dienst bij Ernst & Young en werkte onder meer voor de firma in de Verenigde Staten. In de periode 1998-2002 bekleedde hij diverse bestuursfuncties en in 1991 werd hij partner. Hij werkt voor cliënten als DSM en Nuon.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.