Tuchtrecht

Foutjes penningmeester niet materieel

Een registeraccountant is als penningmeester medeverantwoordelijk voor jaarrekeningen, die allerlei formele tekortkominkjes vertonen. Omdat die geen materiële gevolgen hebben, legt de Accountantskamer geen maatregel op.

Accountantskamer

Zaaknummers:
15/255 Wtra AK
Datum uitspraak:
24 juli 2015
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
geen
Status:
alsnog een waarschuwing, CBb 10 maart 2017, 15/672
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2015:81, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant is penningmeester van een coöperatieve vereniging die een bungalowpark exploiteert. Sinds 2013 verzorgt zijn administratiekantoor de administratie van de vereniging.

Het bestuur van de vereniging stelt de exploitatierekeningen op. De accountant schrijft het grootste deel van het exploitatie- en publicatieverslag. In juni 2013 stelt de algemene ledenvergadering het exploitatieverslag 2012 vast. Eind oktober 2013 wordt het publicatieverslag gedeponeerd. In mei 2014 stelt de algemene ledenvergadering het exploitatieverslag 2013 vast. Dit wordt in juni 2014 gedeponeerd.

Een lid, dat vroeger bestuurslid was, dient een klacht tegen de accountant in.

Klacht

A. Kritiek op jaarverslag 2012:

  1. onder de begeleidende brief bij het exploitatieverslag 2012 ontbreken de handtekeningen van de verantwoordelijke bestuurders;
  2. in het bestuursverslag staat ten onrechte dat de schuldenpositie met 192.000 euro is afgenomen, terwijl die slechts met 167.696 euro is afgenomen;
  3. de deposito’s zijn ten onrechte als langlopende schulden opgenomen in de balans, terwijl deposito’s een kortlopend karakter hebben;
  4. de onderhoudsfondsen zijn ten onrechte als voorziening opgenomen in de balans;
  5. het bestuursverslag is niet ondertekend door de bestuursleden;
  6. een algemene toelichting op de jaarcijfers ontbreekt:
    a. de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ontbreken;
    b. de toelichting op de rechtsvorm ontbreekt onder de algemene toelichting;
    c. het jaarverslag is niet tijdig gedeponeerd;
  7. de opgekochte bungalows zijn ten onrechte gekwalificeerd als materiële vaste activa en niet als financiële vaste activa;
  8. in de toelichting op de balans wordt niet vermeld hoe groot de voorziening voor dubieuze debiteuren is en welk bedrag in mindering is gebracht op de vorderingen;
  9. de bankschuld van 9020 euro is ten onrechte als negatief bedrag aan liquide middelen opgenomen in de balans;
  10. de onderhoudsfondsen hadden als schulden op korte termijn opgenomen moeten worden in de balans en niet als voorziening;
  11. in de jaarrekening wordt de looptijd van de schulden en de zekerheden niet vermeld;
  12. de exploitatierekening 2012 wijkt af van de begroting 2012.

B. Kritiek op jaarverslag 2013:

  1. het publicatieverslag wijkt af van de exploitatierekening 2013 en is te laat gedeponeerd;
  2. de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ontbreken;
  3. onder de algemene toelichting ontbreekt de toelichting op de rechtsvorm;
  4. het jaarverslag is niet tijdig gedeponeerd;
  5. het bestuur is op onreglementaire wijze gedechargeerd op advies van een niet rechtsgeldig gekozen kascommissie;
  6. de financiële vaste activa zijn in de toelichting op de balans ten onrechte opgenomen onder de materiële vaste activa:
    a. er wordt ten onrechte niet afgeschreven op de materiële vaste activa, waardoor het resultaat ongeveer 1 ton hoger is;
    b. - [AK: in de klacht ontbreekt een subonderdeel b];
    c. de vooruit ontvangen parkbijdragen zijn ten onrechte in mindering gebracht op de post vorderingen;
    d. de bankschuld is ten onrechte opgenomen bij de post liquide middelen;
    e. de onderhoudsfondsen zijn ten onrechte opgenomen onder het eigen vermogen;
    f. niet alle overlopende kosten zijn opgenomen in de overige schulden;
  7. De toelichting op de exploitatierekening is ondeugdelijk:
    a. in het exploitatieverslag 2013 ontbreken de vergelijkende cijfers uit het exploitatieverslag 2012;
    b. de exploitatieresultaten wijken af in 2013 van de begroting;
    c. de presentatie van het resultaat van de winkel is misleidend;
    d. de toelichting op de onderschrijding van de begrote afschrijvingen is onduidelijk.

Oordeel

De klacht is deels gegrond.

Aanspreekbaar als accountant

De accountant zegt onder meer dat hij tuchtrechtelijk niet aanspreekbaar is omdat hij:

  • niet als registeraccountant was betrokken bij het opstellen van de exploitatieverslagen, die zijn opgemaakt door het bestuur;
  • daarbij zijn RA-titel niet heeft gebruikt;
  • nog wel is ingeschreven als accountant, maar niet meer als zodanig werkt.

Het enkele feit dat betrokkene geen gebruik heeft gemaakt van zijn RA-titel en zich niet als RA heeft gepresenteerd, is volgens de Accountantskamer geen reden om hem niet tuchtrechtelijk aan te spreken. (Net zoals de Accountantskamer al eerder zei.) Dat het opstellen van de concept-exploitatierekening een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het bestuur is, doet er ook niet toe. De accountant heeft naar eigen zeggen immers het grootste deel van die exploitatierekeningen geschreven en heeft daarvan geen afstand genomen.

Ad A.1 en A.5

De accountant erkent deze verwijten, maar zegt dat in materieel opzicht wel conform de wet is gehandeld, nu het bestuur zich kon vinden in het exploitatieverslag en dit voor de leden van de CV duidelijk was.

Volgens de Accountantskamer eist de wet niettemin dat de bestuurders het jaarverslag ondertekenen en dat wordt vermeldt waarom het door één of meerdere bestuurders niet is ondertekend.

Ad A.2

In het bestuursverslag, dat fungeert als toelichting bij het jaaroverzicht, heeft de accountant bij de afname van de schuldenpositie een onjuist bedrag vermeld. In het jaaroverzicht is overigens wel de juiste schuldenpositie vermeld, zodat niet waarschijnlijk is dat de gebruikers op het verkeerde been zijn gezet door de foutieve vermelding in het bestuursverslag.

Ad A.3 en A.11 (eerste deel)

Volgens  het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:396) is het voor een kleine rechtspersoon niet verplicht langlopende en kortlopende schulden te splitsen in de balans. De accountant heeft dat wel gedaan en mocht ervan uitgaan dat een deel van de deposito’s langjarig waren en deze met het oog op het inzichtvereiste in de balans opnemen als langlopende schuld met de gegeven toelichting in het bestuursverslag.

Ad A.4 en A.10

De manier waarop de accountant de onderhoudsfondsen heeft opgenomen in de balans over 2013 is een verbetering ten opzichte van voorgaande jaren. Volgens artikel 2:363 lid 4 BW had hij deze stelselwijziging wel moeten toelichten in het bestuursverslag. Maar er wordt niet over geklaagd dat hij dit heeft verzuimd. In dit specifieke geval is het materieel gezien niet van belang voor de balans op welke manier de onderhoudsfondsen zijn opgenomen.

Ad A.6.a

Volgens artikel 2:384 lid 5 BW had de accountant de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling per post uiteen moeten zetten. Dit heeft hij verzuimd. Overigens zijn de grondslagen wel grotendeels af te leiden uit de toelichting van het exploitatieoverzicht. De gebruikers worden dus niet misleid door het jaaroverzicht.

Ad A.6.b

Uit de titel van het exploitatieverslag blijkt wat de rechtsvorm van de coöperatieve vereniging is en die vermelding is voldoende. Er is geen wettelijke regel die voorschrijft dat je méér moet vermelden dan dat het een CV U.A. betreft en daaraan is voldaan.

Ad A.6.c

De accountant heeft niet voldaan aan de wettelijke verplichting de jaarrekening binnen acht dagen na de vaststelling openbaar te maken. Overigens is het gehele bestuur hiervoor verantwoordelijk.

Ad A.7

Net als de vorige administrateur heeft de accountant de bungalows opgenomen onder het kopje ‘materiële vaste activa’, omdat zij rechtstreeks worden gehouden door de coöperatie. Daarom vindt het cv-bestuur het onjuist om de bungalows op te nemen als financieel actief.

De woningen zijn evenmin handelsvoorraad, maar zijn naar hun aard en bestemming materiële vaste activa conform art. 2:366 BW, aldus de accountant.

De Accountantskamer vindt deze benadering “alleszins verdedigbaar”.

Ad A.8

Het is niet verplicht om in de toelichting op de balans te vermelden hoe groot de voorziening voor dubieuze debiteuren is en welk bedrag in mindering is gebracht op de vorderingen. Het moet alleen als dit nodig is voor het noodzakelijk inzicht. In dit geval is dat niet noodzakelijk.

Ad A.9

Het bedrag van 9020 euro is een schuld en niet een actief. Dit bedrag had daarom aan de andere kant van de balans moeten worden opgenomen onder de bankschulden. De accountant erkent dat ook. Overigens is deze post niet van materieel belang voor het inzicht van de gebruikers. Bovendien heeft de accountant met goede bedoelingen gekozen voor deze manier van vermelden. Hij wilde het voor de eigenaren van de bungalows meer inzichtelijk maken dat de financiële positie van de vereniging slecht was.

Ad A.11 (tweede deel)

Voor zover dit verwijt gaat over het niet vermelden van zekerheden, stelt de Accountantskamer vast dat de accountant in de toelichting op de balans heeft geschreven welk deel van schulden is bezwaard met hypothecaire zekerheden. Daarmee heeft hij voldaan aan artikel 2:375 lid 3 BW, waarin staat dat per groep moet worden aangegeven voor welke schulden zekerheid is gesteld en in welke vorm dat is gedaan. In de toelichting op de balans heeft de accountant verder het totale bedrag van de schulden opgenomen die bezwaard zijn met hypothecaire zekerheden en daarbij vermeld welk bedrag van die schulden binnen een jaar moet worden afgelost. Op die manier is hij voldoende duidelijk over de schulden.

Ad A.12

Er is geen wettelijke bepaling voorschrijft dat de exploitatierekening en de begroting over een boekjaar met elkaar overeen moeten komen.

Ad B.0*

De accountant erkent dit verwijt en zegt dat hij dit zal aanpassen in de jaarcijfers over 2014. Hij mocht echter geen correcties meer doorvoeren nadat het exploitatieverslag al was vastgesteld door de algemene ledenvergadering. Volgens de Accountantskamer is dit verwijt gegrond. Het gaat echter niet om een materiële correctie. Bovendien handelde de accountant met goede bedoelingen voor de gebruikers.

Ad B.1, B.2 en B.3

Deze verwijten zijn dezelfde als de verwijten uit de klachtonderdelen A.6.a, A.6.b en A.6.c. De Accountantskamer verklaart de klachtonderdelen B.1 en B.3 daarom ook gegrond en klachtonderdeel B.2 ongegrond.

Ad B.4

De klager heeft onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld. De kascommissie wordt gekozen door de algemene ledenvergadering. Dat één van de twee leden van de kascommissie langer dan twee jaar in functie was toen de kascommissie advies uitbracht aan de algemene ledenvergadering maakt het advies niet ongeldig. Daarbij komt dat de algemene ledenvergadering uiteindelijk decharge verleent aan het bestuur en dat kan ook zonder het advies van de kascommissie.

Ad B.5

In de toelichting op de balans heeft de accountant naast het totaalbedrag van de vaste activa 849.364 euro ‘materiële vaste activa’ vermeld. De Accountantskamer neemt aan dat hier inderdaad sprake is van een verschrijving, zoals de accountant zegt. Direct onder ‘materiële vaste activa’ staat in de toelichting op de balans: “De vaste activa hebben een totale waarde ad EUR 849.364,-.” Daardoor moet het wel duidelijk zijn. Bovendien blijkt de juiste waarde van de afzonderlijke posten materiële vaste activa en financiële vaste activa uit de balans.

Ad B.5.a

Bij de vereniging is de commerciële waarde van de vaste activa gelijk aan de fiscale waarde. De accountant heeft een aannemelijke verklaring voor het niet afschrijven. In de toelichting op de balans staat dat alleen op de inventaris wordt afgeschreven als de boekwaarde van de overige vaste activa het fiscaal toelaatbare minimum heeft bereikt. Dat fiscaal toelaatbare minimum bedraagt 50% van de WOZ-waarde. De WOZ-waarde - en daardoor de restwaarde - is zo laag dat de accountant terecht geen afschrijving meer heeft opgenomen.

Ad B.5.c

De accountant had de vooruit ontvangen parkbijdragen niet in mindering moeten brengen op de vorderingen. Hij had die moeten opnemen aan de creditzijde onder de post schulden. Overigens wordt in de toelichting op de balans wel vermeld dat deze bedragen in mindering zijn gebracht op de vorderingen. Daardoor hebben de gebruikers voldoende inzicht in de waarde van de vorderingen.

Ad B.5.d en B.5.e

Zie de klachtonderdelen A.4, A.9 en A.10.

Ad B.5.f

Dit klachtonderdeel is niet onderbouwd.

Ad B.6.a

De toelichting bij de balans en de winst- en verliesrekening over 2012 is gedetailleerder dan zou moeten volgens artikel 2:363 lid 4 lid BW. Het boekjaar daarop heeft de accountant die toelichting daarom aanmerkelijk vereenvoudigd. De toelichting is desondanks gedetailleerd genoeg en voldoet ook nog steeds aan de wettelijke eisen. Er zijn gegronde reden voor het ontbreken van de vergelijkende cijfers: in 2012 voerde de administrateur de administratie op een andere manier dan de accountant. Op grond van artikel 2:363 lid 5 BW had de accountant dit echter moeten melden in de toelichting op het exploitatieverslag.

Ad B.6.b *

Zie A.12.

Ad B.6.c

Volgens de accountant:

  • zijn de verbouwingskosten opgenomen in de post vaste activa, omdat zij niet thuishoren in het exploitatieoverzicht;
  • is de investering in de winkelvoorraad meegenomen in de post ‘inkoop kruidenierswaren’;
  • staat de nog niet verkochte winkelvoorraad op de balans onder post voorraad;
  • is er wel degelijk een voorraadopname geweest;
  • zijn er meer kranten ingekocht dan verkocht, omdat klanten ter promotie van de winkel gratis kranten kregen;
  • is de inkoop van rookwaren hoger dan de verkoop in verband met voorraadverschillen, die vermoedelijk het gevolg zijn van diefstal.

Gezien dit verweer vindt de Accountantskamer het voldoende aannemelijk dat hij dit resultaat correct heeft verwerkt in de verslaggeving.

Ad B.6.d

Volgens de accountant:

  • is op bladzijde 15 van de toelichting een bedrag van 11.393 euro aan afschrijvingen opgenomen, terwijl 47.890 euro was begroot;
  • is een afschrijving op de woningportefeuille achterwege gebleven vanwege de ontwikkeling van de huurbaten en de overdracht van de portefeuille aan een ontwikkelingsmaatschappij;
  • zijn de woningen verouderd en slecht verhuurbaar;
  • is de waarde van de portefeuille feitelijk gelijk aan de waarde van de kavels waarop de woningen zijn gebouwd;
  • is er om die reden niets afgeschreven.

Gezien dit gemotiveerde verweer heeft de klager zijn klacht onvoldoende onderbouwd.

Maatregel

Geen.

De klacht is weliswaar op diverse onderdelen formeel gegrond. Die onderdelen hebben in deze specifieke casus materieel bezien echter weinig gewicht. Omdat de accountant in de jaaroverzichten aanzienlijk meer gedetailleerde informatie heeft opgenomen dan de wet voorschrijft, kun je in ieder geval niet zeggen dat zijn aanpak afbreuk doet aan het inzicht dat de beoogde gebruikers moeten krijgen.

Omdat de accountant het werk heeft gedaan als accountant in business en hij de gebruikers van de exploitatieverslagen niet op het verkeerde been heeft gezet - laat staan heeft willen zetten - vindt de Accountantskamer het niet nodig een maatregel op te leggen.

De Accountantskamer verwacht wel dat de penningmeester voortaan zal voldoen aan de formele vereisten.

*) Deze klachtonderdelen zijn vreemd genoeg niet te vinden in de uitspraak, de oordelen hierover wel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.