Tuchtrecht

Kasgraaier/btw-fraudeur opnieuw buiten spel gezet

De accountant-administratieconsulent, die als penningmeester een kwart miljoen euro verduisterde uit de kas van de Mercedes Benz Club Nederland, wordt wegens btw-fraude opnieuw doorgehaald.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/1028 Wtra AK
Datum uitspraak:
17 oktober 2016
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
doorhaling met niet-herinschrijvingstermijn van 6 maanden
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2016:104

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een inmiddels uitgeschreven accountant-administratieconsulent verduisterde als penningmeester van de Mercedes-Benz Club Nederland een kwart miljoen euro. Na een klacht van de NBA haalde de Accountantskamer zijn inschrijving door en verbond daar de maximale termijn aan waarop hij zich niet opnieuw mag inschrijven. De btw-fraude bleef in die uitspraak buiten beschouwing. Bij een nieuwe klacht, deze keer van een accountantskantoor, komt de btw-fraude echter wel aan de orde.

Een notaris liet de jaarrekeningen 2010 en 2011 van haar kantoor samenstellen door een accountantskantoor. In 2012 krijgen zij ruzie. De notaris vindt onder meer dat het kantoor ten onrechte een vordering van zeventig mille op haar levenspartner heeft opgenomen in de jaarrekening. De notaris dient een klacht in bij de Accountantskamer, die de accountant berispt. In hoger beroep verklaar het College van Beroep voor het bedrijfsleven de klacht alsnog ongegrond.

De notaris claimt ondertussen bij de civiele rechter bijna twee ton, zijnde de schade die zij zou lijden door de vermeende fouten. Ten behoeve van deze procedure schakelt zij de later doorgehaalde accountant-administratieconsulent in om de juistheid van de jaarrekening en de belastingaangifte 2010 te onderzoeken.

De AA stuurt de notaris hiervoor van augustus 2012 tot februari 2014 zeventien facturen met een totaalbedrag van 152.745,78 euro. Omdat de notaris de nota’s sinds januari 2013 niet meer tijdig kan betalen, leent de AA haar in mei 94.879,14 euro. Volgens afspraak zal hij dit bedrag terugkrijgen als de rechter de schadeclaim van de notaris toewijst.

Het accountantskantoor dient een klacht in tegen de AA.

Klacht

De AA heeft:

a. in de civiele procedure vier petten op gehad;

b. meegewerkt aan de fraude van de notaris in de civiele procedure, door ook te zwijgen over de creditfacturen die hij haar verstrekte;  

c. meegewerkt aan het bedrog in de civiele procedure door niet-verrichte werkzaamheden te factureren om zo de claim van de notaris op het accountantskantoor te verhogen;

d. exorbitant gedeclareerd voor zijn werkzaamheden voor de notaris;

e. geen hoor en wederhoor toegepast voordat hij zijn rapport van bevindingen uitbracht;

f. zich schuldig gemaakt aan btw-fraude door de creditdeclaraties in de civiele procedure te verzwijgen.

Oordeel

De klachtonderdelen b en f zijn gegrond, de rest van de klacht ongegrond.

Ad a

Er is geen gedrags- of beroepsregel die:

  • inhoudt dat een accountant zijn cliënt nooit in verschillende rollen mag bijstaan;
  • een absoluut verbod inhoudt om geld aan de cliënt uit te lenen;
  • een accountant verbiedt belanghebbende te zijn bij een civiele procedure die zijn cliënt aanspant tegen een derde.

Niettemin moet een accountant op grond van de VGC en de VGBA voortdurend bedacht zijn op omstandigheden die naleving van de fundamentele beginselen bedreigen. Het accountantskantoor heeft echter niet onderbouwd dat de verschillende ‘petten’ van de accountant, de geldlening en zijn belang bij de uitkomst van de civiele procedure daadwerkelijk een bedreiging vormden voor de naleving van de beginselen.

Ad b en f

Volgens het accountantskantoor heeft de notaris in de civiele procedure acht creditdeclaraties van de AA verzwegen, zodat de AA de btw onrechtmatig kon ontduiken. De accountant en de notaris hebben dit plan samen bedacht en uitgevoerd. Het accountantskantoor hoorde van de notaris dat de AA haar creditfacturen had gegeven, omdat zij zijn facturen niet kon betalen en de accountant niet in staat was de btw voor te financieren. De notaris zou het gecrediteerde bedrag later aan de accountant betalen. Door opzettelijk niet te voldoen aan de btw-afdrachtplicht heeft de accountant zich bezondigd aan btw-fraude, zo meent het accountantskantoor.

De Accountantskamer stelt vast dat het accountantskantoor de creditnota’s niet heeft overgelegd maar op zitting heeft gezegd dat:

  • het kantoor nog toegang had tot het boekhoudprogramma voor de werkzaamheden voor de notaris;
  • het kantoor in de verwerkte gegevens een patroon kon zien in de opvolgende nummering van de debet- en creditfacturen;
  • de accountant de aantijgingen niet heeft betwist.

De accountant vecht deze beschuldigingen ook nu niet aan, waardoor de gedetailleerde beschrijving door de klager en het uitblijven van verweer daartegen voldoende basis is om aan te nemen dat de accountant zijn aangiften omzetbelasting van december 2012 tot en met juni 2013 telkens bewust onjuist heeft gedaan. Dat is oneerlijk, onoprecht en in strijd met zowel het integriteits- en professionaliteitsbeginsel als het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

Ad c, d en e

Deze klachtonderdelen zijn onvoldoende onderbouwd.

Maatregel

Doorhaling met herinschrijvingsverbod van zes maanden.

De accountant heeft ruim een half jaar bewust verkeerde aangiften omzetbelasting gedaan en heeft daarmee de schatkist benadeeld voor het “relatief beperkte” bedrag van 9.243,95 euro. Dit rechtvaardigt een doorhaling van de inschrijving, waarbij de accountant zich niet binnen zes maanden opnieuw mag inschrijven.

De inschrijving is echter al doorgehaald met een maximaal herinschrijvingsverbod van tien jaar. Als beide zaken samen waren behandeld, was de Accountantskamer ook op een termijn van tien jaar uitgekomen. Omdat die doorhaling ten tijde van de uitspraak nog niet definitief was, legt de Accountantskamer voor de zekerheid toch de doorhaling van zes maanden op.

In tegenstelling tot eerdere uitspraken laat de Accountantskamer de nieuwe doorhaling onmiddellijk ingaan en niet pas als de eerdere doorhaling is ‘uitgewerkt’. Zo wil de Accountantskamer voorkomen dat de accountant  - als beide maatregelen definitief zouden worden - pas opnieuw om herinschrijving kan verzoeken nadat de maximale wettelijke termijn van tien jaar ruimschoots is verstreken.

Annotatie Lex van Almelo

Geen belangenconflict

De vier ‘petten’, de geldlening en zijn belang bij de uitkomst van de civiele procedure lijken op het eerste gezicht een bedreiging voor de naleving van de fundamentele beginselen. Is het niet in feite dan wel in schijn. Maar in deze zaak lopen de belangen van de accountant en de cliënt parallel en staan de resultaten van zijn onderzoek niet ter discussie.

De Accountantskamer maakt duidelijk dat het niet zonder meer verboden is om verschillende rollen te vervullen voor je cliënt, de cliënt geld uit te lenen en te profiteren van de civiele procedure van de cliënt tegen een derde. Dat de fundamentele beginselen daadwerkelijk in het gedrang zijn gekomen, is niet aangetoond.

Tien jaar is ‘the max’

Het accountantstuchtrecht kent geen levenslang. Een doorgehaalde accountant moet na maximaal tien jaar een nieuwe kans krijgen. Het is vaker voorgekomen dat een accountant meermaals wordt doorgehaald. Normaal gesproken gaat de niet-herinschrijvingstermijn van de ene doorhaling dan pas lopen nadat die van de ander is verstreken.

In deze uitspraak over de 'olifant in de porseleinkast' zei het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat er geen reden is om aan te nemen dat de wetgever een langere maximumtermijn wilde dan tien jaar. Daarom werden de doorhalingen niet in serie, maar parallel geschakeld, om het eens in elektrotechnische termen uit te drukken. De termijnen liepen dus naast elkaar en cumuleren niet, zodat de accountant niet zesentwintig, maar tien jaar buiten spel werd gezet.

De Accountantskamer wil het maximum van tien jaar in de onderhavige zaak ook niet overschrijden, maar wist nog niet dat de btw-fraudeur zich zou neerleggen bij de maximale doorhaling. Vandaar toch maar alvast de doorhaling met de kortere termijn. Om cumulatie te voorkomen, laat de Accountantskamer de tweede maatregel “onmiddellijk ingaan”. Die redenering kan ik niet volgen, maar de strekking is duidelijk.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.