Tuchtrecht

Toestemming voor stoppen pensioen niet geverifieerd

Een accountant-administratieconsulent had in het kader van een echtscheiding moeten verifiëren of de vrouw van zijn cliënt inderdaad akkoord was met het stopzetten van de pensioenopbouw in eigen beheer.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 16/308
Datum uitspraak:
27 juni 2017
Oordeel:
beroep ongegrond / klacht deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2017:291

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een echtpaar werkt samen in een tandartsenpraktijk. De man is de directeur-aandeelhouder, de vrouw is zijn werknemer. Toen de vrouw in 2006 in dienst trad van de praktijk zijn haar pensioenrechten en -verplichtingen vastgelegd in een pensioenbrief. Daarin staat onder meer dat de aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de partner alleen kan worden verminderd met toestemming van de vrouw.

Een accountant-administratieconsulent van het Amersfoortse VIER Accountants & Belastingadviseurs* is de accountant van de praktijk en van beide tandartsen in privé. Hij ontvangt een berekening van de actuaris van Pensioen Service Holland. Daarin is rekening gehouden met het voornemen de pensioenopbouw in eigen beheer per 1 januari 2014 te beëindigen.

In december 2013 besluit de man tijdens de algemene aandeelhoudersvergadering dat pensioenopbouw in eigen beheer binnen de vennootschap niet langer verantwoord is en zal worden stopgezet per 1 januari 2014. De vrouw ondertekent de notulen van de ava als notulist. De accountant stuurt een aangepaste pensioenbrief met een overeenkomst om de pensioenopbouw stop te zetten.

In november 2014 schrijft de accountant aan de twee tandartsen dat de pensioenbedragen uit de “eerdere pensioenbrief” te laag zijn, omdat de pensioenopbouw daarin per 1 januari 2014 zou stoppen, terwijl dit 31 december 2014 had moeten zijn. De accountant verzoekt beiden daarom een nieuwe pensioenbrief met dezelfde datum (17 december 2013) te tekenen, “omdat dit ook de datum was van de eerdere pensioenbrief die we jullie zonden”.

De vrouw schrijft terug dat zij niet akkoord is gegaan met het stopzetten van de pensioenopbouw in de vennootschap. Daarop reageert de accountant per e-mail: “In het dossier ben ik notulen van de aandeelhoudersvergadering tegengekomen waarin besloten is tot stopzetting van de opbouw van het pensioen. Deze notulen zijn door jou medeondertekend. Een door jou medeondertekende pensioenbrief kan ik zo gauw niet vinden.”

Medio 2015 ontvangt de accountant van het pensioenfonds de berekeningen van de pensioenvoorziening in eigen beheer per 31 december 2014. Daarbij is voor de pensioenopbouw uitgegaan van beëindiging per 1 januari 2014. In de toelichting bij de jaarrekening 2013 stond dat de opbouw van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen met ingang van 1 januari 2014 is stopgezet.

In maart 2015 vraagt de man een echtscheiding aan. De vrouw dient naar aanleiding van dat verzoek een verweerschrift in. De accountant schrijft haar in april dat hij niet meer als haar accountant kan optreden. Hij adviseert de vrouw een andere accountant of financieel adviseur te zoeken, die haar kan bijstaan in de verdere procedure.

De vrouw dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer. De Accountantskamer verklaart de klacht grotendeels gegrond en legt een berisping op.

Zo heeft de accountant (klachtonderdeel b) heeft in strijd gehandeld met het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel door:

  • de vrouw niet eerder expliciet te vragen om toestemming;
  • niet voor de zekerheid te vragen of zij inderdaad had ingestemd met de beëindiging van de pensioenopbouw;
  • wel van die toestemming uit te gaan bij het samenstellen van de jaarrekening over 2013.

De accountant heeft (klachtonderdeel e) het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel eveneens geschonden met de eerste stopzettingsovereenkomst. De accountant heeft deze overeenkomst wèl naar de man gestuurd, maar niet naar de vrouw, die deze overeenkomst dan ook niet heeft ondertekend. De accountant stuurde haar alleen de gewijzigde stopzettingsovereenkomst ter ondertekening toe en heeft ten onrechte aangenomen dat de vrouw al eerder toestemming had verleend voor het wijzigen van haar pensioenaanspraken. De accountant had de aangepaste stopzettingsovereenkomst voorzien van dezelfde datum als de eerste. De Accountantskamer gaat ervanuit dat de accountant geen onoorbare bedoelingen had met de antedatering.

De accountant gaat in hoger beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft de klachtonderdelen b en e ten onrechte gegrond verklaard. Zo ging klachtonderdeel e uitsluitend over de antedatering.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Ad b

De accountant heeft de jaarrekening samengesteld en een samenstellingsverklaring uitgebracht. Daarbij zijn zowel de fundamentele beginselen als de NVCOS 4410 van toepassing. Volgens vaste jurisprudentie van het college bestaat in beginsel geen verificatieplicht bij het opstellen van een samenstellingsverklaring. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van de in de samenstellingsverklaring neergelegde informatie ligt primair bij de opdrachtgever daarvan. Tenzij de samenstellend accountant had moeten twijfelen aan de juistheid of volledigheid van de verkregen informatie of wanneer die informatie anderszins onbevredigend is.

In de pensioenbrief  2006 staat dat de aanspraak van de vrouw op partnerpensioen niet kan worden verminderd zonder haar toestemming. Toen de accountant de jaarrekening 2013 samenstelde, had hij geen stopzettingsovereenkomst die de vrouw had medeondertekend. De accountant was nauw betrokken bij het stopzetten van de verdere pensioenopbouw in eigen beheer. De accountant heeft de stopzettingsovereenkomst opgesteld en de vrouw uitdrukkelijk verzocht de stopzettingsovereenkomst mede te ondertekenen en te retourneren. De vrouw heeft die overeenkomst echter niet getekend voor akkoord. De accountant had daarom moeten concluderen dat hij niet alle gegevens had over de beëindiging van de pensioenopbouw en had:

  • de man als bestuurder moeten vragen of de vrouw had ingestemd met het beëindigen van de pensioenopbouw in eigen beheer;
  • moeten vragen om een stopzettingsovereenkomst die de vrouw had ondertekend.

Door een samenstellingsverklaring af te geven zonder de volledigheid van de verstrekte informatie vast te stellen, heeft de accountant zich niet gehouden aan zijn verificatieplicht en in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Het maakt daarbij niet uit of de vrouw tijdens de besprekingen van de jaarrekeningen nu wel of niet heeft aangegeven dat zij het niet eens was met de stopzetting. En dat de man in een LOR heeft verklaard dat hij de accountant volledig en juist heeft geïnformeerd evenmin. De verantwoordelijkheid van de accountant om te voldoen aan de NVCOS wordt daar immers niet minder door.

Ad e

Volgens het college is de Accountantskamer bij dit klachtonderdeel inderdaad enigszins uit de bocht gevlogen door ook punten te bespreken (en veroordelen), waarover niet was geklaagd. Het is echter duidelijk dat de accountant de gewijzigde stopzettingsovereenkomst heeft geantedateerd. Alhoewel de Accountantskamer zei dat de accountant hiervoor geen onoorbaar motief had, vindt het college dat de accountant onzorgvuldig heeft gehandeld.

Maatregel

Berisping.

Annotatie Lex van Almelo

Accountants gaan opmerkelijk vaak de fout in als hun klant in scheiding ligt. Deze accountant heeft een belangenconflict voorkomen door de vrouw erop te wijzen dat zij een andere adviseur in de arm moest nemen. Dat is prima. Maar ook hij was niet objectief, zo stelde de Accountantskamer vast en de accountant heeft dat oordeel niet aangevochten. Hij richtte zijn pijlen op de verificatieplicht en de stopzettingsbrief.

Het college heeft weer eens bevestigd dat je bij een samenstellingsopdracht in beginsel kunt afgaan op de informatie die de klant aanreikt, zonder die te hoeven verifiëren. Tenzij… In dit geval had de accountant – mede gezien zijn betrokkenheid bij de pensioenkwestie - alle reden om te twijfelen aan de juistheid en volledigheid van de aangereikte informatie. Hij had de opdrachtgever daarom moeten vragen of diens (ex-)vrouw de stopzettingsovereenkomst had ondertekend, alvorens die stopzetting te verwerken in de jaarrekening.

De vrouw klaagde erover dat de accountant de aangepaste stopzettingsovereenkomst van een onjuiste datum had voorzien. De Accountantskamer tilde daar niet zo zwaar aan omdat er geen onoorbare bedoelingen achter zaten, maar viel bij de stopzettingsbrief wel over puntjes waarover de vrouw niet had geklaagd. Het college tikt de kamer daarvoor lichtjes op de vingers. Daar schiet de accountant echter niets mee op, omdat het college het antedateren wel onzorgvuldig vindt. Of de bedoelingen nu oorbaar zijn of niet.

*) de kantoornaam staat in de uitspraak van het college.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.