Opinie

'Doorpakken'

In het eind mei verschenen rapport 'Doorpakken' van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) wordt een oproep gedaan om te komen tot een fundamentele discussie over enkele zaken die, zoals de MCA het noemt, aan de basis liggen van 'wicked problems'. De commissie doelt daarmee in de eerste plaats op het partner-, business-, verdien- en verrekenmodel dat in de accountancy gangbaar is.

Het openbaar accountantsberoep is in enkele opzichten een bijzonder beroep. De dienst die de openbaar accountant aanbiedt, de controle van de jaarrekening, is voor een belangrijk deel bij wet verplicht gesteld. Vervolgens heeft de wetgever bepaald dat alleen zij die een lange en hoogwaardige opleiding met goed gevolg hebben afgrond en de titel van registeraccountant of accountant-administratieconsulent hebben behaald de wettelijk verplichte controle mogen uitvoeren. Door deze juridische inkadering van het openbaar accountantsberoep wordt in belangrijke mate afbreuk gedaan aan de normale marktwerking ten aanzien van de dienstaanbieding. Natuurlijk zal worden tegengeworpen dat er concurrentie is tussen verschillende accountantsorganisaties, maar voor ondernemingen en overige organisaties is het kiezen van een accountant in beginsel geen vrije keuze. Accountantscontrole is verplicht en bij wet geregeld. De positie van de openbaar accountant is beschermd. Zij die niet over de vereiste papieren beschikken mogen de controle niet uitvoeren.

Het is goed om na te denken over het verdienmodel dat van toepassing is in de openbare accountantspraktijk. Accountantscontrole is weliswaar geen commodity, geen standaardprocedure die, of een sjabloon dat van tijd tot tijd wordt afgewerkt, maar wel in zekere zin een routinematige en vrij sterk gereguleerde vorm van dienstverlening. In sommige situaties vraagt het om creatief denkvermogen, maar in verreweg de meeste situaties wordt dat creatieve denkvermogen beperkt tot een uitleg hoe de regels moeten worden toegepast. In die zin verschilt accountantscontrole van consultancy, waar creativiteit en out-of-the-box denken het verschil maken tussen een opdracht wel of niet krijgen.

De toegevoegde waarde die accountantscontrole levert, vertaalt zich in een bepaalde mate van zekerheid dat financiële overzichten een getrouw beeld geven. In de meeste gevallen wordt dat getrouwe beeld gelukkig al door de onderneming zelf gegeven en leidt accountantscontrole alleen tot een bevestiging daarvan. Natuurlijk is het belangrijk dat accountants deze rol spelen, maar het mag niet uit het oog worden verloren dat de meeste ondernemingen zelf heel goed in staat zijn om goede financiële overzichten op te stellen. De bijdrage die accountants daarbij leveren moet niet worden onderschat, maar mag niet worden overdreven.

Tegen de achtergrond van het voorgaande zijn er twee overwegingen: 1) is het echt noodzakelijk dat de wetgever accountantscontrole verplicht stelt en 2) wat is een maatschappelijk aanvaardbaar tarief voor de toegevoegde waarde van accountantscontrole?

Kan de wettelijke controleplicht worden afgeschaft? Ik realiseer mij dat ik niet de eerste ben die deze vraag stelt. Toch is het een heel relevante vraag. Wat zou er gebeuren wanneer de controleplicht uit de wet wordt geschrapt? De onderneming zou in die situatie zelf mogen kiezen om de financiële overzichten al dan niet te laten voorzien van een accountantskeurmerk. Ondernemingen, vooral in het mkb, die volledig door een directeur-grootaandeelhouder zijn gefinancierd, zullen misschien afzien van controle. En dat is in die situatie ook helemaal niet erg. Hoewel…? De Belastingdienst zal in die situatie misschien weer overgaan tot traditionele belastingcontrole. Bij andere ondernemingen zullen stakeholders zoals aandeelhouders, financiers, de Belastingdienst en andere belanghebbenden aandringen op accountantscontrole. Maar het verschil met een wettelijke plicht is dat nu de marktwerking tot uitdrukking komt. De wettelijke plicht is niet noodzakelijk om te komen tot getrouwe financiële overzichten. Laat de markt de vraag naar accountantscontrole bepalen; daar is de wet helemaal niet voor nodig. Laten we ook niet vergeten dat het accountantsberoep niet is ontstaan omdat er een wettelijke plicht was; er was toen helemaal geen wet. Het beroep ontstond omdat er marktvraag was en die zal er nu ook zijn.

De tweede vraag ziet op de maatschappelijk aanvaardbare kosten van accountantscontrole. De praktijk is in dit verband weerbarstig, zowel bij controles van (zeer) grote ondernemingen als in het mkb. In toenemende mate wordt kritisch gekeken naar het gemiddeld partnerinkomen, dat dan wordt vergeleken met het gemiddelde inkomen van ondernemers en bestuurders van ondernemingen. Het is onmiskenbaar een feit dat het gemiddelde partnerinkomen bij de grote kantoren (niet alleen de big four) significant hoger is dan het gemiddeld inkomen van ondernemers en bestuurders, uitzonderingen daargelaten. Het inkomen van partners wordt verdedigd vanuit de optiek dat het ondernemers zijn, die ondernemingsrisico lopen. Maar dit ondernemingsrisico is onvergelijkbaar met het risico dat ondernemingen lopen wegens de wettelijke controleplicht. Zolang de wet controle verplicht stelt reduceert dat het ondernemingsrisico significant.

Het partnerinkomen moet een gerechtvaardigde reflectie zijn van kwaliteit, inzet, complexiteit van het werk en van wat in de markt op soortgelijk niveau (ondernemers en bestuurders van ondernemingen) gemiddeld wordt verdiend. Zolang het gemiddeld partnerinkomen hoger is dan het gemiddelde inkomen van ondernemers en bestuurders van ondernemingen, zal er spanning blijven bestaan ten aanzien van het verdienmodel. Economisch gesproken is dan het tarief voor de dienstverlening gewoon te hoog. Het partnerinkomen is nu een directe resultante van de winst, wat altijd zal leiden tot een zekere perverse prikkel om omzet te verhogen en kosten te drukken.

Het partnerinkomen zou veel meer onafhankelijk van de winst moeten zijn, bijvoorbeeld door over te gaan op een systeem waarbij alle partners een marktconform salaris krijgen. De overwinst kan dan door de accountantsorganisatie in nieuwe systemen en kwaliteitsverhogende  maatregelen worden geïnvesteerd. Accountantsorganisaties zouden de aandelen ook aan de beurs kunnen laten noteren. Wat is erop tegen om er publieke ondernemingen van te maken, waarin ook de markt een zekere zeggenschap heeft? De positie van de openbaar accountant zou dan veel meer in balans komen met de maatschappij.

In het belang van ons beroep is het goed om aan de gevraagde discussie deel te nemen. Het is ook in het belang van het maatschappelijk vertrouwen in de openbaar accountant, dat immers het fundament is onder ons beroep.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Prof. dr. Peter Diekman RA is partner van FourValue BV en hoogleraar aan de University of CuraƧao en de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.