Waarom de alternatieve structuurmodellen uit het AFM-rapport niet gaan werken
Het accountantsberoep ontleedt zijn bestaansrecht door te voorzien in een behoefte van het maatschappelijk verkeer. Het beroep is ontstaan als gevolg van boekhoudschandalen, is daarna uitgegroeid tot een vertrouwensfunctie en staat nu onder forse druk door nieuwe boekhoudschandalen. Op zich is dat een normale levenscyclus: iets ontstaat uit chaos, groeit en sterft af.
Het lijkt er sterk op dat de accountant, in zijn huidige vorm, in de laatste fase van zijn leven is beland. Je kunt het beroep zien als een ecosysteem. Elk ecosysteem zal uiteindelijk ten onder gaan, als het zich niet kan aanpassen aan zijn omgeving. De omgeving van de accountant bestaat uit zijn cliënten en het maatschappelijk verkeer. Deze omgeving is aan het veranderen en geeft momenteel sterke signalen af dat de accountant zijn werkwijze moet aanpassen. Van enige afstand naar alle discussies over het beroep kijkend, lijkt het wel of de accountant gevangen zit in zijn eigen systeem (of: verdienmodel). Het piept en kraakt, maar het lukt niet daar echt iets aan te doen. Aan de hand van de systeemtheorie kan dit goed worden verklaard.
Als het systeem voldoende diversiteit en requisite variety (populair gezegd: zelfreflectie) heeft, zal het zich aanpassen, bijvoorbeeld door innovatie. Dan kan er een nieuwe levenscyclus worden gestart; ook wel tipping point genoemd. Maar als informatie uit de omgeving niet meer goed kan worden verwerkt door het systeem, zal het zich niet aanpassen en uitsterven. De vraag is dus waarom het systeem zichzelf niet meer aanpast?
Vanuit de systeemtheorie kan dit worden verklaard doordat er teveel feedback-mechanismen (error-controls) aanwezig zijn in het systeem. Feedback-mechanismen in een systeem groeien over de tijd en versterken zich. Bijvoorbeeld door het ontbreken van diversiteit en/of een toename van wet- en regelgeving en interne procedures. Als gevolg hiervan raakt het systeem vooral naar binnen gericht en ‘ziet’ het niet meer wat er in zijn omgeving gebeurt (gebrek aan informatie control).
Als je als accountant het grootste deel van je tijd kwijt bent met het voldoen aan allerlei interne en externe kwaliteitsvereisten (lees: feedback mechanismen), blijft er niet veel tijd over om na te denken over bijvoorbeeld innovatie, of is het lastiger om signalen op te pakken die wijzen op belangrijke tekortkomingen in het governancesysteem van de cliënt. Daarnaast verdiende de accountant altijd goed geld, dus was er geen echte prikkel om hierover wakker te liggen. De oplossing werd tot nu toe vooral gevonden in het toevoegen van nog meer feedback-mechanismen, mede om aan het bestaande (verdien)model vast te houden. De AFM-toetsingen vormen eveneens feedback-mechanismen: achteraf. Dat verklaart waarom die toetsingen geen nieuwe schandalen kunnen voorkomen.
Het echte probleem van het accountantsberoep is dat de behoefte van het maatschappelijk verkeer is veranderd, omdat de aard van de schandalen (inclusief snelheid van ontstaan) en dus ook de verwachtingen in de loop van de tijd zijn veranderd. Het maatschappelijk verkeer verlangt steeds meer dat de accountant integriteitsrisico’s en andere systeemrisico’s signaleert en daarover tijdig rapporteert. Wat er dus moet gebeuren is nagaan of de huidige controleaanpak en het accountantsproduct nog wel voorziet in de behoefte van deze tijd. De wereld en de behoefte van het maatschappelijk verkeer zijn niet statisch. Hetzelfde geldt voor de leer van de accountant en het product. Dit is waar de echte innovatie moet plaatsvinden!
Het bedenken van een nieuw structuurmodel is niet meer dan een zoveelste feedback-mechanisme en zal dus weinig of niets opleveren. Wellicht dat het de levensduur van de accountant iets verlengt, maar de val zal alleen maar harder zijn als er geen echte innovatie plaatsvindt. Met een kunstmatige verlenging van de levensduur kan de huidige generatie vijftigplus-accountants misschien nog net zijn pensioen halen, maar de jongeren blijven met lege handen achter. Dat kan niet de bedoeling zijn.
De innovatie waarover ik het heb gaat over de kern van het bestaan: de accountantscontrole. In een eerdere opiniebijdrage gaf ik een voorzet voor vernieuwing daarvan.
Het is nu tijd om echt na te denken over the day after tomorrow en the shit of yesterday achter ons te laten. Alleen dan kan de accountant overleven. Anders vrees ik over een tijdje het einde van het beroep, omdat ieder systeem zal sterven zonder vernieuwing.
Ik hoop daarom ook van harte dat de kern van ons bestaan het onderwerp van discussie gaat worden van de nieuw in te stellen adviescommissie van minister Hoekstra. Verdienmodellen, robots en kunstmatige intelligentie zijn uiteindelijk niet de grootste gevaren voor ons beroep. Wel het gebrek aan zelfreflectie en het vermogen om ‘de grote olifant in de accountantsbestuurskamer’ aan te pakken. Daarover binnenkort meer in een volgende bijdrage.
Gerelateerd
NBA heeft handschoen kwartiermakers 'met voorrang' opgenomen
De NBA rapporteert in een brief aan de minister van Financiën over de voortgang van de aanbevelingen van de Kwartiermakers toekomst accountancysector. De beroepsorganisatie...
Pheijffer: 'Laat accountancy niet alleen aan accountants over'
Volgens hoogleraar Marcel Pheijffer zijn minder regels en verlaging van de opleidingseisen voor het accountantsberoep niet de oplossing voor de sector.
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...