Tuchtrecht

Excessief declareren niet aangetoond

De doorgehaalde oud-penningmeester van de Mercedes-Benz Club Nederland krijgt niet nóg een douw. Een klant heeft niet kunnen aantonen dat hij inefficiënt werkte en bovenmatig declareerde.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
17/1565
Datum uitspraak:
05 februari 2019
Oordeel:
hoger beroep ongegrond / klacht deels gegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2019:51

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent verduistert als penningmeester van de Mercedes-Benz Club Nederland een kwart miljoen euro. Na een klacht van de NBA haalt de Accountantskamer zijn inschrijving door met de maximale termijn waarop hij zich niet opnieuw mag inschrijven. Na een tweede klacht, van zijn oude accountantskantoor, wordt de AA opnieuw doorgehaald.

Een notaris uit Oss heeft de accountant lange tijd over de vloer gehad om de financiële administratie en jaarrekening op orde te brengen na kritiek van het Bureau Financieel Toezicht (BFT). De accountant stuurde daarvoor een factuur van:

  • 23.962,50 euro ex btw voor het reconstrueren van de jaarrekening 2010;
  • 36.975 euro ex btw voor het aanpassen van de jaarrekening 2011;
  • 12.562 euro ex btw voor het opstellen van de jaarrekening 2012.

Volgens de opgave van zijn kantoor zouden de kosten voor de werkzaamheden bij een normaal notariskantoor, dat jaarlijks 1000 tot 1500 akten passeert, zijn uitgekomen op 14.269 euro per jaar. De klacht over de ruime declaratie en het werk van deze accountant wordt in hoger beroep ongegrond verklaard. Met een nieuwe klacht neemt de notaris de accountant nogmaals onder vuur.

De Accountantskamer verklaart de nieuwe klacht deels gegrond, maar legt geen nieuwe maatregel op. De notaris gaat in hoger beroep.

Beroepsgronden

De Accountantskamer heeft:

  1. de verjaringstermijn onjuist toegepast en had moeten aansluiten bij de civielrechtelijke verjaringsregeling (artikel 3:310 BW), waarin de termijn gaat lopen op de dag dat de benadeelde daadwerkelijk bekend is geworden met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon;
  2. ten onrechte gezegd dat de notaris het excessief declareren niet aannemelijk heeft gemaakt, want uit het verschil met de uren die volgen uit de normbedragen blijkt dat de accountant van 2013 tot en met 2015 46.994,37 euro te veel in rekening heeft gebracht;
  3. ten onrechte de bewijslast bij haar gelegd gezien de omstandigheden waaronder de accountant zijn werkzaamheden verrichtte en zijn kennelijk acute geldnood die tot uiting kwam in de verduistering.

Oordeel

Het beroep is ongegrond.

Geen uitstel

De advocaat van de accountant heeft enkele uren voor de zitting per fax om uitstel van de zitting gevraagd, omdat zijn cliënt niet behoorlijk zou zijn opgeroepen. Vanwege problemen met zijn postadres heeft het college de vooraankondiging van de zitting en de uitnodigingsbrief ruim van tevoren verstuurd naar het e-mailadres van de accountant. Dit e-mailadres is niet onjuist gebleken, dus gaat het college ervan uit dat de accountant op adequate wijze is uitgenodigd voor de zitting, zodat er geen reden is voor uitstel.

Ad 1 Verjaard

Volgens de Wtra gaat de termijn van drie jaar lopen als de klager heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren dat het handelen of nalaten in strijd is met de beroepsregels of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Dus niet pas op het moment waarop de notaris daadwerkelijk besefte dat de hoogte van de facturen niet strookte met de gedeclareerde uren en dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar kon zijn.

Zie ook deze uitspraak, waarin het college zegt dat het criterium niet louter subjectief is. Om de aanvang van de driejaarstermijn te bepalen, gaat het om het moment dat een klager de belastende feiten kende of redelijkerwijs kon kennen. De klager hoeft de exacte regels die vermoedelijk zijn overtreden niet volledig te kennen. Aansluiting bij de civielrechtelijke verjaringsregeling laat de Wtra niet toe. De Accountantskamer heeft de klacht dus terecht gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard.

Ad 2 en 3

Volgens vaste jurisprudentie van het college (zie bijvoorbeeld deze uitspraak) moet de klager belastende feiten en omstandigheden aandragen. Als de accountant die (gemotiveerd) betwist, moet de klager die feiten en omstandigheden aannemelijk maken. Verder kun je in een tuchtrechtelijke procedure alleen succesvol klagen over declaraties als de accountant bij het opstellen en indienen van de declaraties zozeer in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid, integriteit of professionaliteit dat hij daardoor de wettelijk en andere beroepsregels heeft geschonden, zie bijvoorbeeld deze uitspraak.

Volgens het college heeft de notaris niet aannemelijk gemaakt dat de facturen van de accountant na november 2013 zo hoog waren dat de accountant heeft gezondigd tegen de VGC en VGBA. Dat de accountant op haar kantoor was tijdens de in rekening gebrachte uren betekent op zichzelf inderdaad niet dat de declaraties niet excessief kunnen zijn. Maar de Accountantskamer heeft ook meegewogen dat de notaris geen concrete aanwijzingen heeft dat de accountant deze uren níet heeft besteed aan werkzaamheden voor haar kantoor.

Ook het excessief declareren heeft zij onvoldoende onderbouwd met concrete, objectieve gegevens. Zij heeft een globaal overzicht gegeven van de in rekening gebrachte uren en gewezen op de gebruikelijke kosten van accountancy-werkzaamheden voor een notariskantoor. Ook het cijfermatig overzicht van de bedragen die zijn gefactureerd voor de verschillende opdrachten is globaal, want daarin is geen verband gelegd met specifieke facturen of werkzaamheden.

De accountant stelt daartegenover dat de financiële administratie van dit notariskantoor erg bewerkelijk was door:

  • de vele kruisposten;
  • de vijf derdengeldrekeningen;
  • de slechte kwaliteit van de aangeleverde administratie in drukke tijden;
  • de noodzaak om bepaalde boekingen en rapportages handmatig uit te voeren.

Het argument dat het kantoor in 2017 even groot was als een normaal kantoor gaat niet op, omdat de administratie in die periode beter op orde was.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

De accountant mag dan een rare vogel zijn – gezien de verduistering als penningmeester van een autoclub, zijn liefdesaffaire met een medewerker van de klant en zijn smoesjes om de zittingen bij de tuchtrechters uit te stellen – dat bewijst niet dat hij inefficiënt heeft gewerkt en excessief heeft gedeclareerd. De administratie van de klant was namelijk zeer bewerkelijk.

De klager zei in beroep dat de Accountantskamer de bewijslast had moeten omdraaien, omdat de doorgehaalde accountant de schijn tegen had. Maar wie klaagt, moet staven en dus komen met concrete feiten.

Ook het pleidooi om voor de verjaring aan te sluiten bij de regeling uit het Burgerlijk Wetboek getuigt van out of the box-denken. De Wtra biedt daarvoor echter geen ruimte. De driejaarstermijn gaat dus lopen op het moment dat de klager de belastende feiten kende of redelijkerwijs kon kennen. Welke regels precies zouden zijn overtreden hoeft de klager echter niet te weten.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.