Relevante jaarrekeningcontrole, nu en in de toekomst
Het einde van het jaar is een mooi moment om terug te kijken en de piekmomenten van 2018 nog eens de revue te laten passeren. Een discussie die in de zomer en het begin van de herfst piekte ging over het door de accountant detecteren en adresseren van fraude en overtredingen van wet- en regelgeving, als onderdeel van de jaarrekeningcontrole.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q4, 2018
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Die discussie zal in 2019 en daarna ongetwijfeld een vervolg krijgen. In het verlengde ervan is de vraag gesteld of de jaarrekeningcontrole, zoals we die nu kennen, relevant is en blijft in het volgende decennium. Doel van de jaarrekeningcontrole is om “bij te dragen aan de mate van vertrouwen dat de beoogde gebruikers stellen in de financiële overzichten. Dit wordt bewerkstelligd doordat de accountant een oordeel tot uitdrukking brengt over de vraag of de financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten zijn opgesteld in overeenstemming met het passende stelsel inzake financiële verslaggeving” (COS 200, paragraaf 3).
Deze rol van de accountant werd een eeuw geleden door vermogensverschaffers van belang gevonden. Om te voorkomen dat ze zouden investeren op basis van onjuiste informatie dwongen zij bij ondernemingen de benoeming af van een onafhankelijk accountant, die de opdracht kreeg om de financiële informatie te controleren. De jaarrekeningcontrole werd in de loop van de tijd zelfs zodanig belangrijk gevonden dat deze op enig moment voor een deel van de rechtspersonen via de wet werd afgedwongen. Op basis van artikel 2:393 BW verleent die wet rechtspersonen opdracht aan een accountant om te onderzoeken of de jaarrekening het in artikel 362 lid 1 vereiste inzicht geeft. Regelmatig komt echter naar voren dat er stakeholders zijn die meer verwachten van de accountant dan ‘slechts’ de controle of de jaarrekening klopt.
Relevantie
Een eerste belangrijke vraag is hoe relevant de jaarrekening is voor de besluitvorming van stakeholders. Immers, alleen als de informatie in de jaarrekening relevant is, kan zekerheid over de getrouwheid van die informatie relevant zijn. Deze relevantie wordt beïnvloed door een aantal ontwikkelingen. Ten eerste zien we dat de aard van ondernemingen en hun bedrijfsmodellen verandert. In steeds mindere mate wordt de waarde van ondernemingen bepaald door de waarde van hun tastbare activa of huidige winstgevendheid. Het Financieele Dagblad van 30 oktober 2018 berichtte bijvoorbeeld dat 83 procent van de bedrijven die tot dat moment in 2018 naar de beurs waren gegaan, verliesgevend was.
De waarde van bedrijven wordt steeds meer bepaald door immateriële activa, die door conservatisme in verslaggevingsregels niet worden geactiveerd. Ook wordt een groot deel van de waarde van bedrijven bepaald door de mate waarin zij over tien of twintig jaar nog in staat zullen zijn om inkomsten te genereren, oftewel door de houdbaarheid van hun bedrijfsmodel op langere termijn. Daarnaast dringt het besef steeds meer door dat, om op langere termijn succesvol te zijn, bedrijven zich niet alleen moeten richten op investeerders maar de belangen van een bredere groep stakeholders in ogenschouw moeten nemen.
Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de jaarrekening alléén niet voldoende is voor de besluitvorming van stakeholders. Zij hebben meer informatie nodig over het bedrijfsmodel, langetermijnwaardecreatie, kansen en bedreigingen. Het belang van niet-financiële informatie om deze zaken in te schatten neemt toe. Het gaat niet alleen om de activa en verplichtingen, de opbrengsten en kosten van het afgelopen boekjaar, maar ook om resultaten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, werknemers tevredenheid, klanttevredenheid en het beslag op natuur en milieu.
Maar dat betekent niet dat financiële informatie over het afgelopen boekjaar irrelevant is. Wie wil er nu investeren in een bedrijf of een lening verstrekken zonder inzicht te hebben in de financiële situatie? Mijn ervaringen bij bijvoorbeeld overnametrajecten laten zien dat financiële informatie over een onderneming nog steeds een belangrijke rol speelt in besluitvorming en waardebepaling. En de jaarrekening is er niet alleen voor de besluitvorming van mogelijke investeerders in het aandeel. Het gaat ook om het afleggen van verantwoording over het afgelopen boekjaar. Zo is in het Conceptual Framework van de IASB het begrip stewardship weer opgenomen. Ook speelt financiële informatie een rol bij de inschatting door kredietverstrekkers van kredietwaardigheid en in diverse contracten, zoals bankcovenanten, bonusregelingen en earn-out-regelingen.
De wijze waarop informatie wordt verschaft, de aard van de informatie en de frequentie van informatieverschaffing zal wijzigen. Maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de behoefte aan door een organisatie verschafte informatie in de komende decennia zal verdwijnen. Informatie, ook financiële informatie, is belangrijk voor besluitvorming en voor een belangrijk deel zal die informatie door de organisatie moeten worden verschaft aan stakeholders. In welke vorm dan ook. Het belang van die informatie brengt ook met zich mee dat het belangrijk is dat betrokken partijen (zoals standardsetters, ondernemingen en accountants) blijven werken aan de transparantie en relevantie ervan.
Jaarrekeningcontrole
Als de door de onderneming verstrekte informatie relevant is, is zekerheid omtrent de getrouwheid van die informatie dan niet ook relevant? Doordat de jaarrekeningcontrole voor veel rechtspersonen wettelijk verplicht is, is het moeilijk vast te stellen of die nog steeds wordt uitgevoerd vanwege een behoefte daaraan van stakeholders. Maar waar controle niet wettelijk verplicht is, zien we ook nu nog diverse situaties waarin de behoefte van stakeholders leidt tot een opdracht aan een accountant, om zekerheid te verstrekken bij informatie. Denk hierbij aan vrijwillige jaarrekeningcontroles, in Nederland en in verschillende buitenlanden waar wettelijke controleplicht niet of in mindere mate bestaat. Maar ook aan ondernemingen die een afzonderlijke opdracht verstrekken tot controle of beoordeling van een duurzaamheidsverslag of geïntegreerd
verslag.
De bijdrage en relevantie van controle kan voor partijen die de effecten ervan van dichtbij ervaren tastbaarder zijn dan voor partijen die relatief ver af staan. Onderzoek in opdracht van de Financial Reporting Council (FRC) in 2014 liet bijvoorbeeld zien dat het vertrouwen in het werk van accountants hoger is bij mensen die het effect ervan van dichtbij ervaren, zoals hoofden van audit committees, dan bij mensen die op relatief grote afstand staan, zoals journalisten, politici en academici.
Partijen die accountants van dichtbij aan het werk zien, zijn vaak getuige van stevige discussies over de kwaliteit van verslaggeving, over controleverschillen waarvan de accountant correctie afdwingt, over de kwaliteit van de interne beheersing of over fraudes die de accountant ontdekt en laat herstellen. Een enkele keer halen dergelijke discussies of correcties het nieuws, maar veelal speelt dit zich af op de achtergrond en zien stakeholders alleen het aangepaste product. Het artikel in het Financieele Dagblad van 1 november jongstleden, waarin de Fiod, FIU en het OM hoog opgeven van de meldingen van ongebruikelijke transacties door Nederlandse accountants, waarmee dit zichtbaar wordt voor een grotere groep stakeholders, is daarop een uitzondering.
Voor partijen die op grotere afstand staan is het belangrijk dat accountants meer inzicht verschaffen in de bijdrage die ze leveren aan betrouwbare informatie; bijvoorbeeld door informatie te verstrekken over doorgevoerde correcties, verbeteringen in interne beheersing of gedetecteerde fraudes. Maar er is één aspect waarvoor dat moeilijk tastbaar te maken is, terwijl dat misschien wel de belangrijkste toevoegde waarde is van de accountantscontrole: de preventieve werking. Zoals J. Koster het in 1939 al verwoordde: “Menige zwakkere figuur die zich onder controle ziet, zal nalaten wat hij zonder controle zou aandurven.” Die preventieve werking blijkt wel uit wetenschappelijk onderzoek, maar is voor een individuele controle moeilijk aan te tonen.
De controle van de jaarrekening is relevant, maar de accountantssector moet blijven aantonen dat zij de aangewezen partij is om die controle uit te voeren en continu blijven werken aan verbetering van kwaliteit, effectiviteit en toegevoegde waarde van de controles die ze uitvoert. Bijvoorbeeld door inzet van technologie en voortdurende verbetering daarvan. Daaraan wordt hard gewerkt door vele partijen in de sector, maar daarmee zullen ze nooit klaar zijn.
Brede expertise
Accountants dragen op vele manieren bij aan een beter functionerend bedrijfsleven, het oplossen van complexe vraagstukken, verbetering van interne beheersing en betrouwbare informatieverschaffi ng. Het goed uitvoeren van de (wettelijk voorgeschreven) jaarrekeningcontrole is één manier om dat te doen. Maar accountants helpen bedrijven ook op andere wijze. Zoals via opdrachten die specifiek zijn gericht op het verbeteren van hun interne beheersing of beveiliging tegen cybersecurityrisico’s, via het uitvoeren van forensische onderzoeken of due diligence-onderzoeken bij overnames, via het verschaffen van zekerheid bij sustainability-verslagen of het adviseren bij complexe verslaggevingsvraagstukken.
In veel gevallen levert de accountant deze diensten aan organisaties waar hij niet de jaarrekeningcontrole uitvoert. Er is voor de organisatie ook geen wettelijk voorschrift om deze specifieke opdracht te verstrekken. Het kan zijn dat dit op verzoek van bepaalde stakeholders gebeurt en het kan ook zijn dat het de onderneming zelf is die belang hecht aan deze dienstverlening. De accountant levert deze diensten omdat hieraan een behoefte bestaat in aanvulling op de jaarrekeningcontrole. De expertise die hierbij wordt ontwikkeld kan de accountant overigens wel beter in staat stellen om jaarrekeningcontroles goed uit te voeren, bijvoorbeeld doordat hij hierdoor beter in staat is om risico’s te identificeren, hierop te reageren of omdat hij hierdoor beter in staat is om bepaalde expertise op te bouwen en bij te houden.
Meer dan jaarrekeningcontrole
Het is duidelijk dat stakeholders behoefte hebben aan meer dan alleen jaarrekeningcontrole. Het fraudedebat van deze zomer laat bijvoorbeeld zien dat er stakeholders zijn die wensen dat accountants uitgebreider fraudeonderzoek doen dan nodig is om vast te stellen dat de jaarrekening het vereiste inzicht geeft. Ook zijn er stakeholders die een grotere rol verlangen van de accountant bij de controle van niet-financiële informatie in (bijvoorbeeld) het bestuursverslag.
Mede in het licht van wat ik hiervoor schetste ten aanzien van de toenemende relevantie van die niet-financiële informatie is de huidige rol die de accountant wordt toebedeeld bij het bestuursverslag (artikel 2:393 lid 3 BW) wat mager. Op basis daarvan onderzoekt hij “of het bestuursverslag in het licht van de tijdens het onderzoek van de jaarrekening verkregen kennis en begrip omtrent de rechtspersoon en zijn omgeving, materiële onjuistheden bevat”. Doordat de accountant geen aanvullend onderzoek hoeft te doen als hij informatie niet heeft verkregen in het kader van de jaarrekeningcontrole, is het mogelijk dat hij over allerlei informatie in het bestuursverslag geen mening heeft en ook geen mening hoeft te hebben. Maar voor stakeholders is het onduidelijk voor welke informatie dat wel of niet het geval is.
De vraag is vervolgens of het meerdere waaraan stakeholders behoefte hebben onderdeel moet worden van de jaarrekeningcontrole en hoe we dat zouden kunnen vormgeven. De rechtspersoon is op dit moment wettelijk verplicht om de opdracht tot controle van de jaarrekening te verlenen aan een accountant. Zoals prof. J.B. Huizink recent aangaf in het Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht: “Niet meer - maar ook niet minder!”
Het verstrekken van eventuele andere opdrachten door een rechtspersoon aan een accountant is vrijwillig. Overwogen zou kunnen worden om als sector collectief te besluiten (en dat bijvoorbeeld vast te leggen in de NV COS) om de in de wet voorgeschreven dienst (onderzoek of de jaarrekening het in artikel 362 lid 1 vereiste inzicht geeft) alleen nog maar te leveren in combinatie met een aantal aanvullende diensten. Bijvoorbeeld uitgebreider fraudeonderzoek en controle van alle informatie in het bestuursverslag. Daar zitten in mijn optiek wat haken en ogen aan, omdat het neigt naar (verboden) koppelverkoop.
Zuiver
Het zou daarom veel zuiverder zijn (en misschien wel de enige begaanbare weg) als stakeholders die dat daadwerkelijk belangrijk vinden, van de desbetreffende onderneming eisen dat ze naast de jaarrekening ook andere zaken laat onderzoeken door een accountant. Bijvoorbeeld aandeelhouders via de aandeelhoudersvergadering, banken via de leningsovereenkomst, of afnemers via voorwaarden in een offerte- of aanbestedingsprocedure. Ook andere stakeholders kunnen de onderneming daartoe bewegen, bijvoorbeeld door geen zaken te doen met bedrijven die dit niet doen.
Als de behoefte breed aanwezig is bij een grote groep stakeholders zouden bepaalde rechtspersonen zelfs wettelijk verplicht kunnen worden om de opdracht voor dergelijk aanvullend onderzoek te verstrekken; al dan niet aan een accountant. Als de behoefte er niet blijkt te zijn en stakeholders dergelijke eisen niet stellen, is de vraag op grond waarvan het gepast is dat de sector zelf besluit om zulke aanvullende zekerheden verplicht onderdeel te maken van het wettelijk voorgeschreven onderzoek van de jaarrekening.
Het bewandelen van deze weg is niet alleen zuiverder, het creëert ook de gezonde situatie waarin de accountant in een niet-gereguleerd domein, in concurrentie met andere partijen, moet bewijzen dat hij van waarde is voor stakeholders die behoefte hebben aan zekerheid. Het moet de ambitie van de sector zijn om in die omgeving haar waarde voor die stakeholders te bewijzen. Een relevante jaarrekeningcontrole, relevante andere dienstverlening, een maatschappelijk relevante accountantssector.
Gerelateerd
NBA heeft handschoen kwartiermakers 'met voorrang' opgenomen
De NBA rapporteert in een brief aan de minister van Financiën over de voortgang van de aanbevelingen van de Kwartiermakers toekomst accountancysector. De beroepsorganisatie...
Pheijffer: 'Laat accountancy niet alleen aan accountants over'
Volgens hoogleraar Marcel Pheijffer zijn minder regels en verlaging van de opleidingseisen voor het accountantsberoep niet de oplossing voor de sector.
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Deloitte meldt afwijkingen bij onderwijscontroles in transparantieverslag
Deloitte maakt in het eigen transparantieverslag, dat eind september is verschenen, melding van een interne klokkenluider. Die heeft aandacht gevraagd voor mogelijke...