Tuchtrecht

Niets mis met innen verpande vorderingen

Een bestuursvoorzitter heeft niets misdaan door verpande vorderingen te laten innen bij een - enigszins misleide - debiteur, die het pandrecht negeerde en ruim 13 mille betaalde aan de verpander.

Accountantskamer

Zaaknummers:
15/400 Wtra AK
Datum uitspraak:
24 juli 2015
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2015:82

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In 2003 treedt een belastingadviseur toe tot de accountantsmaatschap ‘Y & Co’, die meerdere vestigingen heeft. In 2006 zet een accountant-administratieconsulent dezelfde stap.

In 2007 vormen de AA en de belastingadviseur een nieuwe maatschap (hierna: het AA-kantoor). De derde vennoot is de bestuursvoorzitter van Y & Co, een registeraccountant. Y & Co financiert het AA-kantoor intern en sluit daarvoor een lening af. Als zekerheid krijgt Y & Co het pandrecht op alle activa van het AA-kantoor.

In 2008 stapt de bestuursvoorzitter van Y & Co uit het AA-kantoor. Hij krijgt ruzie met de twee vennoten van dat kantoor.

In 2011 licht Y & Co alle bekende debiteuren van het AA-kantoor in over het pandrecht op de vorderingen. Het AA-kantoor verandert zijn kantoornaam.

In kort geding zegt de voorzieningenrechter dat het niet onrechtmatig van Y & Co was om de debiteuren te informeren over het pandrecht en op grond daarvan gebruik te maken van de inningsbevoegdheid.

Een jaar later beveelt de voorzieningenrechter het AA-kantoor om een debiteurenlijst te geven aan Y & Co. Het AA-kantoor doet dat drie dagen later.

Y & Co schrijft één van de cliënten/debiteuren van het AA-kantoor dat deze wegens het pandrecht het openstaande bedrag van 6754,66 euro moet betalen aan Y & Co.

Enkele dagen later schrijven de AA en de belastingadviseur hun debiteuren dat:

  • Y & Co het pandrecht niet mag uitoefenen;
  • de debiteuren de openstaande rekeningen moeten betalen aan het AA-kantoor.

Eén van de debiteuren betaalt het kantoor 13.192,95 euro. De Accountantskamer heeft de AA onlangs een waarschuwing opgelegd voor die brief.

In januari 2013 sommeert de advocaat van Y & Co deze debiteur om 7931,69  euro te betalen (inclusief rente en kosten 8910,31 euro).

In april 2013 is het AA-kantoor op eigen verzoek failliet verklaard. De AA zet zijn dienstverlening aan de cliënten voort onder een andere naam.

In mei 2014 zegt de rechtbank in een (inmiddels definitief geworden) vonnis onder meer dat:

  • Y & Co een geldig pandrecht heeft gevestigd op de vorderingen op de debiteuren van het AA-kantoor;
  • alle vorderingen die op de drie debiteurenlijsten staan vermeld rechtsgeldig zijn verpand;
  • onder het pandrecht ook het onderhanden werk valt dat op de faillissementsdatum nog niet was gefactureerd;
  • het AA-kantoor en de twee vennoten de curator een overzicht moeten verstrekken van het onderhanden werk;
  • het AA-kantoor en de twee vennoten opgaaf moeten doen van alle facturen die vanaf 24 augustus 2012 zijn verzonden;
  • Y & Co de gefactureerde bedragen mag innen;
  • Y & Co in ieder geval nog een aanzienlijke bedrag te goed heeft van het failliete kantoor.

Een maand later probeert Y & Co de debiteur opnieuw te laten betalen en beroept zich daarbij op bovenstaand vonnis. In die brief legt Y & Co uit wat de gevolgen van het vonnis zijn. Eén daarvan is dat de debiteur een bedrag van 7931,69 euro moet betalen. De debiteur reageert niet.

In februari 2015 dagvaardt Y & Co de debiteur, omdat hij voor 13.192,95 euro aan facturen onbetaald heeft gelaten. Inclusief rente en kosten komt de eis op 16.499,07. De rechtbank heeft hierover nog geen uitspraak gedaan op het moment dat de Accountantskamer deze uitspraak doet.

De debiteur dient een klacht tegen de bestuursvoorzitter van Y & Co in.

Klacht

De bestuursvoorzitter heeft ten onrechte:

a. de debiteur meegezogen in een conflict waarmee hij niets van doen heeft, terwijl hij het conflict intern had moeten oplossen;

b. via zijn kantoor en via een dubieus pandrecht aanspraak gemaakt op facturen die de debiteur al heeft betaald aan het AA-kantoor;

c. de vordering verhoogd tot 16.499,07 euro, terwijl die aanvankelijk 9198,01 zou zijn.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

Ad a en b

Het is vaste jurisprudentie dat het civielrechtelijke standpunt dat een accountant inneemt alleen onder bijzondere omstandigheden tot een tuchtrechtelijk verwijt kan leiden. Van bijzondere omstandigheden is onder meer sprake als de accountant bewust en te kwader trouw een onjuist of misleidend standpunt heeft ingenomen dat een redelijk goed geïnformeerde derde kan opvatten als schadelijk voor de goede naam van het accountantsberoep.

Uit het vonnis van de rechtbank van mei 2014 blijkt dat:

  • Y & Co een rechtsgeldig pandrecht heeft gevestigd op onder meer de vorderingen van het AA-kantoor op zijn debiteuren;
  • onder het pandrecht ook het onderhanden werk valt dat nog niet was gefactureerd toen het AA-kantoor op 2 april 2013 failliet ging;
  • Y & Co bevoegd was de openstaande bedragen te innen;
  • Y & Co nog een aanzienlijke vordering heeft op (de boedel van) het AA-kantoor.

Het staat voorts vast dat de debiteur sinds 5 september 2012 13.192,95 euro heeft betaald aan het AA-kantoor. Of de debiteur (opnieuw) moet betalen aan Y & Co hangt ervan af of de debiteur de brief over het pandrecht van Y & Co heeft ontvangen. De debiteur ontkent dit. De bestuursvoorzitter wijst echter op het bewijs van PostNL voor de aangetekende verzending van die brief; dat verzendbewijs behoort tot de bewijsstukken uit de civiele procedure. Volgens de Accountantskamer hoefde de bestuursvoorzitter niet te verhinderen dat Y & Co een beroep doet op het pandrecht.

Y & Co heeft de debiteur herhaaldelijk uitgebreid voorgelicht en laten voorlichten over wat er aan de hand was. Verder heeft Y & Co de debiteur gezegd dat het bereid is om te overleggen over een afbetalingsregeling. Er is in dit geval dus geen bijzondere omstandigheid die het standpunt van de bestuursvoorzitter tuchtrechtelijk verwijtbaar maakt.

Ad c

Aan de hand van een zogeheten ‘historisch mutatieoverzicht’ blijkt dat:

  • de debiteur na ontvangst van de brief over het pandrecht toch betalingen heeft gedaan aan het AA-kantoor;
  • het AA-kantoor meer facturen heeft verzonden dan Y & Co wist;
  • Y & Co in hoofdsom een vordering had van 13.192,95 exclusief rente en kosten.

De debiteur heeft erkend dat hij van september 2012 tot en met april 2013 in totaal 13.192,95 euro heeft betaald aan het AA-kantoor en heeft niet bestreden dat Y & Co het mutatieoverzicht pas heeft ontvangen nadat het de debiteur had gesommeerd. Verder moet de civiele rechter maar beoordelen of en zo ja hoe veel de debiteur moet betalen aan Y & Co. Al met al is niet duidelijk waarom de bestuursvoorzitter een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.