Tuchtrecht

Rekenvoorbeelden niet eenzijdig

Twee accountants-administratieconsulenten valt niets te verwijten. Hun verzoeken om informatie waren redelijk en hun rekenvoorbeelden bij gebrek aan informatie ook.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 15/200
Datum uitspraak:
26 april 2016
Oordeel:
beroep ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2016:122

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In het kader van de echtelijke boedelscheiding vraagt de ex-vrouw van een ondernemer aan een accountant-administratieconsulent de financiële positie van haar man te analyseren. De accountant doet een eerste onderzoek in mei 2010.

De accountant vraagt om nadere informatie, maar krijgt die niet. Daarom schat hij de waarde van de aandelen op een bedrag tussen de 77 mille en 3 ton. In augustus 2012 verstrekt de klager alsnog financiële informatie aan de Rechtbank Utrecht, maar de accountant mist nog steeds relevante informatie. Op basis van de gedeponeerde balansen per 31 december 2010 en 2011 komt de accountant met twee rekenvoorbeelden, die resulteren in waardes van tussen de 193 en 244 mille respectievelijk tussen de 305 en 351 mille.

De ondernemer beklaagt zich bij het kantoor van de accountant over diens handelwijze en taalgebruik. De directeur vaktechniek maakt in een gesprek zijn excuses namens het kantoor en zegt dat de opdracht in handen is gegeven van een andere accountant-administratieconsulent. De tweede AA eist volgens de ondernemer “een stortvloed aan financiële gegevens”, maar de ondernemer verstrekt weinig. Bij gebrek aan informatie komt de tweede AA met drie rekenvoorbeelden, die resulteren in waardes van 77.226, 193.000 respectievelijk 305.000 euro.

De rechtbank bepaalt de waarde van de ondernemingen uiteindelijk op 305.000 euro. De ondernemer moet de vrouw de helft daarvan betalen. In augustus 2014 dient hij een klacht tegen beide accountants in bij de Accountantskamer. Die verklaart de klacht ongegrond. De ondernemer gaat in hoger beroep.

Beroepsgronden

De belangrijkste inhoudelijke beroepsgronden komen erop neer dat de eerste respectievelijk de tweede accountant:

  • ten onrechte voor een ander doel een overvloed aan financiële gegevens heeft geëist, gebaseerd op onware stellingen over fraude en verduistering;
  • de ondernemer heeft beschuldigd van verduistering en boekhoudfraude;
  • met rekenvoorbeelden is gekomen die niet zijn gebaseerd op feitelijke gegevens uit de jaarstukken, materieel onjuist zijn en dus een verkeerde indruk wekken, terwijl hij wist dat zij in de echtscheidingsprocedure zouden worden gebruikt en de rechtbank daaraan enig gezag zou toekennen.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Informatieverzoeken

Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven moet een accountant in het kader van een aandelenwaarderingsopdracht de stukken kunnen opvragen die hij in redelijkheid nodig meent te hebben om de opdracht zorgvuldig uit te voeren. De eerste accountant heeft de grenzen van het redelijke niet overschreden. In de eerste brief heeft de accountant alleen geschreven dat hij op basis van de beschikbare gegevens niet kon uitsluiten dat de schuld aan de vennootschap is ontstaan doordat de bv gelden heeft overgemaakt op een bankrekening van de ondernemer, waarop zijn ex geen zicht had.

De tweede accountant mocht het voorstel voor inzage in de financiële administraties van 2008 en 2009 onder de aandacht brengen van de ex en haar advocaat; de bewoordingen van het voorstel waren niet onbehoorlijk.

Waardebepaling

Het beginsel van objectiviteit en het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid brengen met zich mee dat de accountant ervoor moet zorgen dat zijn informatie de waarheidsvinding niet belemmert, doordat die te eenzijdig is toegespitst op het standpunt of belang van zijn opdrachtgever. Daarvan is in dit geval niets gebleken.

De tweede accountant heeft aangegeven dat hij bij gebrek aan informatie niet in staat was de waarde van de aandelen te bepalen. Om het belang van de nog ontbrekende gegevens aan te geven, heeft hij met drie rekenvoorbeelden duidelijk gemaakt hoe de waarde van de aandelen uiteen kon lopen, afhankelijk van de invulling van nadere gegevens. Hij heeft daarbij duidelijk aangegeven dat hij op basis van de beroepsregels geen schatting mocht maken en hoe hij de berekening had opgebouwd.

De rechtbank heeft de waardebepaling van de accountant niet overgenomen. De beslissing om de aandelen tegen een waarde van 305 duizend euro toe te delen aan de ondernemer, is ingegeven door diens weigering te voldoen aan het eerdere bevel van de rechtbank om gegevens te verstrekken. Bovendien had de ex haar stelling over de waarde van de onderneming onder de gegeven omstandigheden voldoende onderbouwd. De rechtbank was zich daarbij bewust van de beperkingen van de rekenvoorbeelden.

Maatregel

Geen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.