Opinie

Pensioen in eigen beheer: wat gaan banken doen?

De laatste wijziging van RJk B14 Personeelsbeloningen is van kracht voor jaarrekeningen die aanvangen op of na 1 januari 2014. Deze richtlijn van de Raad voor Jaarverslaggeving gaat over de waardering van de pensioenvoorziening in eigen beheer voor kleine ondernemingen.

Voor de mkb-accountant lijkt mij dat een belangrijk onderwerp. In de afgelopen maanden heb ik op deze site weinig gezien over de impact van deze wijziging. Aby Gazan heeft op deze site aangekondigd dat 2014 het een roerig pensioenjaar zou worden en John Weerdenburg sprak in een artikel het vermoeden uit dat veel jaarrekeningen op fiscale grondslagen zullen worden opgesteld, maar verder zie ik niet veel reacties.

Ik wil daarom de aandacht vestigen op een bijkomend effect van deze richtlijn.

Allereerst moeten we ons realiseren dat er sprake is van drie berekeningsmethoden:

  1. De fiscale waardering
  2. De waardering volgens RJ B14 (RJ-Uiting 2014-4)
  3. De commerciële waardering voor toepassing van de fiscale dividendtoets

We weten dus dat vanaf de jaarrekening 2014 de tweede waardering actueel wordt. En dat heeft consequenties voor het vermogen van de besloten vennootschap. En iedere mkb-accountant weet hoe belangrijk dit is voor de klant: de bank baseert namelijk haar rating op de solvabiliteit van de onderneming.

In dat kader heb ik in oktober 2014 aan accountmanagers van twee banken gevraagd hoe zij met deze materie omgaan. Immers, een verslechtering van de solvabiliteit als gevolg van de stelselwijziging kan invloed hebben op de rating, terwijl de onderneming niet slechter of beter presteert.

De mannen vonden het een goede vraag en waren onder de indruk van het probleem. En nee, ze hadden hier nog niets over gehoord. En trouwens, ze konden het ook niet zo heel erg goed volgen. Begrijpelijk natuurlijk, dus ik heb ze twee balansen per 31 december 2013 van dezelfde onderneming, maar met twee verschillende pensioenvoorzieningen - voor en na toepassing van de stelselwijziging - gegeven.  

Van de ene bank heb ik nog niets gehoord, maar op 22 december kreeg ik van de andere bank antwoord. De reactie was als volgt:

"Gebruik van commerciële cijfers, geen consequentie want daarin staat al de actuele waarde opgenomen.
Fiscale cijfers blijven ook voor wat betreft pensioen in eigen beheer gewaardeerd tegen fiscale normen. Dus qua creditscore zou je daarmee geen verschil krijgen.
Aanvulling daarop: in geval van fiscale cijfers wordt voortaan de actuele waarde opgenomen in de toelichting. Indien de waarde fors afwijkt tov de opgenomen waarde in de balans, dan komt het er op neer dat de dga niet voldoende voorzien heeft om zijn eigen toezegging te kunnen nakomen. Daar tegenover zouden dan bijv stille reserves in activa moeten staan, of goodwill.
Staat er niets tegenover dan is het gerechtvaardigd te stellen dat de eigen vermogenspositie met het verschil tussen beide waarderingen te verminderen. Willen we het echt zuiver doen dan zouden we dat in de cijfers moeten verwerken en daarover de creditscore te doen, een andere optie is om dit minimaal in de financiële analyse te betrekken en daarover een oordeel af te geven.
De richtlijn moet overigens lokaal nog worden vastgesteld. Kan betekenen dat we nuances aanbrengen maar dat volgt." (cursivering van de bank)

Al met al valt mij een aantal zaken op:

  1. Eén van de belangrijkste gebruikers van de jaarrekeningen - de bank - wekt de suggestie niet op de hoogte te zijn van majeure wijzigingen op verslaggevingsgebied.
  2. De bank gaat ervan uit dat bij gebruik van commerciële cijfers de actuele waarde van de pensioenvoorziening is opgenomen. Helaas is dat een misvatting: sinds 2005 is waardering op basis van fiscale grondslagen toegestaan (RJ-Uiting 2005-4).
  3. Tegenover het gat tussen de fiscale waardering en de RJk-B14-waardering zou stille reserves of goodwill moeten staan. De ellende is echter dat de bank over het algemeen deze immateriële vaste activa sowieso elimineert. De relevantie van die opmerking is voor mij niet duidelijk.
  4. De bank wil in voorkomende gevallen het eigen vermogen verminderen met het verschil. En houdt dan waarschijnlijk geen rekening met de mogelijkheid van belastinglatenties...

Ik wil niet te pessimistisch zijn, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hier een tendens zichtbaar is die niet positief uitpakt voor mkb-ondernemingen. En daar ligt voor de mkb-accountant een taak: voorlichting aan de klant, maar ook zeker aan de bank!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Albert Fieret is zelfstandig gevestigd accountant in Barneveld onder de naam JonkerFieret adviseurs/accountants.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.