Tuchtrecht

Niet objectief genoeg bij echtscheiding

Twee accountants zijn niet objectief genoeg geweest en hebben te veel partij gekozen voor de ex-man van een vrouw die ook aandeelhouder en bestuurder was van de onderneming.

Accountantskamer

Zaaknummers:
13/1085 en 13/1146 Wtra AK
Datum uitspraak:
16 december 2013
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
bevestigd, CBb 19 februari 2016, AWB 14/37
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:72, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee echtparen runnen ieder via hun eigen holding een gezamenlijk bedrijf in kleding en damesmode. Eén van de twee echtparen gaat scheiden. Het stel, dat in gemeenschap van goederen was getrouwd, blijft na het uitspreken van de scheiding bakkeleien over de verdeling van de boedel.

Een accountantskantoor werkt al meer dan twintig jaar voor het bedrijf. Een accountant-administratieconsulent treedt  (de laatste jaren) op als relatiebeheerder van de vennootschappen; een registeraccountant ondertekent de samenstellingsverklaring en voert strategische adviesgesprekken met de ondernemers. De partner van de gescheiden vrouw is hun eerste aanspreekpunt.

In juni 2009 spreken de AA, de ex van de vrouw en de broer van de ex over de gevolgen van de echtscheiding. Volgens het verslag menen de ex en zijn broer dat er geen tegenstrijdige belangen zijn en dat het accountantskantoor de te nemen financiële beslissingen vanuit verschillende gezichtspunten moet belichten met de voor- en nadelen. Daarna zullen de partijen samen een besluit nemen, "uiteraard" in overleg met en betrokkenheid van de advocaat van de vrouw en het accountantskantoor. De vrouw heeft twijfels over de objectiviteit van de accountants.

In november 2010 brengt een adviseur van het accountantskantoor een rapport uit waarin hij de aandelen in de holding van het gescheiden echtpaar waardeert. In opdracht van de ex rapporteert de AA over de uitgangspunten en veronderstellingen die aan het waarderingsrapport ten grondslag liggen.

Vanaf september 2011 keert de ex zich als directeur van de echtelijke holding een salarisverhoging toe van ruim 2.700 euro per maand, hoewel alleen de algemene aandeelhoudersvergadering van de holding daartoe bevoegd is.

Vanaf medio 2012 krijgen de vrouw en haar ex geen salaris meer, omdat er een liquiditeitstekort is ontstaan en de vrouw de bankrekening heeft geblokkeerd.

De vrouw twijfelt opnieuw aan de onpartijdigheid van de accountants en laat haar advocaat een brief schrijven. In een reactie memoreert de AA de afspraak om financiële beslissingen vanuit verschillende gezichtspunten te belichten, waarna de partijen samen een besluit nemen, "uiteraard" in overleg met de advocaat en het accountantskantoor. Het kantoor heeft de vrouw aangeboden om de verschillende gezichtspunten in beeld te brengen in een gesprek. De vrouw heeft de afspraak echter geannuleerd. In de verwijten van partijdigheid herkent de accountant zich niet. Het kantoor dient het belang van de vennootschap alsmede dat van de ex "binnen de hierboven geciteerde afspraken". De accountant vindt het niet in het belang van de vennootschap om zich terug te trekken, zo laat hij de advocaat van de vrouw weten in zijn reactie van 12 januari 2012.

Twee dagen daarvoor is een algemene aandeelhoudersvergadering gehouden van één van de dochter-bv's. Daarbij waren de vrouw en haar ex, het andere echtpaar en de AA aanwezig. De vrouw gaat alsnog akkoord met beëindiging van een huurcontract. Maar zij stemt niet in met de afslanking van de directie van vier naar twee directeuren, te weten de twee mannen. Naar aanleiding van de vergadering raadt de AA de andere aandeelhouders aan dit besluit voorlopig op te schorten en hun goede wil te tonen in het overleg tussen de vrouw en haar ex.

In januari 2013 geeft de AA een overzicht van de financiële stand van zaken bij de dochter-bv's. Die is niet best. In augustus 2013 wordt één van de dochter-bv's failliet verklaard. De vrouw heeft dan al een klacht tegen de accountant ingediend.

Klacht

De accountants hebben in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen 'objectiviteit' en 'deskundigheid en zorgvuldigheid' door:

I. bij de bespreking van juli 2009 geen dan wel onvoldoende waarborgen te treffen tegen de bedreiging van aantasting van hun professioneel of zakelijk oordeel door de belangentegenstelling tussen de vrouw en haar ex;

II. in de reactie (van 12 januari 2012) aan de toenmalige advocaat van de vrouw blijk te geven van hun partijdigheid ten faveure van de ex;

III. ten onrechte een brief op te stellen die de ex kon gebruiken in de juridische procedure tegen zijn vrouw, waardoor de belangen van de vrouw als 50%-aandeelhouder in de echtelijke holding konden worden geschaad ten faveure van de ex;

IV. een bedrag van 30 mille, dat de ex had geleend, te verwerken in de jaarrekening 2011 van de echtelijke holding, terwijl die lening niet door beide bestuurders van de holding was goedgekeurd;

V. een groot aantal werkzaamheden ten behoeve van de ex privé en/of diens nieuwe partner ten onrechte te factureren aan de holding.

Oordeel

Klachtonderdeel I is te laat ingediend, voor de rest is de klacht gegrond.

Ad II

In de reactie op de brief van de advocaat schrijft de AA dat het kantoorhet belang van de vennootschap alsmede dat van de ex dient binnen de geciteerde afspraken. Met deze mededeling hebben de accountants volgens de Accountantskamer laten blijken dat zij niet of onvoldoende beseffen dat de belangen van de vrouw en de ex binnen de echtelijke holding op zijn minst uiteen liepen, gezien hun geschil over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Zij hebben een bedreiging van hun objectiviteit over het hoofd gezien en daartegen geen maatregelen getroffen.

Ad III

De algemene uitgangspunten van NVCOS 5500N dan wel NVCOS 4400 houden in dat de accountant moet voldoen aan de fundamentele beginselen uit de VGC, waaronder dat van deskundigheid en zorgvuldigheid. Als NVCOS 5500N al van toepassing is, moeten de accountants - hoewel zij het bijzondere belang van de ex vertegenwoordigen - bij het verlenen van een transactiegerelateerde adviesdienst de eis van objectiviteit in acht nemen.

Dat geldt te meer als het om accountantswerkzaamheden gaat waarvan de accountant weet dat die in een gerechtelijke procedure zullen worden gebruikt om het standpunt van één der partijen te onderbouwen. Een accountant moet dan ook het algemeen belang dienen en ervoor zorgen dat zijn rapportage de waarheidsvinding niet belemmert door het rapport te eenzijdig toe te spitsen op het standpunt/belang van de opdrachtgever/cliënt.

In dit geval hebben de accountants het algemeen belang niet gewaarborgd, omdat zij in de brief heel onopvallend melden dat de jaarrekening van de echtelijke holding over 2011 nog moet worden vastgesteld. De brief voldoet ook niet aan de andere geldende eisen, in het bijzonder niet aan wat in NVCOS 4400 dan wel NVCOS 5500N is bepaald over:

a) de vaststelling van de overeengekomen werkzaamheden en de opdrachtvoorwaarden;

b) wat een rapport als uitkomst van de werkzaamheden op zijn minst moet bevatten.

Dit levert een schending op van het fundamentele beginsel 'deskundigheid en zorgvuldigheid'.

Ad IV

Op de agenda van de algemene aandeelhoudersvergadering van de echtelijke holding d.d. 5 december 2012 staat onder punt 4 vermeld "Ondertekenen geldlening ivm verbouwing woning ad € 30.000 dd 1-1-2009". De AA heeft op de zitting bij de Accountantskamer verklaard dat hij deze agenda heeft opgesteld. Daaruit leidt de Accountantskamer af dat de AA wist dat de vrouw de geldleningsovereenkomst niet had ondertekend. Dat levert een schending op van het fundamentele beginsel 'deskundigheid en zorgvuldigheid'.

Ad V

De Accountantskamer vindt het aannemelijk dat het accountantskantoor (onder verantwoordelijkheid van de aangeklaagde accountants), werkzaamheden die zijn uitgevoerd voor de ex dan wel voor diens nieuwe partner, ten onrechte bij de echtelijke holding heeft gedeclareerd. Ook dit is een schending van het fundamentele beginsel 'deskundigheid en zorgvuldigheid'.

De geconstateerde ondeskundigheid en onzorgvuldigheid hebben de vrouw nadeel berokkend en de ex voordeel gebracht en de accountants hebben hun professioneel of zakelijk oordeel laten aantasten door een vooroordeel, belangentegenstelling of ongepaste beïnvloeding door een derde. Daarom moet de geconstateerde ondeskundigheid en onzorgvuldigheid ook worden aangemerkt als schending van het fundamentele beginsel 'objectiviteit'.

Maatregel

Gezien alle omstandigheden en het geringe of ontbrekende inzicht in het verwijtbare karakter van hun handelen, acht de Accountantskamer een berisping passend en geboden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.