Het non-concurrentiebeding: specifiek genoeg?
Doorgaans wordt in een arbeidsovereenkomst een non-concurrentiebeding opgenomen. Als het non-concurrentiebeding echter te algemeen wordt omschreven in een arbeidscontract, dan loopt de werkgever het risico dat het geen stand houdt in de rechtszaal.
Michel T Schroots
Een werkgever wil voorkomen dat een werknemer, na het eindigen van de arbeidsovereenkomst tussen partijen, met gevoelige en bedrijfsspecifieke informatie bij een concurrerende onderneming aan het werk gaat en deze informatie ten nadele van de ex-werkgever kan gebruiken.
De wetgever heeft in die behoefte voorzien. Een non-concurrentiebeding kan in beginsel slechts worden overeengekomen in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Ook in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan een non-concurrentiebeding worden opgenomen. Een voorwaarde voor een geldig non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is dat de werkgever bij dit beding een schriftelijke motivering opneemt waaruit blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Op 7 mei 2019 spreekt het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich nader uit over deze motiveringseis.
Casus
Bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch speelt de volgende casus. Een werknemer treedt op 1 augustus 2017 bij een werkgever in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (één jaar). In de arbeidsovereenkomst is een non-concurrentiebeding opgenomen. De werkgever motiveert dit non-concurrentiebeding als volgt:
'Werknemer beschikt over bijzondere en bedrijfsspecifieke kennis, gegevens en vaardigheden welke […] zwaarwegende nadelige gevolgen kunnen veroorzaken voor werkgever/het bedrijf en daarmee het bedrijfsbelang. Werknemer heeft zeer veel klantcontact, beschikt over klant- en prospectgegevens, heeft inzage in prijsstelling, het marktbewerkingsplan en financiële gegevens inzake omzet, marge, winst c.q. verlies. Wanneer deze informatie bij concurrerende bedrijven terecht komt, of wordt gebruikt bij een concurrerend bedrijf, zal dit werkgever direct schaden doordat de concurrent met deze informatie prijsbeleid en marktbewerking kan afstemmen.’
Per 1 juli 2018 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen beëindigd. Kort daarna treedt de werknemer in dienst bij een nieuwe, concurrerende werkgever. De ex-werkgever beroept zich vervolgens op het non-concurrentiebeding en vordert dat de werknemer zijn werkzaamheden bij de nieuwe werkgever staakt voor de duur van het non-concurrentiebeding (24 maanden). De werknemer stelt zich op het standpunt dat het non-concurrentiebeding nietig is.
Motivering
In eerste aanleg oordeelt de Rechtbank Limburg dat het beding niet rechtsgeldig is overeengekomen, omdat de werkgever niet voldoet aan de op de werkgever rustende motiveringsplicht. De werkgever gaat vervolgens in hoger beroep. Nu dient het Hof de vraag te beantwoorden of er een rechtsgeldig non-concurrentiebeding tussen partijen is overeengekomen. Bij de beoordeling benoemt het Hof dat een lichtvaardig gebruik van het beding moet worden voorkomen. Een concrete afweging van de werkgever is daarom vereist. Dit vergt per geval een specifieke afweging en motivering.
Het Hof dat de werkgever het non-concurrentiebeding specifieker had moeten toesnijden op de werkzaamheden van de werknemer. Daarnaast weegt het Hof mee dat het non-concurrentiebeding, zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst met de werknemer, voor alle commerciële functies bij de werkgever wordt gebruikt. De tekst van het beding leent zich voor generieke toepassing. Van een specifieke afweging en motivering per geval is daarom geen sprake. Het Hof concludeert dat het (te algemene) non-concurrentiebeding niet rechtsgeldig tussen partijen is overeengekomen. De werknemer is niet gebonden aan het non-concurrentiebeding en het staat de werknemer vrij om bij de nieuwe werkgever werkzaamheden te verrichten.
Werkgevers
Werkgevers moeten er op bedacht zijn dat zij bij het opnemen van een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, een uitvoerige en specifiek op de werknemer gerichte motivering opnemen waaruit blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Indien niet aan deze motiveringseis wordt voldaan en er dus geen sprake is van een rechtsgeldig beding, staat het de werknemer vrij om bij een concurrerende onderneming aan de slag te gaan. Alle reden voor werkgevers om hier niet lichtvaardig mee om te gaan.
Uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch: ECLI:NL:GHSHE:2019:1692
Gerelateerd
CNV wil geen concurrentiebeding voor werknemers in proeftijd
Werknemers die in hun proeftijd worden ontslagen, blijven gebonden aan het concurrentiebeding. Dat blijkt uit een nieuw wetsvoorstel van demissionair minister Karien...
EU-wetgeving over platformwerkers voorlopig gestrand
Een Europese wet die de rechtsbescherming van platformwerkers zoals maaltijdbezorgers en Uber-chauffeurs moest verbeteren, is voorlopig van tafel. De EU-landen konden...
Forse kritiek op wetsvoorstel om zieke mkb-werknemer te vervangen
De Raad voor de Rechtspraak heeft forse kritiek geuit op een nieuw wetsvoorstel van demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken), dat het voor werkgevers...
SER: Verlofstelsel moet via nieuwe wet overzichtelijker worden
Het verlofstelsel moet simpeler. Daarvoor pleit de Sociaal-Economische Raad (SER), die de regering en het parlement adviseert over sociaaleconomische vraagstukken.
Alliantie moet ondernemersklimaat voor vrouwen helpen verbeteren
64 verschillende organisaties hebben een samenwerking aangekondigd binnen 'Code-V', een alliantie van overheid, financiële instellingen en belangenorganisaties....